Gijsbreght van Aemstel - Joost van den Vondel
(Aantal:0)Auteur | Joost van den Vondel |
---|---|
Discipline | Toneel |
Gepubliceerd op | 1637 |
Gepubliceerd te | Amsterdam |
Wereldpremière op | 3 januari 1638 |
Wereldpremière te | Amsterdam |
Synopsis
Gijsbreght van Aemstel handelt over de verwoesting van het middeleeuwse Amsterdam. Het stuk eindigt echter met de belofte – uitgesproken door de engel Rafael – dat de stad in de zeventiende eeuw uit haar as zal herrijzen en zal uitgroeien tot de machtigste en rijkste stad van de wereld.
Achtergrond
Gijsbreght van Aemstel (1637) is het beroemdste toneelstuk uit de Nederlandse theatergeschiedenis en werd geschreven door Joost van den Vondel (1587 - 1679).
Voorbeeld voor Vondel was De Aeneis van Vergilius. De titelheld Gijsbreght was Aeneas, Amsterdam was Troje en Rome in één. Vondel schreef zijn stuk, waarin ook een groot aantal gezongen gedeelten zat, speciaal voor de opening van de allereerste Nederlandse schouwburg, die van Amsterdam. Het stuk werd al snel ieder jaar rond oud en nieuw op het repertoire genomen, veelal samen met De bruiloft van Kloris en Roosje als naspel. Alhoewel er in de jaren zestig van de vorige eeuw aan die traditie een einde kwam, is de Gijsbreght met afstand het meest gespeelde stuk uit de Nederlandse theatergeschiedenis.
Overzichten
Overzicht van uitvoeringen van dit werk en/of producties die op dit werk zijn gebaseerd, en die in Nederland te zien zijn geweest:
Overige ensceneringen
- 1638-1665 : Gezelschap van de Amsterdamse Schouwburg 1638-1665
- 1665-1672 : Gezelschap van de Amsterdamse Schouwburg 1665-1672
- 1677-1699 : Gezelschap van de Amsterdamse Schouwburg 1677-1699
- 1700-1772 : Amsterdamse Schouwburg
- 1785 : Nederduitsche Toneelisten
- 1790 : Amsterdamsche Tooneellisten
- 1797/1798 : Nationale Nederduitsche Tooneellisten
- 1798-1810 : Gezelschap van de Amsterdamse Schouwburg
- 1798-1818 : Nieuw Nationaal Dramatiek Tooneelgezelschap
- 1801 : Nationale Bataafsche Tooneellisten
- 1803 : De Tooneellisten
- 1808 : De Hollandsche Acteurs en Actrices
- 1811-1820 : Gezelschap van de Stadsschouwburg Amsterdam 1811-1820
- 1811-1820 : Zomergezelschap van de Stadsschouwburg Amsterdam
- 1818- : Zuid-Hollandsche Tooneellisten
- 1830 : Gezelschap van de Nederduitsche Schouwburg, Den Haag
- 1904/1905 : Koninklijke Vereeniging Het Nederlandsch Tooneel
- 1919/1920 : Koninklijke Vereeniging Het Nederlansch Tooneel
- 1923 : Koninklijke Vereeniging Het Nederlandsch Tooneel
- 1926 : Vereenigd Tooneel
- 1927 : Vereenigd Tooneel
- 1928 : Vereenigd Tooneel
- 1929 : Vereenigd Tooneel
- 1939-1940 : N.V. Het Nederlandsch Tooneel
- 1975 : Cabaret Lurelei en De Nederlandse Operastichting
