Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
Shakespeares geboortehuis in Stratford-upon-Avon

William Shakespeare (ook gespeld Shakspere, Shaksper, en Shake-speare, omdat de spelling in de Elizabethaanse periode niet absoluut was) werd geboren in Stratford-upon-Avon in Warwickshire, in april 1564. William was de zoon van John Shakespeare, een succesvolle handelaar en wethouder, en van Mary Arden, een dochter uit een adellijke familie. De Shakespeares woonden toen in in Henley Street. Bekend is dat William op 26 april werd gedoopt. Omdat het destijds gebruikelijk was om een kind drie dagen na de geboorte te dopen, is Shakespeare waarschijnlijk op zondag 23 april geboren. Het huis in Stratford is bekend als 'de geboorteplaats van Shakespeare', maar deze status is onzeker. Shakespeares vader was een welvarende handschoenenmaker en verkreeg vele titels tijdens zijn leven, met inbegrip van chamberlain, wethouder, deurwaarder (equivalent van burgemeester), en eerste schepen. Later werd hij vervolgd voor deelname aan de zwarte markt in wol en verloor zijn positie als wethouder. Sommige gegevens wijzen op mogelijke roomse sympathieën aan beide kanten van het gezin - een gevaar onder de strenge anti-katholieke regels van koningin Elizabeth.

William Shakespeare studeerde waarschijnlijk aan de Stratford Grammar School in het centrum van Stratford, wat een intensief onderwijs in Latijnse grammatica en het vertalen van auteurs als Cicero en Vergilius inhield. Ook Ovidius], die later Williams meest geliefde auteur zou worden, ontbrak niet op het curriculum. Er wordt verondersteld dat de jonge Shakespeare op deze school zat omdat John Shakespeares positie als wethouder hem in staat stelde zijn kinderen daar gratis onderwijs te laten volgen. Helaas ontbreekt enig bewijs dat William na deze school een andere vorm van formeel onderwijs volgde.

De galerijen in het (gereconstrueerde) Globe Theatre, London, waaraan Shakespeare verbonden was

Op 28 november 1582 trouwde de 18-jarige William Shakespeare met de 26-jarige Anne Hathaway in Temple Grafton, nabij Stratford. Twee buren van Anne, Fulk Sandalls en John Richardson, stelden zich borg dat er geen belemmeringen voor het huwelijk waren. Er lijkt enige haast geweest te zijn bij het regelen van de ceremonie, want Anne was toen waarschijnlijk drie maanden zwanger. Na het huwelijk geraken we Williams spoor bijster tot hij in de Londense literaire scène opduikt. Op 26 mei 1583 werd Shakespeares eerste kind, Susanna, gedoopt in Stratford. Een zoon, Hamnet, en een dochter, Judith, werden kort daarna op 2 februari 1585 gedoopt. Hamnet overleed in 1596 op elfjarige leeftijd aan een onbekende oorzaak. Sommigen vermoeden dat zijn dood mogelijk de inspiratie vormde voor de tragische Geschiedenis van Hamlet, Prins van Denemarken (ca. 1601). Susanna en Judith zouden respectievelijk zesenzestig en eenenzestig jaar oud worden. Er is uit deze tijd verder weinig over William Shakespeare bekend. Dit verandert vanaf het moment dat hij opduikt in de theaters van [onden. Ongeveer in 1588 arriveerde hij in Londen en het duurde vier jaar voordat hij als acteur en als schrijver succes kreeg. Die late jaren 1580 staan ook bekend als Shakespeares 'lost years' omdat we gewoon niet weten waar hij ergens was en wat hij precies deed nadat hij Stratford voor Londen verliet. Een van de theorieën luidt dat Shakespeare met een van de toneelgezelschappen, dat van Leicester of van Queen's Men, op tour zou zijn meegetrokken. De 17de eeuwse biograaf John Aubrey legde een getuigenis vast van een van de zonen van Shakespeares medespelers, waarin hij 'de plattelands-schoolmeester' werd genoemd.

