Anny de Lange
Naam | Anny de Lange |
---|---|
Volledige naam | Johanna Henriette de Lange |
Geboortedatum | 12 november 1917 |
Geboorteplaats | Rotterdam |
Overlijdensdatum | 11 juli 1987 |
Overlijdensplaats | Baarle-Nassau |
Beroep | Acteur |
Discipline | Toneel |
Externe databases: | |
IMDb |
Biografie
Zij was al jong bezig met toneel en gedichten. Op de Arbeiders Jeugd Centrale kwam zij in contact met Jacques van Elsacker die haar les gaf in de voordrachtskunst. Bovendien nam zij ter voorbereiding op de toneelschool, waar zij in de jaren 1939 - 1942 tot de leerlingen behoorde, aan de Rotterdamse Volksuniversiteit lessen van Ko Arnoldi. In 1942 debuteerde zij bij het Gemeentelijk Theaterbedrijf Amsterdam als Zaartje Jans in Thomas Asselijns "Jan Klaasz of de gewaande dienstmaagd". In 1982 zette zij een punt achter haar carrière. In die veertig jaren stond zij elk seizoen op de planken en was bovendien enige tijd docente aan de Toneelschool Arnhem. Ook maakte zij deel uit van de hoorspelkern en is onder andere te horen op diverse (hoorspel)sprookjes-grammofoonplaten uit de jaren '50 en '60. Samen met De Damrakkertjes was zij te horen op grammofoonplaten over Pinkeltje.
Driemaal viel haar een onderscheiding ten deel: in 1959 de Zilveren Bouwmeesterprijs en in 1962 en 1967 de Theo d'Or.
Anny de Lange trouwde in 1946 met etser en lithograaf Ab Sok.
Theater CV
Anny de Lange heeft bijgedragen aan 122 productie(s).
Anny de Lange heeft gewerkt in de volgende functies:
- BeeldtAf - Zie lijst (A-Z) of lijst (datum)
- Uitvoerende - Zie lijst (A-Z) of lijst (datum)
- Persoon - Zie lijst (A-Z) of lijst (datum)
Het gehele overzicht van voorstellingen waaraan Anny de Lange heeft meegewerkt, voor zover geregistreerd in de Theaterencyclopedie:
NB: Bij de carrièreoverzichten zijn de voorstellingen gekoppeld aan de premièredatum. Het kan echter voorkomen dat personen niet aan de première meewerkten, maar pas later bij de voorstelling betrokken raakten.
Kostuums
Bronnen
- Productiedatabase
- Acteurs- en Kleinkunstenaars-Lexicon van Piet Hein Honig, 1984
- Wikipedia