Jacques Offenbach
Naam | Jacques Offenbach |
---|---|
Volledige naam | Jakob Offenbach |
Geboortedatum | 20 juni 1819 |
Geboorteplaats | Keulen |
Overlijdensdatum | 5 oktober 1880 |
Overlijdensplaats | Parijs |
Beroep | Componist |
Discipline | Muziektheater |
Trefwoorden | Operette, Opera |
Externe databases: | |
IMDb | |
IBDb | |
VIAF | |
Wikidata |
Biografie
Jacques Offenbach, geboren als J (1819 - 1880) was een Franse componist en cellist van Duits-Joodse afkomst. Hij geldt als een van de scheppers van de operette (een Duitse term die hijzelf nooit gebruikte). Maar hij heeft ook een opera geschreven, die nog steeds repertoire houdt: Les contes d'Hoffmann. Het werd zijn zwanenzang, die bij zijn overlijden nog onvoltooid was.
Tot 1848
Jakob Offenbach was de op een na oudste zoon van de joodse kantor Isaac Juda Offenbach. Zijn vader had de familienaam Eberst laten veranderen in Offenbach (hij kwam uit Offenbach am Main). Hij leerde eerst viool en later cello te spelen; met zijn zus Isabella (piano) en broer Julius (viool) vormde hij een trio dat optrad in logementen. In 1833 liet zijn vader hem met zijn broer Julius naar Parijs gaan. Hoe jong hij toen ook was, hij werd toegelaten op het vak violoncello aan het Parijse Conservatoire national supérieur de musique, maar in 1834 heeft hij (wellicht uit geldgebrek) de studie gestaakt. Na allerlei baantjes (met zijn broer trad hij op als het duo Jacques en Jules) werd hij cellist bij verschillende van de boulevardtheaters in Parijs en uiteindelijk de Opéra-Comique . Via Friedrich von Flotow - met wie hij samen stukken componeerde en uitvoerde - kreeg hij toegang tot de Parijse salons. Hij bouwde een naam op als virtuoos cellist en trad in de jaren veertig op met pianisten als Anton Rubinstein en Franz Liszt in Parijs en Keulen. In 1844 bekeerde hij zich tot het katholicisme en huwde hij met Herminie d'Alcain (zij zouden vier dochters krijgen). In Londen heeft hij in 1844 samen met Joseph Joachim en Felix Mendelssohn Bartholdy als pianotrio opgetreden. Tijdens de Februarirevolutie (1848) in Frankrijk week hij kortstondig uit naar Duitsland.
Na 1849
In 1849 werd hij kapelmeester aan het Théâtre français, waar hij de muziek schreef en verzorgde bij de uitgevoerde toneelstukken. Zijn venijnige teksten en muziek vielen niet altijd even goed. Het tij keerde tijdens de Wereldtentoonstelling van 1855, toen hij (in navolging van de Folies-Nouvelles van Hervé een theater opende onder de naam Bouffes Parisiens aan de Champs-Élysées. Na enkele omzwervingen kwam hij terecht in het grotere (en misschien belangrijker: beter te verwarmen!) theater Salle Choiseul met 900 zitplaatsen. Dit was het begin van een succesvolle operettecarrière. Aanvankelijk had hij slechts toestemming voor korte eenakters met twee of drie (solistische) rollen. In 1858 werden evenwel de restricties verruimd, waarna hij zijn eerste avondvullende werk schreef: Orphée aux Enfers. Met zijn “musiquettes” parodieerde Offenbach - op hilarische wijze en vol politieke toespelingen – de bombast van de Grand-Opera van Giacomo Meyerbeer. Hij had veel succes met zijn theater maar moest desondanks soms wegens schuldeisers uitwijken naar het buitenland. Een drie-akter (“Barkouf”) in de Opera Comique resulteerde ook niet in meer respect in die kringen. Op een door hem in 1856 uitgeschreven prijsvraag reageerden veel jonge componisten; de eerste prijs ging naar Georges Bizet.