Volledige tekst
- [1] uit: Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
Drukgeschiedenis
- Eerste uitgave: Willem Jansz. Blaeu, Amsterdam 1637. (herdrukt in 1638 (2x), 1641, 1650 (2x), 1655, 1659, 1661, 1662, z.j. (ca 1664), ca. 1690, 1699, z.j. (ca. 1700), 1704, 1706 (2x), z.j. (18de eeuw), 1709, 1716, 1720, z.j. (ca. 1727), 1728, 1729, 1745, 1775, 1781, 1792, 1825, 1826 1828, 1832, 1840, 1841, 1845, 1849, 1856, 1859, 1860, 1867, 1868, 1871, 1877, 1887, 1891, 1893, 1894, 1895, 1900 (4x), 1901, 1902, 1903, 1920, 1923, 1927, 1928 (2x), 1941, 1948, 1960, 1961 (2x), 1963, 1974, 1975, 1999)
- In: J. v. Vondel treurspeelen III: Jacob Lescaille, Amsterdam 1647
- In: Vondels Treurspelen: begreepen in twee delen: ’t Amsterdam, Amsterdam 1662
- In: Vondel’s Werken: Sijthoff, Leiden 1800
- In: Viertal treurspelen: K. Fuhri, ’s Gravenhage 1851
- Editie I.M. Schrant, C.C. Hoek, Leiden 1851
- Editie J. van Vloten, Roelants, Schiedam 1877 (herdrukt in 1883)
- In: De werken van J. van den Vondel: Sijthoff, Leiden 1889
- Editie Tijs Terwey, J.B. Wolters, Groningen 1890 (herdrukt in 1893, 1910, 1918, 1921, 1925, 1931 (2x), 1936, 1939, 1941 (2x), 1946, 1950, 1959, 1962, 1965, 1974, 1980)
- In: Vondels Treurspeelen: met aantekeningen van J. van Lennep: Sijthoff, Leiden 1890
- Editie L. Simons, Groningen 1890 (herdrukt in 1893, 1894, 1920, 1929, 1938)
- In: Vondels spelen: ingeleid en toegelicht door R.C. de Klerk en L. Simons: Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur, Amsterdam 1900 (herdrukt in 1911, 1937)
- Editie C.H.P. Meijer, Thieme, Zutphen 1895 (herdrukt en herzien in 1901, 1904, 1907, 1911, 1913, 1916, 1917, 1920, 1925, 1930, 1946, 1953, 1956)
- Editie C.R. de Klerk, ’t Kasteel van Aemstel, Amsterdam 1912
- Editie Hendrik C. Diferee, Willink, Zwolle 1923 (naar de oudste uitgave van 1637) (herdrukt in 1930)
- Editie E.F. van de Bilt, Malmberg, ’s-Hertogenbosch, 1925 (herdrukt in 1939)
- Editie Hendrik C. Diferee, De Torentrans, Utrecht 1929 (met het nastukje 'De bruiloft van Kloris en Roosje')
- Editie R. Blijstra en H. Bruch, Hollandsch Uitgeversfonds, Amsterdam 1930 (herdrukt in 1934)
- Editie Anton van Duinkerken, Uitgeversmaatschappij 'Joost van den Vondel', Amsterdam 1937
- In: Toneelspelen 1625-1668 (ed. Albert Verwey): Amsterdam 1937
- Editie B.H. Molkenboer, 1937 (voor de derde maal herdrukt in 1939) In: Toneelspelen: Elsevier, Amsterdam 1939
- Editie Louis Brounts, Labor, Brussel 1944
- Editie August Lammert Sötemann en toneelaanwijzingen van W.Ph. Pos, Meulenhoff, Amsterdam 1950 (tweede druk) (herdrukt in 1954, 1958, 1961, 1965, 1967, 1975, 1980)