Shakespeares grafmonument op de Holy Trinity Church te Stratford

Shakespeare kreeg naamsbekendheid als acteur, schrijver en uiteindelijk als mede-eigenaar van het toneelgezelschap van Richard Burbage dat bekend stond als The Lord Chamberlain's Men, genoemd naar de aristocraat die het sponsorde. Later werd het gezelschap geadopteerd door Jacobus I van Engeland en vanaf die tijd stond het bekend als The King's Men. Uit verschillende documenten uit die tijd blijkt dat Shakespeare een rijk man werd in de jaren dat hij in Londen woonde en werkte. Hij stopte met werken in 1613 en hij overleed op 23 april 1616. Hij ligt begraven in de Holy Trinity Church in Stratford-upon-Avon, waar jaarlijks miljoenen bezoekers het gedicht op zijn grafsteen lezen.

Over de religie van Shakespeare is altijd veel discussie en onzekerheid geweest. Sommige onderzoekers claimen dat leden uit Shakespeares familie katholieken waren in een tijd dat het praktiseren van het katholicisme bij wet verboden was. Wat wel vaststaat, is dat Shakespeares moeder, Mary Arden, werd opgevoed in een vroom katholiek gezin. Het sterkste argument pro komt misschien van een door zijn vader ondertekende katholieke geloofsbelijdenis, die in 1757 werd gevonden tussen de daksparren van zijn gewezen huis in Henley Street. Het document zelf is echter verloren gegaan en onderzoekers verschillen nu van mening over de authenticiteit.


William Shakespeare heeft bijgedragen aan 970 productie(s).

William Shakespeare heeft gewerkt in de volgende functies:


Het gehele overzicht van voorstellingen waaraan William Shakespeare heeft meegewerkt, voor zover geregistreerd in de Theaterencyclopedie:

NB: Bij de carrièreoverzichten zijn de voorstellingen gekoppeld aan de premièredatum. Het kan echter voorkomen dat personen niet aan de première meewerkten, maar pas later bij de voorstelling betrokken raakten.

Geschreven door William Shakespeare:

Bedacht naar werken van William Shakespeare:

Shakespeares handtekening, van zijn testament

Datering

Noch over de exacte data waarop de werken van Shakespeare zijn geschreven, noch over de chronologische volgorde bestaat zekerheid. Van de afzonderlijke toneelstukken is zelfs niet zeker of ze wel aan één bepaald tijdstip toegeschreven zouden kunnen worden: wellicht is eraan geschreven en herschreven, zodanig dat het ene fragment van een bepaald ogenblik is, terwijl het andere juist een latere toevoeging of verandering betreft. Daardoor is het gebruik van interne aanwijzingen ook maar beperkt mogelijk: een stuk kan een verwijzing bevatten naar een eigentijdse gebeurtenis, en zo kan die verwijzing ruwweg worden gedateerd; maar dat zegt weinig over de rest van hetzelfde toneelspel.

Dit heeft veel te maken met de productiewijze van Shakespeares toneelwerk; dit was bedoeld om te worden gespeeld, niet om te worden gelezen. Het waren teksten voor acteurs en via hen voor toeschouwers; niet voor lezers. Publicatie lag dan ook niet voor de hand, en vóór het jaar 1597 is maar een stuk in druk verschenen (Titus Andronicus).

Toch is ruwe datering in groepen wel mogelijk. In 1598 publiceerde ene Francis Meres uit Cambridge een soort citatenboek, waarin ook passages uit Shakespeares werk voorkomen: hij noemt daarbij een aantal titels (waaronder het verloren gegane Loves labours wonne). Zo komen we op het spoor van Shakespeares vroegere werk, en door kenmerken te vergelijken, valt vervolgens na te gaan wat er nu ongeveer tot dit vroegere werk behoort.

Toen Hemminge en Condell in 1623 hun First Folio van shakespeares werk uitbrachten, was in die verzameling opgetekende stukken weliswaar een zekere groepering aangebracht, maar die kan ook niet werkelijk uitsluitsel brengen; de groepering vormt geen strikte chronologie.

Toneelgenres

In de First Folio van 1623 werden Shakespeares toneelstukken ingedeeld in blijspelen, treurspelen en historiespelen (in het Engels Comedies, Tragedies and History Plays. Dat is lange tijd traditioneel zo gebleven. In recente wetenschappelijke literatuur over Shakespeare, zoals in de Riverside Shakespeare 2nd edition uit 1997, wordt nog een 4de groep toneelstukken met gemeenschappelijke kenmerken beschreven: die van zijn late "romances". Het waren stukken die Shakespeare later in zijn leven schreef, na zijn grote tragedies.