Na 1860
In 1860 naturaliseerde hij tot Fransman en in 1861 kreeg hij het Légion d’honneur. In 1862 nam hij ontslag bij de “Bouffes”; hij bleef desondanks met name voor dat theater componeren. Hij beleefde in Parijs het hoogtepunt van zijn succes met La belle Hélène(1864), en zijn operettes werden in Londen en Wenen uitgevoerd. La vie parisienne (1866), La Grande-Duchesse de Gérolstein (1867), La Périchole (1868) en Les Brigands (1869) behoren tot de bekendste.
Na 1870
De Frans-Duitse Oorlog (1870) markeerde een omslag. Offenbach was erg gehecht aan zijn nieuwe vaderland Frankrijk. In de Duitse pers gold hij als een verrader, terwijl de Franse pers in hem juist een agent van Bismarck zag. Hij moest zijn familie in veiligheid brengen in Spanje. Terug in Parijs bleken zijn operettes niet langer in de smaak te vallen. Zijn specialiteit "van het koningschap een farce en van het leger een grap maken", dat was wat Napoleon III ondermijnd had, en daarmee had – in het publieke gevoelen - Offenbach meegeholpen bij de val van diens regering. Dat het kan verkeren bleek overigens enkele jaren later, toen hij door de politie werd lastiggevallen juist omdat hij te trouw zou zijn geweest aan de keizer. 1875 was het dieptepunt. Offenbach ging bankroet. In 1876 maakte hij, om zijn grote verliezen wat te compenseren, een zeer succesvolle tour naar de Verenigde Staten ter gelegenheid van de wereldtentoonstelling bij het honderdjarig bestaan van de Verenigde Staten: veertig concerten en ook uitvoeringen van twee van zijn operettes. Successen die ook in Parijs zich nog even voortzetten.
Vanaf 1877 was hij voornamelijk bezig met zijn opera Les contes d'Hoffmann. Het jaar 1880 bracht hij werkend aan de partituur door in het Pavillion Henri IV in St Germain-en-Laye. In september van dat jaar moest hij wegens verslechtering van zijn gezondheid terug naar Parijs. Er werd al gerepeteerd maar op 5 oktober 1880 overleed hij. Onvoltooide partituren zijn - op verzoek van de familie – voltooid door Léo Delibes (Belle Lurette en Ernest Guiraud (Les contes d'Hoffmann). Hij werd begraven op Montmartre.
Muziek en waardering
Zijn "operettes" lijken nauwelijks op de operette zoals men die in Duitsland kent van bijvoorbeeld Franz Lehár of Johann Strauss jr. Men kan deze stukken (zoals Karl Kraus deed) "Offenbachiaden" noemen: deze vorm is specifiek voor Offenbach. Het gaat bij Offenbach steeds om vlotte, goed in het gehoor liggende muziek met een handeling die veelal op satire berust, vol toespelingen op zeden, gewoonten en personen uit het Tweede Keizerrijk onder Napoleon III. Onnavolgbaar zijn zijn karikaturen van militairen en Duitsers.
Deze vorm van operette was alleen mogelijk omdat de napoleontische regering van het Tweede Keizerrijk deze duldde. De regering die bij Offenbach de stoutmoedigste sociale satire duldde, sleepte Charles Baudelaire en Gustave Flaubert voor het gerecht. Maar in deze periode tussen de Parijse Wereldtentoonstellingen van 1855 en 1867 zat de zaal vol met publiek dat hoe dan ook loyaal aan de regering was.
Hij werkte in zijn succesvolste producties samen met Meilhac en Halévy als librettist. Hortense Schneider werd in 1855 door Offenbach als jonge sopraan ontdekt, en had steeds de hoofdrol.
Toch staat voorop het enorme gevoel voor theater en voor wat in de lucht hing en het gemak waarmee hij toespelingen maakte op de actualiteit. Gebruikte stijleffecten waren meestal niet al te subtiel. Satire ontstond vaak door bij teksten een qua sfeer volstrekt andersoortige muziek te kiezen, persiflage op bekende opera-aria's, rollen voor dieren (Barkouf), op muziek zetten van brabbeltaal (Ba-ta-clan). Een voorbeeld van absurde ongepastheid is de cancan in La Belle Hélène die hij door de goden op de Olympus laat dansen; de term "la vile séducteur" (de gemene verleider) krijgt een uiterst verheven walsmelodie; de volkomen banale tekst "l'homme à la pomme" vormt de tekstuele basis voor een uitvoerig opera-ensemble.