- In: Vondel toneelschrijver : vijf spelen voor studie en opvoering uitgegeven, voorzien van inleidingen, illustraties, regie-aanwijzingen en annotaties (Ph.A. Lansberg en J.E. Veugelers), Tjeenk Willink, Zwolle 1952
- Editie J.J. Mak, Malmberg, ’s-Hertogenbosch 1955 (herdrukt en herzien in 1956, vierde druk in 1961, herdrukt in 1962, 1964, 1966, 1968, 1970, 1973)
- Editie W.A. Omée, Thieme, Zutphen 1961 (herdrukt in 1964, 1975, 1978, 1979)
- In: De wereld is een speeltoneel : klassieke toneelspelen van P.C. Hooft en Vondel, Spectrum, Utrecht 1968 (herdrukt in 1973 (3x))
- In: Klassiek toneel uit de 17e eeuw, Het Spectrum, Utrecht 1985
- Editie M.B. Smits-Veldt, Amsterdam University Press, Amsterdam 1994 (5e herziene druk 2013)
Vertalingen
Duits
- 1867: Gysbrecht van Aemstel: Trauerspiel von Joost van den Vondel aus dem Jahre 1637, vert. G.H. de Wilde
Engels
- 1991: Gijsbrecht van Amstel, vert. Kristiaan P.G. Aercke
Esperanto
- 1932: Gysbrecht van Aemstel: la detruo de lia urbo kaj lia ekzilo: tragedio, vert. Johannes Rijk Gerardus Isbrücker
Afbeelding
Video
Fragment van de enscenering uit 1957, door De Nederlandse Comedie
Tijdschriften
- [2] Gysbreght van Aemstel in de Hofstad
- [3] De costumes van den "Gijsbrecht"
- [4] Een en ander over Kloris en Roosje en de Nieuwjaarswenschen van Thomas-Vaer
- [5] De heer C. van Schoonhoven als Gijsbrecht
- [6] De Gijsbreght-vertooning
- [7] De Gysbreght van Aemstel en de opvoering op het Leidsche Plein
- [8] Amsterdamsche Kroniek Gijsbreght van Aemstel en de Bruiloft van Kloris en Roosje
Quotes
- 'Een onmogelijke taak? Het opwarmen van een lijk? Zolang de man nog leeft - en dat doet hij blijkbaar - zijn er redenen om ernstig met Gijsbrecht bezig te blijven. Op een manier die dat leven kan bevestigen en bevorderen. Bij hem zowel als bij ons.', Guus Rekers in toelichting concept opvoering Publiekstheater, Amsterdam 1975
- ‘Eigenlijk vonden we de Gijsbreght langdradig en stomvervelend, maar mijn vader, die jaren Vosmeer de Spie speelde, had een tekst waar we verlangend naar uitkeken en die ons elke keer de slappe lach bezorgde.
Heer Gijsbreght, straf mij vrij.
ik ben van ’s vijands volk, en waardig om te sterven.
‘k heb mee gezocht uw stad en burgers te bederven,
en duizendmaal verdiend een schandelijke dood.
Ik geef me in Uw hand, geparst door hogen nood.’
We lagen achter het achterdoek, omdat er in de zaal geen plek leeg was, en fluisterden bij de laatste zin ‘hij moet piesen’ om vervolgens niet meer bij te komen van het lachen.’
Germaine Groenier, Een stuk van mijn hart. Amsterdam 1997
- ‘Ik houd niet van Vondel en ik houd al evenmin van Van Hoogstraten. Geen haar op m'n hoofd zou eraan denken hun werk louter om zichzelfs wille te gaan lezen. Ze raken me niet en ze hebben me niets te zeggen.’