Vier van deze tragedies worden als Shakespeares grootste werk beschouwd: Hamlet, Othello, King Lear en Macbeth. Er worden grote thema's in uitgewerkt, respectievelijk wraak die tot waanzin leidt; jaloezie; zelfbegoocheling en verzoening, en tomeloze ambitie. Verreweg het meest becommentarieerd is Hamlet, wellicht juist door de meerduidigheid die ontstaat door de visies en visioenen van de hoofdpersoon. Het stuk kan, ondanks de suggestie die kan worden gewekt door een zo omvangrijke secundaire literatuur, eenvoudig gezien en gelezen worden als een soort wraaktragedie.

De koningsdrama's (de historische stukken) vormen een soort politieke geschiedenis van Engeland, met uiteraard de nadruk op de val en ondergang van koningen. Daarbij worden in feite eigentijdse thema's uit de toenmalige politiek behandeld, die in een historische setting nu eenmaal veiliger te bespreken waren. Voorbeelden van dergelijke kwesties waren: hoever reikt het (goddelijk) recht van een koning, wat is zijn verhouding tot zijn onderdanen, in hoeverre is hij identiek met de staat, in hoeverre valt onrecht te billijken?

Taal en techniek

Dit houdt niet in dat Shakespeare partij kiest. Het is vaak zijn techniek om krachten tegenover elkaar te plaatsen, en zo blijft een oordeel uit. Veeleer zijn het de menselijke condities en zwakheden die voorop staan, de dilemma's en de druk der omstandigheden. Personages en plot grijpen daardoor ineen, en worden (ook als ze, zoals vaak het geval was, ontleend zijn aan werk van anderen) gedenkwaardig en uniek.

Shylock bijvoorbeeld, die geld uitleent, wordt niet afgeschilderd als een boosdoener en woekeraar; in essentie is hij nu juist een geldlener. Koning Lear is een verblind man, die niet voldoende contact had met de realiteit om in te zien dat hij zich niet aan zijn dochters moest uitleveren; maar naast deze tragiek laat hij, zeker in de sterfscène, een ongekende koninklijkheid zien, en zijn laatste monoloog is majesteitelijk. Hamlet is niet zozeer wraaklustig of gek; hij is een gekweld mens. De koningen in de koningsdrama's worden verscheurd door krachten die zij nauwelijks kunnen hanteren, hetzij buiten henzelf, hetzij in hun eigen zwak karakter (Richard II).

Vanaf het vroege werk is het taalgebruik bijzonder beeldend: woordspelingen en metaforen leiden tot een opvallend beeldend vers dat grote bedrevenheid in de taal laat zien, ook de neiging met taal te experimenteren (vooral in het vroege werk), en de auteur al dadelijk onderscheidt van zijn tijdgenoten.

In het Elizabethaanse toneel was de alleenspraak een veelvoorkomende conventie. Waar Shakespeare die toepast valt, vooral in het grote werk, de dramatische kracht op die hij zijn monologen (soliloquies) verleent, en waardoor die alleenspraken vaak in de herinnering voortleven, bijna of zelfs geheel tot clichés in de Engelse taal zijn geworden. Bekende zijn "To be or not to be, that is the question" (Te zijn of niet te zijn, dat is de vraag, uit Hamlet); "Tomorrow and tomorrow and tomorrow" (Morgen en morgen en morgen, uit Macbeth), "Aye, but to die, and go we know not where" (Measure for Measure). De verzoening tussen King Lear en zijn dochter Cordelia levert aangrijpende versregels op als het koninklijke "Pray, do not mock me; / I am a very foolish fond old man", dat na enige tijd overgaat in herkenning van zijn dochter, gevolgd door het berouw: "If you have poison for me, I will drink it."

Overzicht

  • Komedies
    • The Comedy of Errors (1592-1594)
    • The Taming of the Shrew (1593/1594)
    • The Two Gentlemen of Verona (1594)
    • Love's Labour's Lost (1594/1595)
    • A Midsummer Night's Dream (1595/1596)
    • The Merchant of Venice (1596/1597)
    • The Merry Wives of Windsor (1597) (revisie ca. 1600/1601)
    • Much Ado About Nothing (1598/1599)
    • As You Like It (1599)
    • Twelfth Night, or What You Will (1601/1602)
    • All's Well That Ends Well (1602/1603)
    • Measure for Measure (1604)
  • Historische stukken
    • The First Part of King Henry the Sixth (1589/1590) (revisie 1594/1595)
    • The Second Part of King Henry the Sixth (1590/1591)
    • The Third Part of King Henry the Sixth (1590/1591)
    • The Tragedy of Richard the Third (1592/1593)
    • Edward III (1592-1595) - (auteurschap onzeker)
    • The Life and Death of King John (1594-1596)
    • The Tragedy of King Richard the Second (1595)
    • The First Part of King Henry the Fourth (1596/1597)
    • The Second Part of Henry the Fourth (1598)
    • The Life of Henry the Fifth (1599)
    • The History of Troilus and Cressida (1601/1602)
    • The Life of King Henry the Eighth (1612/1613) (in samenwerking met John Fletcher)
  • Romances
    • Pericles, Prince of Tyre (1607/1608)
    • The Tragedy of Cymbeline (1609/1610)
    • The Winter's Tale (1610/1611)
    • The Tempest (De storm) (1611)
    • The Two Noble Kinsmen (1613) (in samenwerking met John Fletcher)

Naast toneelwerk schreef Shakespeare ook lyriek: de lange gedichten Venus and Adonis, The Rape of Lucrece en A Lover's Complaint, het raadselachtige Let the Bird of Loudest Lay (beter bekend onder de apocriefe naam The Phoenix and the Turtle) en de langste en volgens velen mooiste sonnettencyclus van zijn tijd. Ook zou hij aan enkele toneelstukken op naam van andere auteurs enkele scènes hebben bijgedragen, zoals de herziene uitgave van het toneelstuk Sir Thomas More (1594/1595).

Folio- en quarto-uitgaven

In 1623, zeven jaar na Shakespeares dood, werden al zijn stukken (op twee na) uitgegeven in wat nu bekend staat als de zgn. First Folio-uitgave. Deze bijzonder waardevolle uitgave wordt meestal als basistekst gebruikt. Van achttien stukken bestaan er oudere, zogenaamde quarto-uitgaven, die vaak zonder medewerking van Shakespeare tot stand waren gekomen en waarvan er acht heel corrupt zijn, wellicht omdat ze uit de mond van acteurs werden opgetekend. Toch zijn ook deze quarto's heel interessant voor vergelijkende studies.

Folio en quarto verwijst naar het boekformaat, dat ontstaat door een bedrukt vel papier eenmaal (folio) of tweemaal (quarto) in het midden te vouwen. De rug van het boek is ongeveer 38 cm hoog (folio) resp. 23 cm (quarto).

In 2006 werd een First Folio-uitgave van 1623 geveild. De waarde werd door het veilinghuis geschat op 4,3 miljoen euro.

Bronnen

Shakespeare verzon slechts zelden het verhaal. De enige stukken met een originele plot zijn A Midsummer Night's Dream en The Tempest. Meestal baseerde hij zich op bekende verhalen. Van Romeo en Julia bijvoorbeeld circuleerden in zijn tijd verschillende toneelversies van andere auteurs, en het verhaal was ten minste honderd jaar oud. Voor zijn historische stukken haalde hij zijn inspiratie bij klassieke geschiedschrijvers en Britse kroniekschrijvers, of hij bewerkte oude, bestaande toneelstukken.

Shakespeare in Nederlandse vertaling/bewerking

Van Shakespeare verschenen in de loop der geschiedenis goede vertalingen in de Nederlandse taal. De eerste complete vertaling was van Leendert Burgersdijk en werd uitgegeven bij Brill te Leiden in 1886. De Vlaming Willy Courteaux vertaalde het volledige Verzameld Werk in de jaren tachtig. Vertalingen van de hand van de regisseur van het Shakespearetheater Diever, Jack Nieborg, verschenen bij Uitgeverij Passage.

Tom Lanoye liet zich voor zijn moderne, gewaagde trilogie Ten Oorlog inspireren door Shakespeares koningsdrama's:

Citaten ter vergelijking (uit Richard III):

  • "Catesby: Te hulp, Lord Norfolk, vlug, te hulp, te hulp!/ De koning doet meer wondren dan een mens/ En stort zich in het heetst van elk gevaar./ Zijn Paard is dood en hij vecht voort te voet/ En zoekt naar Richmond in de muil des doods./ Te hulp, mylord, of alles is verloren.// K.Richard: Een paard, een paard, mijn koninkrijk voor 'n paard." (Willy Courteaux, Richard III, 1966)
  • "Sweet Modder die mij in de wereld scheet:/ De lafheid van je liefde liet mij leven/ Waar echte liefde me gewurgd zou hebben./ Ik vraag je schoon, verlos mij, help mij please,/ Zoals ik jou verlost heb uit jouw lijden./ Ik rijd naar jou en cut je kut aan stukken/ Waarin ik rotten moest, voor ik mocht rijpen.../ A horse! Mijn fokking kroon voor maar één paard." (Tom Lanoye, Ten Oorlog, 1997)

Het zal duidelijk zijn dat Courteaux dichter bij het origineel blijft. Tom Lanoye wijkt sterker af, en Ten Oorlog moet daarom als een adaptatie beschouwd worden.

In 2007 verscheen het eerste deel (De blijspelen) van de op de folio-editie gebaseerde vertaling van De volledige werken van William Shakespeare. Deze vertaling respecteert het vroeg-modern Engels van Shakespeare en bovendien laat Jonk geen fragmenten weg noch censureert. De serie zal uit 4 delen bestaan.

Anti-Stratfordians Er bestaat een hele verzameling publicaties die beweren dat Shakespeare helemaal niet de schrijver van de werken is geweest. Als tegenkandidaten worden onder andere Francis Bacon, Christopher Marlowe, Henry Neville en Edward de Vere], genoemd. Al deze personen hebben hun aanhangers, en de literatuur waarin allerlei suggesties worden gedaan over deze en allerlei andere kandidaten, bedraagt zeker 5000 boeken, wellicht veel meer. Er bestaan daardoor in de Shakespeareliteratuur twee kampen: de Stratfordians, die geen reden zien om Shakespeares auteurschap af te wijzen, en de anti-Stratfordians, die met zeer vele kandidaten kwamen en komen. Het debat is zeer levendig, en beweegt zich over een scala van onderwerpen: het in de werken aantoonbare idiolect, de aangeroerde onderwerpen en expertises, de fysieke (on)mogelijkheid voor een auteur om naast het schrijven van zijn eigen werk en het vervullen van zijn (ons bekende) werkzaamheden ook nog de stukken van Shakespeare te hebben geschreven, en veel meer.

Waarom het juist Shakespeare is wiens auteurschap zo wordt betwist, is op zichzelf onderwerp van debat. Enerzijds kan het komen doordat er over hem weinig bekend is, maar dat geldt voor velen onder zijn bekende tijdgenoten evenzeer. Een aanvullende verklaring zal dan ook wel zijn dat hij juist door de eenzame hoogte waarop zijn werk volgens kritiek en literatuurminnaars staat, nu eenmaal veel aandacht trekt. De zoektocht naar een auteur die "in werkelijkheid" de werken van Shakespeare zou hebben geschreven, begon rond 1852, toen de Amerikaanse Delia Bacon begon aan een uitgebreide poging om aan te tonen dat haar naamgenoot Francis Bacon de schrijver zou zijn geweest. Nadat in 1857 haar boek uitkwam, vond zij navolging en waren de theorieën en tegentheorieën niet langer van de lucht. (Een eerdere poging, uit 1785, van James Wilmot heeft nooit de invloed gekregen die Celia Bacons werk wel ten deel viel.)

Legendarische Shakespeare-acteurs en -regisseurs

Shakespeare zelf nam in zijn tijd zelden de hoofdrol voor zijn rekening. Hij speelde vaak de rol van een minder belangrijk personage. Zo is bekend dat hij in Hamlet de rol van het spook speelde. Bijzonder populaire 19e-eeuwse vertolkers waren Ellen Terry en Henry Irving. Ook heel wat legendarische acteurs hebben zijn stukken op het witte doek gebracht. De bekendste hedendaagse Shakespeare-vertolkers zijn Laurence Olivier, John Gielgud, James McAvoy, Orson Welles, Kenneth Branagh, Emma Thompson, Mel Gibson, Leonardo DiCaprio], Claire Danes, Ian McKellen , Al Pacino , Gwyneth Paltrow, Judi Dench en Joseph Fiennes.

Verfilmingen

Veel van Shakespeares werken zijn (herhaaldelijk) verfilmd. De bekendste hiervan zijn:

  • Othello (1952), regie: Orson Welles
  • Julius Caesar (1953), regie: Joseph L. Mankiewicz
  • Kumonosu Jô (1957), regie: Akira Kurosawa (naar het verhaal van Macbeth)
  • Hamlet (1964), regie: Bill Coleran en John Gielgud
  • The Taming of the Shrew (1967), regie: Franco Zeffirelli
  • King Lear (1970), regie: Grigori Kozintsev
  • Macbeth (1971), regie: Roman Polanski
  • Antony and Cleopatra (1974), regie Trevor Nunn en John Scofield
  • Ran (1985), regie: Akira Kurosawa (naar het verhaal van King Lear)
  • Henry V (1989), regie: Kenneth Branagh
  • Prospero's Books (1991), regie: Peter Greenaway (naar The Tempest)
  • Much Ado About Nothing (1993), regie: Kenneth Branagh
  • Othello (1995), regie: Oliver Parker
  • Richard III (1995), regie: Richard Loncraine
  • Romeo + Juliet (1996), regie: Baz Luhrmann
  • Twelfth Night (1996), regie: Trevor Nunn
  • Shakespeare in Love (1998), regie: John Madden
  • Titus (1999), regie: Julie Taymor
  • A Midsummer Night's Dream (1999), regie: Michael Hoffman
  • Love's Labour's Lost (2000), regie: Kenneth Branagh
  • Merchant of Venice (2004), regie: Michael Radford

De romantische komedie 'Shakespeare in Love' (1998, teksten van Marc Norman en Tom Stoppard, regie: John Madden) bevat vele verwijzingen naar zijn werk.

In Looking for Richard (1996), een documentaire van Al Pacino, probeert hij het stuk Richard III van Shakespeare te ontrafelen. Dit wordt gedaan via een (gedeeltelijke) vertolking van het stuk, en interpretaties van de teksten.

Shakespeare en muziek

Vele componisten werden geïnspireerd door leven en werk van William Shakespeare. Deze lijst geeft aan welke componist wat voor werk heeft gecomponeerd op welk werk van Shakespeare. Deze lijst is niet volledig.

  • Antony and Cleopatra
    • Kurt Atterberg – Toneelmuziek
    • Samuel Barber – Anthony and Cleopatra – Opera en Two scenes from the opera ‘Anthony and Cleopatra’
    • Mario Castelnuovo-Tedesco – Overture, op. 134
    • Vincent d’Indy – Antoine et Cléopatre, poème symphonique
    • Anton Rubinstein – Overture op. 116
  • All's Well That Ends Well
    • Mario Castelnuovo-Tedesco - Opera
  • As You Like It
    • Arthur Bliss – Toneelmuziek
    • Mario Castelnuovo-Tedesco – Overture op. 166
    • Engelbert Humperdinck – Toneelmuziek
    • John-Knowles Paine – Overture
    • Wilhelm Stenhammar – Toneelmuziek
    • William Walton – Filmmuziek
  • The Winter's Tale
    • Kurt Atterberg – Toneelmuziek (En vintersaga)
    • Lennox Berkeley – Toneelmuziek & Suite op.54
    • Engelbert Humperdinck – Toneelmuziek
  • Hamlet
    • Kurt Atterberg – Toneelmuziek
    • Hector Berlioz – Tristia #2 ‘La mort d’Ophélie’, #3 Marche funèbre pour la dernière scène d’Hamlet
    • Boris Blacher – Symphonische Dichtung op.17 en Ballet in 3 Szenen
    • Frank Bridge – There’s a Willow Grows aslant a Brook
    • Niels Gade – Concertouverture op. 37
    • Arthur Honegger – Toneelmuziek
    • Joseph Joachim – Hamlet Ouvertüre op. 4
    • Franz Liszt – Symfonisch gedicht
    • Saverio Mercadante – Opera
    • Sergej Prokofjev – Toneelmuziek op. 77
    • Dmitri Sjostakovitsj – Toneelmuziek op. 32 & Filmmuziek op. 116
    • Pjotr Iljitsj Tsjaikovski – Toneelmuziek en Overture
    • William Walton – Filmmuziek
  • Henry IV
    • Joseph Joachim – Ouvertüre zu Heinrich IV
    • Ralph Vaughan Williams – Incidental music
  • Henry V
    • Saverio Mercadante – Opera, La gioventu di Enrico V
    • Ralph Vaughan-Williams – Incidental music
    • William Walton – Filmmuziek
  • Henry VIII]]
    • Paul Gilson – Prélude pour le drama Henry VIII
    • John Foulds – Incidental music & Suite in the Olden Style
    • Arthur Sullivan – Incidental music
  • Julius Caesar]]
    • Mario Castelnuovo-Tedesco – Giulio Cesare, op. 78, Overture
    • Felix Draeseke – Symfonisch gedicht
    • Georg Friedrich Händel – Opera
    • John Ireland & Geoffrey Bush – Scherzo & Cortège from Julius Caesar
    • Miklós Rózsa – Filmmuziek
    • Robert Schumann – Ouverture op. 128
    • Rudolf Tobias – Ouverture
  • King Lear
    • Hector Berlioz – Ouverture
    • Aribert Reimann – Lear, Opera
    • Aulis Sallinen – A Solemn Overture op. 75
    • Heinrich Schulz-Beuthen – Sinfonie #6 ‘König Lear’
    • Dmitri Sjostakovitsj – Korol’Lir, Toneelmuziek op.58a
    • Johan Wagenaar – Ouverture op. 9
    • Felix Weingartner – König Lear op. 20, Symphonische Dichtung
  • Love's Labour's Lost
    • Mario Castelnuovo-Tedesco – Four dances from Love’s Labor Lost, op.167
  • Love Labour's Won (dr who, 2007)
  • Macbeth
    • Granville Bantock – Incidental music & Overture
    • Ernest Bloch – Opera
    • Aleksander Borodin – Muziek bij de tragedie King Lear
    • Jacques Ibert – Filmmuziek
    • William Fry – Overture
    • Herman D. Koppel – Opera
    • Paul LeFlem – La folie de Lady Macbeth, ballet & radiomuziek
    • Joachim Raff – Overture
    • Emil Nikolaus von Rezniček – Hexenszene aus Macbeth
    • Louis Spohr – Overture op.75
    • Nikolaj Tsjerepnin - Scène dans la caverne des sorcières de Macbeth, op.12
    • Richard Strauss – Tongedicht op.23
    • Arthur Sullivan – Overture & incidental music
    • Giuseppe Verdi – Opera
    • William Walton – Incidental music
  • The Merchant of Venice
    • Hector Berlioz - Les Troyens
    • Boris Blacher – Der Mohr von Venedig, Ballet in 8 Szenen, op.50
    • Mario Castelnuvo-Tedesco – Opera en Il mercante di Venezia, op.76 – Overture
    • Buhuslav Foerster – Opera (Jessika)
    • Engelbert Humperdinck – Incidental Music
    • Gösta Nystroem – Köpmannen i Venedig
    • Arthur Sullivan – Incidental music
    • Ralph Vaughan Williams – Serenade to Music
    • Johan Wagenaar – Opera
  • The Merry Wives of Windsor
    • Edward Elgar – Falstaff, symphonic study
    • Ernst von Nicolai – Die lustige Weiber von Windsor, Opera
    • Antonio Salieri – Falstaff, Opera
    • Arthur Sullivan – Incidental music
    • Ralph Vaughan Williams – Sir John in Love, Opera
    • Giuseppe Verdi – Falstaff, Opera
  • A Midsummer Night's Dream (toneelstuk)]]
    • Benjamin Britten – Opera
    • Mario Castelnuovo-Tedesco - Overture, op.108
    • Roberto Mancinelli – Sogno di unna notte d’estate – Opera
    • Felix Mendelssohn-Bartholdy – Toneelmuziek
    • Erich Korngold – Filmmuziek
    • Ernst Kreňek – Incidental music op.46
  • Much Ado About Nothing
    • Hector Berlioz – Béatrice et Bénédict, Opera comique
    • Mario Castelnuovo-Tedesco – Overture op.164
    • Erich Korngold – Toneelmuziek
    • Charles Villiers Stanford - Much Ado about nothing, op.76a (The marriage of a Hero), opera
  • Othello
    • William Alwyn – The Moor of Venice, ouverture
    • Sergej Bortkiewicz – Symfonisch gedicht
    • Samuel Coleridge-Taylor – Othello Suite op.79
    • Antonín Dvořák – Symfonisch gedicht
    • Zdeněk Fibich – Symfonisch gedicht
    • Aram Chatsjatoerjan – Filmmuziek
    • Joseph Raff – Overture
    • Gioacchino Rossini – Opera
    • Giuseppe Verdi – Opera
  • The Rape of Lucrece
    • Ottorino Respighi – Lucrezia, Opera
    • Benjamin Britten - The Rape of Lucretia, opera
    • Harald Sæverud – Lucretia Suite
  • Richard II
    • Frederic Austin – Concert ouverture
    • Ralph Vaughan Williams – Incidental music
  • Richard III
    • Ralph Vaughan William – Incidental music
    • Bedřich Smetana – Ouverture
    • Robert Volkmann – Ouvertüre op. 68
    • William Walton – Film Music
  • Romeo and Juliet
    • Hector Berlioz – Symphonie Dramatique
    • Leonard Bernstein – West Side Story, Musical & Symphonic Dances from …
    • Boris Blacher – Kameropera
    • Charles Gounod – Opera
    • Dmitri Kabalevski – Toneelmuziek
    • Geoffrey Pierson – Overture
    • Sergej Prokofjev – Ballet
    • Joachim Raff – Overture
    • Wilhelm Stenhammar – Toneelmuziek
    • Pjotr Iljitsj Tsjaikovski – Overture
    • Dire Straits - Romeo and Juliet (Pop/Rock)
  • The Taming of the Shrew
    • Herman Goetz – Der widerspänstigen Zähmung – Opera, Overture
    • Jakob Rheinberger – Ouverture
    • Ernano Wolf-Ferrari, – Sly, ovvero La legenda del dormiente risvegliato, Opera
    • Johan Wagenaar – Ouverture De getemde feeks
  • Twelfth Night
    • Mario Castelnuovo-Tedesco – La dodicesima notte, op. 73, Ouverture
    • Alexander Mackenzie – Incidental music
    • Johan Wagenaar, Ouverture Driekoningenavond
  • Coriolanus
    • Ludwig van Beethoven, Ouverture Coriolan
    • Mario Castelnuovo-Tedesco - The tragedy of Coriolanus, op. 135, Ouverture
    • Jan Cikker, Jan – Opera
    • Alexander Mackenzie – Incidental music
  • The Tempest
    • Kurt Atterberg – Toneelmuziek
    • Lennox Berkeley – Incidental music
    • Hector Berlioz - Fantaisie sur la Tempête
    • Arthur Bliss – Incidental music
    • Ernest Chausson - Toneelmuziek voor 'La Tempête' (1888-89)
    • Engelbert Humperdinck – Toneelmuziek
    • Zdeněk Fibich – Symfonisch gedicht ‘Boure’ op. 46
    • Arthur Honegger – La tempête, prelude
    • Frank Martin – Opera & Suite uit de Opera ‘Der Sturm’
    • Gösta Nystroem – Toneelmuziek
    • Joseph Raff – Overture
    • Jean Sibelius – Toneelmuziek op. 119
    • Pjotr Iljitsj Tsjaikovski – Symfonische fantasie ‘Burya’ op. 18
    • Felix Weingartner – Der Sturm: Ouverture & Suite
    • Egon Wellesz – Prosperos Beschwörungen, 5 Symphonische Stücke op. 53
  • Overige
    • Malcolm Arnold – Shakespearean Celloconcerto op. 136
    • Richard Rodney Bennett - Sonnet Sequence for tenor and strings
    • Bohuslav Foerster – Shakespeare Suite
    • Engelbert Humperdinck – Shakespeare-Suiten #1 & #2
    • Jules Massenet – Suite d’orchestre #3
    • Gösta Nystroem, – Sinfonia Shakespeariana (#4)
    • Alexandre Tansman – 6 sonnets for voice & orchestra
    • Ralph Vaughan Williams – Serenade to Music

De Engelse jazz-zangeres Cleo Laine nam met haar man en bandleider John Dankworth in 1964 een succesvol album op met de titel Shakespeare and All that Jazz.

Populaire cultuur

Shakespeare en zijn pennenvruchten zijn - behalve nog steeds vertoonde en uitgegeven werken - ook inspiratie voor makers van allerlei vormen media in het heden die een iets andere draai geven aan de persoon en zijn verhalen. Bijvoorbeeld:

  • De film 10 Things I Hate About You is een tienerbewerking van The Taming of the Shrew.
  • Shakespeare zelf is een (bij)personage in de comic-serie Sandman van de Britse schrijver Neil Gaiman].
  • Shakespeare treedt op als personage in de jeugdroman De kleine Odessa van Peter Van Olmen. Hij is er voorzitter van de Raad der Onsterfelijken in de schrijversstad Scribopolis.

Bronnen