Door zijn collegae werd hij wisselend beoordeeld. Men vond het Franse theater wel erg ondeugend en oppervlakkig. Wagner (die door Offenbach op de hak genomen was in "Le carnaval des revues") kende Offenbach de "warmte van een mesthoop" toe, alhoewel hij dat later dat toch wat nuanceerde. Uiteindelijk is het toch vooral de opera Les contes d'Hoffmann die repertoire heeft gehouden en zelfs een van de populairste Franse opera's is.
Zijn bekendste zelfstandig uitgevoerde nummers zijn de Cancan uit de Orphée aux enfers en de Barcarole uit Les contes d'Hoffmann.
Theaterwerken
Onderstaande lijst van 100 bekende composities voor theater is afkomstig van het lemma Offenbach, Jacques door Andrew Lamb, in 'The New Grove Dictionary of Opera', ed. Stanley Sadie (London, 1992) ISBN 0-333-73432-7. Er zijn verschillen in telling mogelijk doordat er vaak verschillende versies van een werk - soms onder verschillende titels - bestaan. Ook is niet altijd duidelijk of een werk door Offenbach is gecomponeerd, gedeeltelijk gecomponeerd of alleen op het toneel gebracht.
Theater CV
Jacques Offenbach heeft bijgedragen aan 258 productie(s).
Jacques Offenbach heeft gewerkt in de volgende functies:
- IsGecomponeerdDoor - Zie lijst (A-Z) of lijst (datum)
- Auteur (schrijver libretto, scenario) - Zie lijst (A-Z) of lijst (datum)
- Muziek - Zie lijst (A-Z) of lijst (datum)
Het gehele overzicht van voorstellingen waaraan Jacques Offenbach heeft meegewerkt, voor zover geregistreerd in de Theaterencyclopedie:
NB: Bij de carrièreoverzichten zijn de voorstellingen gekoppeld aan de premièredatum. Het kan echter voorkomen dat personen niet aan de première meewerkten, maar pas later bij de voorstelling betrokken raakten.
1847-1855
- L'alcôve (1847) - Opéra-comique in één akte, libretto door Philippe August Pittaud de Forges, A. de Leuven en E.G. Roche
- Blanche (unperformed) - Opéra-comique in één akte, libretto door Jules-Henri Vernoy de Saint-Georges
- La Duchesse d'Albe (unperformed) - Opéra-comique in drie akten, libretto door Jules-Henri Vernoy de Saint-Georges
- Le trésor à Mathurin (1853) - Tableau villageois in één akte, libretto door Léon Battu (herzien als Le mariage aux lanternes - Opérette in één akte, libretto door Michel Carré en Léon Battu, eerste uitvoering in 1857)
- Pépito (1853) - Opéra-comique in één akte, libretto door Léon Battu en Jules Moinaux
- Luc et Lucette (1854) - Opéra-comique in één akte, libretto door Philippe August Pittaud de Forges en E.G. Roche
- Le décaméron, ou La grotte d'azur (1855) - Légende napolitaine in één akte, libretto door Joseph Méry
- Entrez, messieurs, mesdames (1855) - Piéce d'occasion in één akte, libretto door Joseph Méry en J. Servières (Ludovic Halévy)
- Une nuit blanche (1855) - Opéra-comique in één akte, libretto door E. Plouvier
- Les deux aveugles (1855) - Bouffonnerie musicale in één akte, libretto door Jules Moinaux
- Le rêve d'une nuit d'été (1855) - Saynète in één akte, libretto door Etienne Tréfeu
- Oyayaye, ou La reine des îles (1855) - Anthropophagie musicale in één akte, libretto door Jules Moineaux
- Le violoneux (1855) - Légende bretonne in één akte, libretto door Eugène Mestépès en Emile Chevalet
- Madame Papillon (1855) - Opérette in één akte, libretto door J. Servières (Ludovic Halévy)
- Paimpol et Périnette (1855) - Saynète in één akte, libretto door de Lussan (Philippe August Pittaud de Forges)
- Ba-ta-clan (1855) - Chinoiserie musicale in één akte, libretto door Ludovic Halévy