Marijke Spies, in: Willem van den Berg & Herman Pleij, Mooi meegenomen, Amsterdam 1997
Geïnspireerd op Gysbreght van Aemstel
- Parodie: Parodie of boertige weerklanken, op de tusschenspraake met Gysbrecht van Aemstel en den bode, overgenoomen uit het vierde tooneel, pagina 42 tot 45, in het vierde bedryf van Gysbrecht van Aemstel, door Joost van den Vondel, waarin het verhaal betreffende het omkoomen en het mishandelen aan Klarisse, op een klugtige en geestige manier word voorgesteld, door het breeken van deszelfs pispot, 1783 (herdrukt in 1805)
- Bewerking: Guus Rekers, Gijsbrecht van Aemstel, 1988
- Hanneke van der Hoeven, Gijsbrecht: Naar Vondels Gysbrecht van Aemstel, 1900
- Verkorte vorm: Ph. André Lansberg, Vondel's Gijsbrecht van Aemstel en Leeuwendalers, 1923 (herdrukt in 1928, 1931, 1935, 1939)
- Muziek: Bernard Zweers, Gysbrecht van Aemstel, 1893
- Alphons Joannes Maria Diepenbrock, Muziek by Gysbrecht van Aemstel van Joost van den Vondel, 1937
- Prozabewerking: Peter de Rooy, Gijsbrecht van Amstel en zijn strijd om Amsterdam, 1964
- Microfilm 35 mm: Alphons Joannes Maria Diepenbrock, Gysbrecht van Aemstel, 1970
- Kinderboek: Edward Adrianus Charles van de Vendel en Hanneke van der Hoeven, Gijsbrecht: naar Vondels Gysbreght van Aemstel, 1998
Secundaire literatuur
- Thomas Theodorus Hendrikus Jorissen, Palamedes en Gysbrecht van Aemstel. Kritische studiën, Amsterdam 1879
- Leo Simons, Studies over Vondel's 'Gysbreght' en over 'Nationaal leven' . 1891-1902, Haarlem 1902
- Hendrik C. Diferee, Het leven en de kunst van den dichter Joost van den Vondel tot de voltooiing van zijn 'Gijsbrecht van Aemstel, Amsterdam 1909
- Ben Albach, [9] Drie eeuwen 'Gijsbreght van Aemstel. Kroniek van de jaarlijksche opvoeringen, Amsterdam 1937
- Ph. André Lansberg en Johan Eduardus Veugelers, Vondel toneelschrijver: vijf spelen voor studie en opvoering uitgegeven, voorzien van inleidingen, illustraties, regie-aanwijzingen en annotaties, Zwolle 1952
- W.A.P. Smit, [10] ‘Hoofdstuk VII Gysbreght van Aemstel 1637’ In: id. Van Pascha tot Noah. Deel 1: Het Pascha - Leeuwendalers. Zwolle 1956, p. 174-219
- W.Gs Hellinga, [11] Rembrandt fecit 1642: de Nachtwacht, Gysbrecht van Aemstel. Amsterdam 1956
- Mieke B. Smits-Veldt, [12] 'Vondels "Gysbregt van Aemstel" onder de loep. Twee gevallen van tekstinterpretatie', in Spektator 17 (1987-1988) 1, p. 381-393
- Karel Porteman, [13] ‘De receptie van ”Gysbreght van Aemstel” in de Zuidelijke Nederlanden.’ In: Spektator 17 (1987-1988), p. 401-412
- [14] Gijsbreght van Amstel, met inleiding en aantekeningen door Mieke B. Smits-Veldt, Amsterdam 1994
- Gees Linnenbank, [15] 'Het spelen van oudere teksten' In: Nederlands in culturele context. Handelingen twaalfde Colloquium Neerlandicum. Internationale Vereniging voor Neerlandistiek, Woubrugge 1995, p. 379-391
- R. van Stipriaan, [16] ‘Gysbreght van Aemstel als tragische held.’ In: De zeventiende eeuw 12 (1996), p. 359-377.
- J. Koppenol, ‘Nodeloze onrust. Het roomse karakter van Vondels Gysbreght van Aemstel.’ In: Nederlandse letterkunde 4 (1999), p. 313-329
- A. Maljaars, [17] ‘”Niet min godvruchtelijck als dapper”’ Gijsbrecht van Aemstel verdedigd tegen zijn critici. In: De zeventiende eeuw. 17 (2001), p. 138-163
- Marco Prandoni, Een mozaïek van stemmen: verbeeldend lezen in Vondels Gysbreght van Aemstel, Hilversum 2007
Zie verder
Voor een interessante verhandeling omtrent de theatervormgeving van dit beroemde toneelstuk over de jaren 1638 t/m 1988, zie deze scriptie van Marije de Nood.
Bronnen
- Productiedatabase
- In Reprise