N.V. Het Nederlandsch Tooneel
Naam | N.V. Het Nederlandsch Tooneel |
---|---|
Opgericht | 1938 |
Opgeheven | 1941 |
Genre | Toneel |
Informatie
Vanaf 1938 zou het gezelschap N.V. Het Nederlandsch Tooneel de vaste bespeler zijn van de Stadsschouwburg te Amsterdam. Het gezelschap stond onder leiding van Cor van der Lugt Melsert. Van der Lugt Melsert was in 1938 door de Gemeente Amsterdam benaderd om te solliciteren op de functie van "vaste bespeler".
Het College van Burgemeester en Wethouders had niet veel bedenktijd nodig om met de uiteindelijke benoeming accoord te gaan. Van der Lugt Melsert was de enige (voorgedragen) kandidaat. In een toelichting op de voordracht van het College zette zij haar standpunt uiteen: "De artistieke leiding en de samenstelling van het gezelschap wettigen den verwachting, dat, indien de heer van der Lugt Melsert tot vasten bespeler wordt benoemd, hij in staat zal zijn, het veelzijdige repertoire te brengen dat noodig is om de bespeling van den Stadsschouwburg te doen slagen."
Op de beslissende vergadering van het College van Burgemeester en Wethouders was het voornamelijk de CPN-afgevaardigde Wijnkoop die bezwaar had tegen de benoeming van Van der Lugt Melsert. "De heer Van der Lugt is van plan de intellectueelen wat te geven, den gegoeden middenstand, de upper ten en dan nog het eenvoudige publiek. De eerste eisch is echter, de werkende bevolking tot de kunst te trekken." De benoeming van Van der Lugt Melsert werd met 25 tegen 14 stemmen aangenomen.
De financiële basis van het gezelschap was 45.000 gulden. Daarnaast zou de Gemeente Amsterdam ook financiële hulp bieden. De artistieke leiding bestond uit Cor van der Lugt Melsert (tevens directeur van de N.V.), Albert van Dalsum en August Defresne. Verder zouden als regisseurs Paul Storm en Hans van Meerten toetreden.
In de loop van 1941 hield de N.V. Het Nederlandsch Tooneel tijdelijk op met spelen. Het gezelschap zou een overeenkomst sluiten met de Gemeente Amsterdam waardoor de N.V. Het Nederlandsch Tooneel deel zou gaan uitmaken van de door de Gemeente Amsterdam in de Stadsschouwburg opgerichte Gemeentelijke Theaterbedrijf. Dit Gemeentelijk Theaterbedrijf bestond uit drie afdelingen: Opera, Ballet en Tooneel. Cor van der Lugt Melsert werd de artistieke leider van de afdeling Tooneel, de voormalige N.V. Het Nederlandsch Tooneel.
Na de oorlog hield het Gemeentelijk Theaterbedrijf op te bestaan. De N.V. Het Nederlandsch Tooneel zou in 1947 als "Het Nederlands Toneel"' het werk hervatten met het toneelstuk Schipper naast God. Van der Lugt Melsert was in deze tijd ook artistiek adviseur van de Komedianten onder leiding van Johan Kaart en Ed. van Kinsbergen. In 1948 zou het tot een fusie komen van de N.V. Het Nederlandsch Tooneel en De Komedianten. Op 31 december 1955 werd de N.V. Het Nederlandsch Tooneel officieel geliquideerd.
Tableau de la troupe o.m.: Josephine van Gasteren, Charlotte Köhler, Annie van Ees, Fien de la Mar, Ank van der Moer, Ceesje Speenhoff, Louis de Bree, Frits van Dijk, Louis van Gasteren, Jacques Snoek en Jo Sternheim.
Repertoire o.m.: Pater Malachius' mirakel (B. Doherty), Het kind (H. Heijermans), Gijsbreght van Aemstel (J. van den Vondel), De moeder (K. Capek), Het spel van liefde en dood (R. Rolland), De vrolijke vrouwtjes van Windsor (W. Shakespeare), Elektra (Sophocles), Phaedra (J. Racine), De voet (J.H. Speenhoff), Lastige mensen (F. Lonsdale) en Schipper naast God (J. den Hartog).
Voorstellingen
Een chronologisch en daaronder een link naar een alfabetisch overzicht van de voorstellingen die onder deze naam als producent in première zijn gebracht, voor zover geregistreerd in de productiedatabase
- Het alfabetisch overzicht van deze voorstellingen
Bronnen
- Inventaris van het archief van de N.V. Het Nederlandsch Tooneel door David Gribnau, Inventarisreeks Archieven nr. 14, Theater Instituut Nederland 1994.
- Productiedatabase