- Trafalgar – Sur un volcan (1855) - Comédie à ariettes in één akte, libretto door Joseph Méry
1856-1860
- Un postillon en gage (1856) - Opérette in één akte, libretto door E. Plouvier en J. Adenis
- Tromb-al-ca-zar, ou Les criminels dramatiques (1856) - Bouffonerie musicale in één akte, libretto door C.D. Dupeuty en E. Bourget
- La rose de Saint-Flour (1856) - Opérette in één akte, libretto door M. Carré
- Les dragées du baptême (1856) - Pièce d'occasion in één akte, libretto door C.D. Dupeuty en E. Bourget
- Le 66 (1856) - Opérette in één akte, libretto door Philippe August Pittaud de Forges en M. Laurencin
- Le financier et le savetier (1856) - Opérette-bouffe in één akte, libretto door Hector-Jonathan Crémieux en E. About
- La bonne d'enfant (1856) - Opérette-bouffe in één akte, libretto door Eugène Bercioux
- Les trois baisers du diable (1857) - Opérette fantastique in één akte, libretto door E. Mestépès
- Croquefer, ou Le dernier des paladins (1857) - Opéra-bouffe in één akte, libretto door Louis-Adolphe Jaime en Etienne Tréfeu
- Dragonette (1857) - Opéra-bouffe in één akte, libretto door E. Mestépès en Louis-Adolphe Jaime
- Vent du soir, ou L’horrible festin (1857) - Opérette-bouffe in één akte, libretto door Philippe Gille
- Une demoiselle en loterie (1857) - Opérette in één akte, libretto door Louis-Adolphe Jaime en Hector-Jonathan Crémieux
- Les deux pêcheurs, ou Le lever du soleil (1857) - Opérette-bouffe in één akte, libretto door C.D. Dupeuty en E. Bourget
- Mesdames de la Halle (1858) - Opérette-bouffe in één akte, libretto door Armen Lapointe
- La chatte metamorphosée en femme (1858) - Opérette in één akte, libretto door Eugène Scribe en Baron Anne-Honoré-Joseph Duveyrier de Mélésville (1787—1865)
- Orphée aux enfers (1858) - Opéra-bouffon in twee akten, libretto door Hector-Jonathan Crémieux en Ludovic Halévy
- Le mari à la porte (1859) - Opérette in één akte, libretto door A.Ch. Delacour (A.C. Lartigue) en Léon Morand
- Les vivandières de la grande-armée (1859) - Opérette-bouffe in één akte, libretto door Louis-Adolphe Jaime en Philippe August Pittaud de Forges
- Geneviève de Brabant (1859) - Opéra-bouffon in twee akten, libretto door Louis-Adolphe Jaime en Etienne Tréfeu (revised door Etienne Tréfeu en Hector Crémieux)
- Le carnaval des revues (1860) - Revue in één akte, libretto door E. Grangé, Philippe Gille en Ludovic Halévy
- Daphnis et Chloé (1860) - Opérette in één akte, libretto door N. Clairville (N.F. Nicolaie) en Jules Cordier (E.T. de Vaulabelle)
- Barkouf (1860) - Opéra-bouffe in drie akten, libretto door Eugène Scribe en H. Boisseaux naar Abbé Blanchet (herzien als Boule de neige, 1871, libretto door Charles-Louis-Etienne Nuitter en Etienne Tréfeu)
1861-1865
- La chanson de Fortunio (1861) - Opéra-comique in één akte, libretto door Hector-Jonathan Crémieux en Ludovic Halévy
- Le pont des soupirs (1861) - Opéra-bouffon in twee akten, libretto door Hector-Jonathan Crémieux ven Ludovic Halévy
- M. Choufleuri restera chez lui le . . . (1861) - Opéra-bouffe in één akte, libretto door M. de Saint Rémy, E. L’Epine, Hector-Jonathan Crémieux en Ludovic Halévy
- Apothicaire et perruquier (1861) - Opérette-bouffe in één akte, libretto door E. Frébault
- Le roman comique (1861) - Opéra-bouffon in drie akten, libretto door Hector-Jonathan Crémieux en Ludovic Halévy
- M et Mme Denis (1862) - Opéra-comique in één akte, libretto door Laurencin (Chapelle) en Michel Delaporte
- Le voyage de MM. Dunanan père et fils (1862) - Opéra-bouffon in drie akten, libretto door P. Siraudin en Jules Moinaux
- Les bavards (1862) - Opéra-bouffe in twee akten, libretto door Charles-Louis-Etienne Nuitter naar Cervantes
- Jacqueline (1862) - Opérette in één akte, libretto door P. d'Arcy (Hector-Jonathan Crémieux en Ludovic Halévy)
- La baguette (Fédia) (niet uitgevoerd) - Opéra-comique in twee akten, libretto door Henri Meilhac en Ludovic Halévy
- Il signor Fagotto (1863) - Opérette in één akte, libretto door Charles-Louis-Etienne Nuitter en Etienne Tréfeu
- Lischen et Fritzchen (1863) - Conversation alsacienne in één akte, libretto door P. Dubois (P. Boisselot)
- Les fées du Rhin (1863) - Romantische opera in vier akten, libretto door Charles-Louis-Etienne Nuitter (het lied van het spook is door Ernest Guiraud in Les contes d'Hoffmann verwerkt als de Barcarolle na de dood van Offenbach)
- L'amour chanteur (1864) - Opérette in één akte, libretto door Charles-Louis-Etienne Nuitter en L'Epine
- Les géorgiennes (1864) - Opéra-bouffe in drie akten, libretto door Jules Moinaux
- Le fifre enchanté, ou Le soldat magicien (1864) - Opéra-comique in één akte, libretto door Charles-Louis-Etienne Nuitter en Etienne Tréfeu
- Jeanne qui pleure et Jean qui rit (1864) - Opérette in één akte, libretto door Charles-Louis-Etienne Nuitter en Etienne Tréfeu
- La belle Hélène (1864) - Opéra-bouffe in drie akten, libretto door Henri Meilhac en Ludovic Halévy
- Coscoletto, ou Le lazzarone (1865) - Opéra-comique in twee akten, libretto door Charles-Louis-Etienne Nuitter en Etienne Tréfeu
- Les refrains des bouffes (1865) - Fantasie musicale in één akte, het libretto is verloren gegaan
- Les bergers (1865) - Opéra-comique in drie akten, libretto door Hector-Jonathan Crémieux en Philippe Gille
1866-1870
- Barbe-bleue (1866) - Opéra-bouffe in drie akten, libretto door Henri Meilhac en Ludovic Halévy
- La Vie Parisienne (1866) - Opéra-bouffe in vijf of vier akten, libretto door Henri Meilhac en Ludovic Halévy
- La Grande-Duchesse de Gérolstein (1867) - Opéra-bouffein in drie akten, libretto door Henri Meilhac en Ludovic Halevy
- La permission de dix heures (1867) - Opéra-comique in één akte, libretto door Anne-Honoré-Joseph Duveyrier genoemd: Mélesville en Pierre Carmouche
- Robinson Crusoé (1867) - Opéra-comique in drie akten, libretto door Eugène Cormon en Hector-Jonathan Crémieux
- La leçon de chant électromagnétique (1867) - Bouffonnerie-musicale in één akte, libretto door Ernest Bourget
- Le château à Toto (1868) - Opéra-bouffe in drie akten, libretto door Henri Meilhac en Ludovic Halévy
- L'île de Tulipatan (1868) - Opéra-bouffe in één akte, libretto door Henri Charles Chivot en Alfred Duru
- La Périchole (1868) - Opéra-bouffe in drie akten, libretto door Henri Meilhac en Ludovic Halévy
- Vert-Vert (1869) - Opéra-comique in drie akten, libretto door Henri Meilhac en Charles-Louis-Etienne Nuitter
- La diva (1869) - Opéra-bouffe in drie akten, libretto door Henri Meilhac en Ludovic Halévy
- La princesse de Trébizonde (1869) - Opéra-bouffe in drie akten, libretto door Charles-Louis-Etienne Nuitter en Etienne Tréfeu
- Les brigands (1869) - Opéra-bouffe in drie akten, libretto door Henri Meilhac en Ludovic Halévy
- La romance de la rose (1869) - Opérette in één akte, libretto door Etienne Tréfeu, J. Prével en Charles-Louis-Etienne Nuitter
1871-1875
- Le roi Carotte (1872) - Opéra-bouffe-féerie in vier akten, libretto door Victorien Sardou naar E.T.A. Hoffmann
- Fantasio (1872) - Opéra-comique in drie akten, libretto door Paul de Musset naar A. de Musset
- Le corsaire noir - Opéra-comique in drie akten, libretto door Charles-Louis-Etienne Nuitter, Etienne Tréfeu, en Offenbach (uitvoering als Der schwarze Corsar, 1872)
- Fleurette - Opéra-comique in één akte, libretto door Philippe August Pittaud de Forges en M. Laurencin (uitgevoerd als Fleurette, oder Trompeter und Näherin, 1872)
- Les braconniers (1873) - Opéra-bouffe in drie akten, libretto door Henri Charles Chivot en Alfred Duru
- Pomme d'api (1873) - Opérette in één akte, libretto door Ludovic Halévy en W. Busnach
- La jolie parfumeuse (1873) - Opéra-comique in drie akten, libretto door Hector-Jonathan Crémieux en Ernest Blum
- Bagatelle (1874) - Opéra-comique in één akte, libretto door Hector-Jonathan Crémieux en Ernest Blum
- Madame l'archiduc (1874) - Opéra-bouffe in drie akten, libretto door A. Millaud, Henri Meilhac en Ludovic Halévy
- Whittington (1874) - Opéra-bouffe-féerie in drie akten, libretto door Charles-Louis-Etienne Nuitter en Etienne Tréfeu (ook uitgevoerd als Le chat du diable, 1893)
- Les hannetons (1875) - Revue in drie akten, libretto door Grangé en A. Millaud
- La boulangère a des écus (1875) - Opéra-bouffe in drie akten, libretto door Henri Meilhac en Ludovic Halévy
- Le voyage dans la lune (1875) - Opéra-féerie in vier akten, libretto door Eugène Leterrier, Albert Vanloo en A Mortier
- La créole (1875) - Opéra-comique in drie akten, libretto door A Millaud en Henri Meilhac
- Tarte à la crême (1875) - Valse in één akte, libretto door A. Millaud
- Pierrette et Jacquot (1876) - Opérette in één akte, libretto door J. Noriac en Philippe Gille
1876-1881
- La boîte au lait (1876) - Opéra-bouffe in vier akten, libretto door Grangé en J. Noriac
- Le docteur Ox (1877) - Opéra-bouffe in drie akten, libretto door A. Mortier en Philippe Gille, naar Jules Verne
- La foire Saint-Laurent (1877) - Opéra-bouffe in drie akten, libretto door Hector-Jonathan Crémieux, en A. de Saint-Albin
- Maître Péronilla (1878) - Opéra-bouffe in drie akten, libretto door Charles-Louis-Etienne Nuitter, P. Ferrier en Offenbach
- Madame Favart (1878) - Opéra-comique in drie akten, libretto door Alfred Duru en Henri Charles Chivot
- La marocaine (1879) - Opéra-bouffe in drie akten, libretto door Ferrier en Ludovic Halévy
- La fille du tambour-major (1879) - Opéra-comique, libretto door Alfred Duru en Henri Charles Chivot
- Belle Lurette (1880) - Opéra-comique in drie akten, libretto door Ernest Blum, E. Blau en R. Toché
- Les contes d'Hoffmann (1880, onvoltooid) - Opéra in drie akten, libretto door Jules Barbier
- Mam'zelle Moucheron (1881) - Opérette-bouffe in één akte, libretto door Eugène Leterrier en Albert Vanloo
Arrangementen
- Gaîté Parisienne (1938) - een ballet-pastiche van Offenbach-melodieën van Manuel Rosenthal.
Externe links
- Les folies Offenbach
- Offenbach Edition Keck door d Jean-Christophe Keck
- Oeuvre catalogus en discografie (Duits)
- Informatie van Lessontutor.com
- Informatie van dr Musicals101 site
- Lijst van opera
- Lijst van Offenbach werken
- Informatie over New York productions
- Beelden van Offenbach
- Beelden van Offenbach en verwante onderwerpen
- Gedetailleerde biografische en oeuvregegevens (Frans)
- Artikel van François Coadou over Jacques Offenbach
- œuvrelijst van Jacques Offenbach
Bronnen
- Wikipedia
- Grove Opera Dictionary
- Productiedatabase
Zie de categorie Jacques Offenbach van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |