Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


Jeugd in München en Amsterdam

Susi Nicoletti werd op 3 september 1918 in München geboren als Susanne Emilie Luise Adele Habersack.[1] Haar vader Ernst Habersack was Duitser en directeur van een rederij in de Beierse hoofdstad. Haar moeder Consuela Habersack, meisjesnaam Nicoletti, stamde uit het Oostenrijkse Graz, maar had een Italiaanse vader.[2]
Consuela en drie van haar zussen waren actrices. De twee oudsten mochten niet onder de familienaam Nicoletti optreden, want hun vader, een bouwingenieur, had een hekel aan het theatervolk. Pas toen hij zag dat zijn dochters succesvol waren, accepteerde hij hun beroepskeuze. Vervolgens stond hij het de twee jongere meisjes toe, onder de naam Nicoletti op te treden.
Consuela Nicoletti trok zich van de bühne terug, toen haar dochter geboren werd. Dit besluit van haar moeder vond Susi Nicoletti als volwassen vrouw verkeerd. Ze vond dat een vrouw financieel onafhankelijk moest zijn en een eigen beroep moest hebben. Voor Nicoletti was het belangrijk door eigen prestaties erkenning te verwerven.[3]

Toen Susi drie jaar oud was verhuisde het gezin naar Amsterdam, waar haar vader een baan als bankdirecteur kreeg. Het Beierse meisje veranderde stap voor stap naar een kleine Nederlandse. Zomers zat de familie op het strand van Bloemendaal, in december kwamen Sint en Piet uit Spanje en niet meer de “Heilige Nikolaus” uit het Duitse bos. Ze bezocht een school op de Willemsparkweg, leerde fietsen in het Vondelpark en was bijzonder enthousiast over haar lerares Marijke, een jonge, moderne onderwijzeres. Zij deed met de kinderen soms boodschappen om op die manier het rekenen in de praktijk te oefenen en de waarde van geld en goederen duidelijk te maken. Susi had geen huiswerk, wat voor een Duitstalig kind pure luxe was. Ze kende geen schoolangst, aangezien haar lerares de kinderen al in het begin duidelijk had gemaakt dat leren een plezier was en geen straf of een bron van angst.[4]
In Amsterdam bezocht ze 's middags twee balletscholen, want beweging vond ze heerlijk en een goed gevoel voor ritme bezat ze ook. Ze nam lessen bij James Meier[5] en bij Gertrud Leistikow, een Duitse danseres, die in Amsterdam leefde.
Haar eerste publieke optreden vierde Susi Nicoletti in de rol van een dansende ijspegel in een wintersprookje aan de Stadsschouwburg Amsterdam. Voor haar korte solo oogstte ze zo veel applaus dat ze van louter enthousiasme vergat om van de bühne af te gaan. Men moest haar daar vervolgens weghalen.[6]
Susi Nicoletti als Marion in "Dantons Tod" van Georg Büchner. Wiener Burgtheater, 1947.

In 1927 ging Susi Nicoletti met haar moeder terug naar München, want haar grootmoeder was onverwacht ziek geworden en had verzorging nodig. Haar vader bleef alleen in Amsterdam achter, tot twee jaar later zijn bank failliet ging in verband met “black friday”. Hij verhuisde vervolgens alleen als tolk naar Berlijn en het drietal zou nooit meer als gezin samen leven. Wat de oorzaak daarvan was liet Susi Nicoletti in haar memoires in het midden.[7]
Het negenjarige meisje vond het in eerste instantie helemaal niets om Nederland te verlaten. Het betekende voor haar grote veranderingen, vooral op school, want ze kon wel Duits spreken, maar niet lezen en schrijven. Tot haar nieuwe klasgenoten behoorden twee kinderen van de auteur Thomas Mann, Elisabeth en Michael, met wie ze bevriend raakte. Snel was ze ook in Duitsland een uitstekende leerling. Vooral in scheikunde presteerde ze veel beter dan de anderen. Ze weet dat aan haar lessen in Amsterdam, die sterk aan de praktijk georiënteerd waren.[8]

Aangezien ze zo’n goede leerling was, hield ze veel tijd over voor haar danslessen. Drie keer per week bezocht ze voortaan de balletschool van de destijds beroemde Anna Ornelli, twee keer per week kreeg ze lessen van Frances Merz in moderne dans. Als 13 jarige had ze haar eerste optredens als danseres in verschillende sprookjes in de Münchner Kammerspiele, waar ze soms ook al een paar zinnetjes mocht spreken. In München trad de jonge Nicoletti bovendien tijdens carnaval op en bij de zogenoemde “Bunte Abende” (“bonte avonden”), waar meerdere kunstenaars in restaurants of in grote feestzalen het publiek met dans, zang en sketches onderhielden. Op die manier verdiende Susi Nicoletti wat bij en dat kwam toen goed uit, aangezien het geld schaars was in het gezin.[9]
Zo gleed ze al als kind successievelijk in een beroep, dat met haar oorspronkelijke plannen helemaal niets te doen had. Zij wilde van jongs af aan namelijk rechten gaan studeren en zich op verdragsrecht specialiseren. Voor een studie aan de universiteit ontbrak echter het geld, zodat ze zich met volle kracht op een carrière als kunstenares stortte.[10][11]

Solodanseres aan de “Münchner Opernbühne”, actrice aan het “Bayrisches Landestheater" (1933-1935)

Op haar 15e werd Susi Nicoletti solodanseres bij de “Münchner Opernbühne”, een tourneetheater, dat vooral door de Beierse provincie reisde. Ze trad voornamelijk dansend in operettes zoals “Wiener Blut” en “Der Zigeunerbaron” van Johann Strauss jr. op, maar mocht ook al in kleine zang- en spreekrollen verschijnen. Daarnaast was ze ook lid van de cabaretgroep “Die weiβblaue Drehorgel” en nam ze zanglessen, want haar zangstem was te zwak. Haar resumé: ”Meine Stimme war und blieb klein, aber immerhin lernte ich sie richtig zu benutzen.”[12] (Vertaling: Mijn stem was en bleef klein, maar hoe dan ook leerde ik hem juist te gebruiken.)
Vervolgens bezocht ze ook nog de toneelschool van het “Maximilianeum” in München en werd leerling van de actrice Magda Lena. In 1939 vertelde ze in een van haar eerste interviews in Wenen over haar besluit om ook actrice te worden en niet alleen danseres te blijven: ”Es drängte mich, Schicksale zu gestalten, wie ich es bei meiner Mutter gesehen hatte….und war nun entschlossen, denselben künstlerischen Weg zu gehen wie meine Mutter.”[13] (Vertaling: Ik voelde de drang om mensen en hun noodlot op te bühne te vertonen, zoals ik het in het spel van mijn moeder gezien heb…..ik was dus vastberaden om dezelfde artistieke weg in te slaan als mijn moeder.)

Ze had toen dus een buitengewoon drukke periode in haar leven, want tournees, optredens in het cabaret en tijdens carnaval en haar opleidingen in zang en toneel liepen door elkaar heen en moesten goed gecoördineerd worden.
Nadat ze in 1935 haar diploma als actrice gehaald had - maar 7 kandidaten van de 75 waren geslaagd - werd ze door een ander tourneetheater, de “Bayrische Landesbühne”, geëngageerd.[14]
Haar moeder, de ex-actrice Consuela Nicoletti, was daarover niet gelukkig. Ze vond dat Susi zo snel mogelijk een engagement aan een echte schouwburg moest vinden, waar genoeg tijd voor grondige repetities met goede regisseurs was en ze echt iets kon leren. Op de tournees werd volgens haar veel te veel geïmproviseerd, alles moest snel gaan, wat voor de ontwikkeling tot een serieuze actrice averechts werkte.[15]
Haar eerste hoofdrol bij de “Bayrische Landesbühne” was Ännchen in “Jugend” van Max Halbe. Op 25 december 1935 trad ze in diezelfde rol als gast op in Neurenberg (“Stadttheater Nürnberg”).

Destijds werden zowel grote sterren als ook beginnende acteurs als gast uitgenodigd om in een bestaande productie op te treden. Ze moesten dus al na enkele repetities met acteurs en in ensceneringen spelen, die hen helemaal onbekend waren. Sterren werden uitgenodigd, omdat die voor volle huizen zorgden, jonge acteurs voornamelijk om te testen hoe ze door het publiek ontvangen werden.
Aangezien het optreden van Susi Nicoletti succesvol was, bood haar intendant Johannes Maurach[16] een jaarcontract inclusief de optie voor verlenging aan.[17] De jonge actrice accepteerde enthousiast.[18]

Actrice aan het “Stadttheater Nürnberg” (1936-1940)

Susi Nicoletti werd naar het Neurenbergs theater gehaald, omdat een andere actrice het ensemble verlaten had. Ze moest nu alle rollen die haar voorgangster gespeeld had overnemen en kreeg er ook nog nieuwe bij. Dat betekende dat ze in de eerste maanden overdag vaak vijf verschillende rollen moest leren en repeteren. 's Avonds trad ze op, soms tot 36 keer per maand.[19] Dit hoge werkritme leidde tot vermoeidheid en soms ook tot verwarring van al de verschillende figuren die ze te spelen had, maar nooit tot demotivatie. Hier toonde zich al de grote energie en het uithoudingsvermogen, dat voor Susi Nicoletti kenmerkend was. Ze zou ook in de toekomst bijna altijd aan meerdere projecten gelijktijdig werken: repetities en voorstellingen op het toneel, film-, TV- en radio-opnames, lesgeven als toneeldocente.

Als Bianca in “Der Widerspenstigen Zähmung” (“The taming of the shrew”) van William Shakespeare vierde ze haar eerste echte première in Neurenberg, want deze rol had haar voorgangster niet gespeeld. Haar rollen destijds hoorden bij het “Rollenfach” van de “muntere Naive”, ze speelde dus voornamelijk vrolijke, actieve jonge meisjes zonder tragische trekken. ("Rollenfach", zie ook: de pagina van Julia Janssen, de pagina van Alma Seidler en de pagina van Tilla Durieux). Maar zelden trad ze in Neurenberg in klassieke stukken op. Uitzonderingen waren, afgezien van het Shakespeare-stuk, “Minna von Barnhelm” (rol: Franziska) van Gotthold Ephraim Lessing en “Wallenstein” (rol: Thekla) van Friedrich von Schiller. Meestal werd ze in moderne stukken, voornamelijk komedies bezet. De repetities voor de klassieke stukken duurden vijf weken, voor alle overige ongeveer drieënhalve week. Dat was voor een kleine schouwburg destijds een behoorlijk lange tijd. De producties waren vervolgens rond tien tot vijftien keer te zien.
Om haar vaardigheden als danseres niet te verleren trainde ze ‘s ochtends vroeg met het ballet van de opera en danste ze ook weer tijdens carnaval en op andere evenementen. Ze was dankbaar voor elke kans om het huishoudelijke budget te verbeteren, want haar moeder, die zelf maar over een klein inkomen beschikte, woonde bij haar.
Maria Kramer, Susi Nicoletti en Sylvia Devez (van links naar rechts) in "Das Mädel aus der Vorstadt" van Johann Nestroy. Wiener Burgtheater. 25 maart 1941.


NS-tijd

Susi Nicoletti was in Neurenberg regelmatig in sprookjes te zien en, blond en blauwogig zoals ze was, moest ze altijd de prinsesjes spelen. Zelf had ze veel liever als heks opgetreden, bijvoorbeeld in “Dornröschen” (Doornroosje) naar de gebroeders Grimm. Uiteindelijk was ze echter blij dat in dat stuk haar de titelrol toeviel, want de heks moest, op bevel van Gauleiter Julius Streicher, “jüdeln”, dus haar tekst met een overdreven joods accent spreken: De heks was boos en boosheid had in de Nationaal Socialistische (NS)-esthetiek stereotiepe joodse kenmerken zoals kromme neuzen en “jüdeln” dus.[20]

Susi Nicoletti besteedde in haar memoires ruimschoots aandacht aan de NS-tijd, in tegenstelling tot talrijke andere acteurs, die de jaren onder Hitler en hun eigen rol in het toenmalige cultuurleven kort afhandelden.
Nicoletti was door haar engagement in Neurenberg in een van de centra van de NS-beweging beland. Hier vonden tussen 1923 en 1938 elk jaar de “Reichsparteitage” plaats, die uiteindelijk door rond een miljoen mensen bezocht werden.[21] Tijdens deze propagandabijeenkomsten moesten alle toneelkunstenaars van de stad verplicht aanwezig zijn en werden aan Adolf Hitler persoonlijk voorgesteld. Susi Nicoletti had een hekel aan grote massa’s mensen, aan geschreeuw en militairparades. Maar in dit geval was er geen ontsnappen aan. Om deze urenlange evenementen rustig te doorstaan, haalde ze de tulpenvelden uit haar Hollandse kindertijd voor ogen.[22]

Käthe Dorsch, een van de destijds meest belangrijke en beroemdste toneelactrices kwam als gast naar Neurenberg en speelde er de hoofdrol in de muzikale komedie “Das kleine Hofkonzert” van Toni Impekoven/ Paul Verhoeven (tekst) en Edmund Nick (muziek). Susi Nicoletti, die Käthe Dorsch buitengewoon vriendelijk en professioneel vond, viel op dat de grote ster haar tijdens de repetities doordringend observeerde. Ze was onzeker of de blikken van Dorsch een positieve of kritische bedoeling hadden. Toen ze korte tijd later auditie voor de film “Mutterliebe” van Gustav Ucicky deed, werd haar alles duidelijk. Käthe Dorsch, die de hoofdrol in deze film speelde, had Nicoletti voor de rol van haar dochter voorgesteld. Reden: Ze hadden volgens Dorsch dezelfde “Glupschaugen” (uitpuilende ogen), wat haar in Neurenberg direct opgevallen was.[23]
Nicoletti kreeg de rol en draaide in 1939 haar eerste film in Wenen, dat korte tijd later haar thuisstad voor de rest van haar leven zou worden. Nog tijdens de opnames van “Mutterliebe” kreeg ze een aanbod voor een tweede film (“Schmetterlinge”).[24]
Veel belangrijker was voor haar weliswaar dat het “Wiener Burgtheater” zich voor haar interesseerde. Na een auditie bij directeur/regisseur Lothar Müthel werd ze voor drie jaar geëngageerd.[25]

Het is opvallend dat Susi Nicoletti in haar herinneringen heel enthousiast schreef over de samenwerking met zowel Gustav Ucicky als ook Lothar Müthel.[26] Nicoletti, die collega-acteurs en actrices zoals Fred Hennings, Erik Frey, Otto Hartmann, Annie Rosar en Paula Pfluger[27] als overtuigde Nazi’s beschreef, verzweeg de belangrijke rol van deze twee regisseurs in de NS-propagandamachine compleet. Ucicky, een buitenechtelijke zoon van de schilder Gustav Klimt[28], draaide in 1941 de anti-Poolse en antisemitische film “Heimkehr”.[29] Lothar Müthel was verantwoordelijk voor de extreem antisemitische enscenering van “Der Kaufmann von Venedig” van William Shakespeare aan het “Wiener Burgtheater” in 1943.(“Der Kaufmann von Venedig”, 1943, zie ook de pagina van Alma Seidler).

Actrice aan het “Wiener Burgtheater” (1940-1944)

Haar tijd aan het “Wiener Burgtheater” begon turbulent: Niet alleen dat er oorlog heerste zorgde voor onrust maar Susi Nicoletti werd ook zwanger van Ludwig Ptack, een regieassistent en later ook acteur, die ze al tijdens de opnames van “Mutterliebe” had leren kennen. Ptack was de broer van de filmactrice Betty Bird, de eerste vrouw van “Mutterliebe”-regisseur Gustav Ucicky. Nicoletti trouwde met Ptack, die korte tijd later al als soldaat naar het front moest. In september 1940 beviel Nicoletti van een dochter en al op 2 oktober 1940 vierde ze haar debuut aan het “Burgtheater”.
Ze trad in het stuk “Der Franzl” van Hermann Bahr als Gustl Hafferl op.[30] Haar partner was ook nieuw aan het “Burgtheater”, maar vooral door zijn films allang beroemd: Paul Hörbiger.[31][32] De recensenten berichtten heel positief over Susi Nicoletti. De "Kleine Volkszeitung" schreef:

”Susi Nicoletti verlieh der Gusti Hafferl, diesem jungen, innerlich einsamen Geschöpfchen mit der groβen Natursehnsucht, den ganzen Scharm ihres mädchenhaften Wesens. Die Szenen zwischen ihr und dem Franzl, der ihrer Liebe entsagt, bleiben unvergeβlich.”[33]
(Vertaling: Susi Nicoletti verleende haar hele meisjes-charme aan haar figuur Gusti Hafferl, een jong en innerlijk eenzaam wezen vol verlangen naar puurheid. De scenes tussen haar en Franzl, die besluit zonder haar liefde te leven, blijven onvergetelijk.)
"Der Franzl" van Hermann Bahr (rolverdeling, pag. 1). Wiener Burgtheater. 25 oktober 1940. Debuut van Susi Nicoletti aan het Burgtheater.
"Der Franzl" van Hermann Bahr (rolverdeling, pag. 2). Wiener Burgtheater. 25 oktober 1940. Debuut van Susi Nicoletti aan het Burgtheater.

In het "Neuigkeits-Welt-Blatt" was te lezen: ”Im vierten Bild erschien ebenfalls als neue Kraft Susi Nicoletti auf der Bühne. Sie spielte die für den Dichter Stelzhammer schwärmende Gusti Hafferl herzig und mit innigem Ton und fand mit ihrer Leistung warmen Beifall.”[34] (Vertaling: In de vierde scene verscheen Susi Nicoletti op de bühne, ook zij een nieuwe kracht van het Burgtheater. Ze speelde het meisje Gusti Hafferl, dat in vuur en vlam is geraakt voor de dichter Stelzhammer, heel aandoenlijk en met veel gevoel in de stem. Haar prestatie oogstte een hartelijke toestemming van het publiek.)

Haar tweede rol speelde ze in het “Akademietheater”, het kleine huis van het “Burgtheater”: Anna in “Karl III und Anna von Österreich”. In deze komedie voor twee personen van Manfred Röβner had Nicoletti al in Nürnberg gespeeld, ze hield van deze rol en noemde het een ”Bombenrolle” (rol die inslaat als een bom).[35]De criticus van de “Illustrierte Kronen Zeitung” vond het stuk amusant, maar literair bescheiden. Het spel van Nicoletti en haar partner, de later vooral als regisseur bekende Hans Lietzau, noemde hij “ausgezeichnet” (uitstekend).[36]

Susi Nicoletti speelde vanaf nu de ene grote rol na de andere. De titelrol in “Kätchen von Heilbronn” van Heinrich von Kleist gaf haar bijzonder veel plezier, omdat ze in dit stuk uit de epoche van de Duitse romantiek anders als zo vaak geen vrolijk en levendig meisje moest spelen: ”Diese Rolle verlangte Gefühl, Poesie und Romantik, und ich konnte meine Emotionen ausleben.”[37] (Vertaling: Deze rol vroeg om gevoel, poëzie en romantiek. Ik kon mijn emoties helemaal uitleven.)
Een andere belangrijke rol, die buiten het genre van de vrolijke meisjes viel, was Regine in “Gespenster” van Henrik Ibsen naast Käthe Dorsch als Frau Alving en Horst Caspar als Oswald. De grote klassieke acteur Horst Caspar telde ze in een interview nog tientallen jaren later tot een van de meest belangrijke kunstenaars met wie ze ooit had gewerkt.[38]
Ze speelde naast Maria Eis Melitta in de tragedie “Sappho” van Franz Grillparzer, weer een serieuze rol, die haar veel lof van de recensenten opleverde. "Kleine Volks-Zeitung": ”Susi Nicoletti schenkte ihrer Melitta den Reiz und die Unbekümmertheit der Jugend”[39] (Vertaling: Susi Nicoletti gaf haar Melitta het schitterende en de zorgeloosheid van de jeugd.) "Salzburger Zeitung": ”….als er Melitta sieht, die in Susi Nicoletti eine rührend naive Darstellerin von mädchenhafter Anmut fand.”[40] (Vertaling: ….tot hij Melitta ziet, die in Susi Nicoletti een aandoenlijk naïeve vertolkster van meisjesachtige gratie vond.)

Susi Nicoletti, de meesteres van dialecten

Susi Nicoletti trad ook weer naast Paul Hörbiger op; in “Das Mädel aus der Vorstadt” van Johann Nestroy en in “Der Bauer als Millioär” van Ferdinand Raimund. Deze twee volksstukken uit de 19e eeuw zijn in het Weense dialect van deze epoche geschreven. Nicoletti stond bekend voor haar vermogen om in dialecten te spreken zowel op de planken als ook in haar films. Ze schreef in haar memoires dat ze elk Duits dialect imiteren kon op het Neurenbergs na. In de loop van de decennia was in Wenen ook niemand meer echt bewust dat ze oorspronkelijk uit Beieren stamde, zo Weens klonk haar uitspraak inmiddels. Vooral haar kunst de taal van Weense dames uit de hoge kringen te spreken was bekend. Men kan dat vandaag nog horen: Bijvoorbeeld in de film “Die Deutschmeister” (1954)[41] waar ze Comtesse Nanette speelde of in de Oostenrijkse Tv-serie “Ringstraβenpalais” (1980-1989) met Nicoletti als vorstin Slansky.[42]
Het zware Weense dialect van het eenvoudige volk daarentegen lukte haar niet.
Susi Nicoletti als Anna en Hans Lietzau als Karl in "Karl III und Anna von Österreich" van Manfred Rößner. Wiener Burgtheater (Akademietheater). 27 november 1940.
Op de repetities van “Liliom” van Ferenc Molnár, ze speelde Frau Muskat, capituleerde ze: ”Ich verdrehte mir fast die Zunge, quetschte die Vokale, dehnte “EI” und “EU” – doch die richtige Meldodie dieses Praterdialekts gelang mir einfach nicht.” (Vertaling: Ik verdraaide mijn tong bijna, deformeerde de vocalen, rekte “EI” en “EU” uit – maar de juiste melodie van dit dialect uit het Prater-milieu lukte mij niet). (noot: Dit Hongaarse stuk speelt in de Duitse vertaling van Alfred Polgar in het proletarische Weense “Wurstelprater”-milieu. De “Wurstelprater” is een befaamd Lunapark met het reuzenrad als beroemdste attractie.) Susi Nicoletti sprak Frau Muskat vervolgens met Hongaarse accent, dat ze ”aus dem ff beherrschte” (perfect beheerste).[43] Hoe Susi Nicoletti met Hongaars accent klinkt, kan men in de film “Traumrevue” horen.[44]

De jaren 1944-1946

In februari 1944 had Susi Nicoletti in het “Akademietheater” een voor haar diep verstorende belevenis. Ze speelde samen met de later door zijn films internationaal bekende Curd Jürgens in het stuk “Titania” van Friedrich Schreyvogel. Toen ze na het eind van de voorstelling voor het publiek traden en het applaus in ontvangst namen, registreerde ze dat men de stoelen uit de eerste rij verwijdert had. In plaats daarvan stonden er wasmanden met daarin de torso’s van jonge soldaten, mannen in uniform zonder armen en benen.[45]

Op bevel van propagandaminister Joseph Goebbels moesten alle schouwburgen vanaf 1 september 1944 in verband met de bombardementen sluiten. Deze actie werd ook “Theatersperre” genoemd.[46] Het “Burgtheater” was al sterk beschadigd, ook Nicoletti had in de kelder onder de schouwburg een bombardement meegemaakt. De actrice lukte het met haar kinderen (ze had 1942 haar zoon Michael gekregen) en haar moeder bij nacht en ontij uit Wenen richting Westen naar het platteland te vluchten.
Om geld te verdienen trad ze voor Engelse soldaten in Tamsweg in de provincie Salzburg op, dansend en liedjes in het Engels zingend. Haar gage waren levensmiddelen.[47]
In het stadje Bad Ischl in de provincie Opper-Oostenrijk had zich direct na de oorlog de “Künstlergemeinschaft Bad Ischl” gevormd, een groep van bekende artiesten, die met veel gevoel voor improvisatie meerdere producties gelijktijdig op de benen brachten. Susi Nicoletti, die in deze groep had meegewerkt, herinnerde zich later: ”Das Theater war gesteckt voll. Wir waren begeistert. Das Publikum war begeistert. Es war herrlich, nach so langer Zeit wieder unbeschwert spielen zu können und Lachen zu ernten. Uns alle, Zuschauer wie Schauspieler, einte das Gefühl, von jetzt an könne es nur besser werden. Ein goldenes Zeitalter brach an.”[48] (Vertaling: Het theater was vol bezet. Wij waren enthousiast. Het publiek was enthousiast. Het was heerlijk na zo lange tijd eindelijk weer zorgeloos spelen te kunnen en het lachen van de toeschouwers te mogen oogsten. Het publiek en het ensemble had hetzelfde gevoel, namelijk dat vanaf nu alles alleen nog maar beter zou worden. Een gouden tijdperk was aangebroken.)

Destijds werd ze in Salzburg ook medewerkster van de nieuw opgerichte radiozender “Rot-Weiβ-Rot”, die onder toezicht van de Amerikanen stond. De naar de kleuren van de Oostenrijkse vlag benoemde zender had als doelstelling de bevolking pro-Amerikaans te beïnvloeden en na zeven jaar nationaalsocialisme prodemocratisch op te voeden.[49]
Het duurde nog tot ze weer naar Wenen terugging: In september 1945 speelde ze namelijk aan het “Salzburger Landestheater” de titelrol in “Ingeborg” van Curt Goetz. Deze komedie werd ook voor de radiozender “Rot-Weiβ-Rot” opgenomen. Rond dezelfde tijd trad ze ook in Bad Ischl in een stuk van Goetz op, “Hokuspokus”, weer met het ensemble van de “Künstlergemeinschaft Bad Ischl”.[50]

Een bijzondere uitdaging wachtte Susi Nicoletti, toen de Amerikaanse “United States Forces in Austria” (USFA) haar aanbood de vrouwelijke hoofdrol in “Private Lives” van Noel Coward te spelen; in het Engels. Dit stuk over het gescheiden echtpaar Helen en Victor, dat elkaar per toeval in een hotel tegenkomt, juist als ze er met hun nieuwe partners logeren, is heel tekst- en temporijk. Daarvoor schrok Nicoletti in eerste instantie terug, maar uiteindelijk nam ze het aanbod toch aan, want de gage was goed en de repetities zouden in Wenen plaats vinden. Ze wilde zo snel mogelijk terug naar Wenen om haar contract met het “Burgtheater” te reactiveren. De première van “Private Lives” aan het “Landestheater Linz” was een groot succes, het publiek, Amerikaanse soldaten, floten enthousiast, wat, zo leerde Nicoletti, anders als in de Duitstalige landen, in Amerika toestemming betekende. Later ging ze met dit stuk op tournee en speelde het ook voor Britse soldaten.[51]

Ook direct na de oorlog begon haar medewerking aan de “Salzburger Festspiele”. In 1946 gaf ze er als Smeraldina in “Diener zweier Herren” van Carlo Goldoni haar debuut.[52] In 1950 speelde ze Viola in “Was ihr wollt” van Shakespeare, vanaf 1961 meerdere jaren Marthe Schwertlein in “Faust I” van Johann Wolfgang von Goethe, in 1967 Crescence in “Der Schwierige” van Hugo van Hofmannsthal.[53] In de zomers van 1983 tot 1989 was ze in Salzburg als moeder in “Jedermann” van Hofmannsthal te zien. Deze opvoering werd ook voor de televisie opgenomen.[54]

Wiener Burgtheater (1946–1958)

Tot het “Burgtheater” na de oorlog herbouwd en in 1955 heropend werd, speelde het ensemble in het vroegere variététheater “Ronacher”, in de “Redoutensäle” van het voormalige keizerlijke slot “Hofburg” en in het “Akademietheater”. De actrice Rosa Albach-Retty herinnerde zich in haar memoires dat sommige acteurs het onacceptabel vonden om in het “Ronacher” op te treden: “Wir sollen da spielen, wo dressierte Hunde getanzt haben und Clowns herumgesprungen sind?” De toenmalige directeur van het Burgtheater, de acteur en regisseur Raoul Aslan antwoordde droog: “Die Burg ist dort, wo wir spielen. Sie lebt in ihren Künstlern und nicht in einem Bauwerk”[55] (Vertaling: Wij moeten spelen waar vroeger gedresseerde hondjes gedanst en clowns hun nummers opgevoerd hebben?....De Burg (=Burgtheater) is daar, waar wij spelen. Het Burgtheater leeft door zijn kunstenaars en is niet aan een gebouw gebonden.)

De uitdagingen voor de acteurs waren in de eerste tijd groot, want zowel elektriciteit als verwarmingsmateriaal waren schaars. Het publiek zat in mantels in de zaal, maar de acteurs hadden het koud, vooral de dames, als ze kostuums met decolleté droegen. De mensen hadden honger, sommige acteurs vielen tijdens repetities flauw. Rosa Albach-Retty in haar herinneringen: “Und doch: mit welcher Hingabe spielten wir! Und mit welcher Begeisterung saβ das Publikum in dem ungeheizten Saal. Nie zuvor und niemals nachher herrschte im Haus eine solche Stimmung.[56] (Vertaling: Maar met wat van een inzet speelden wij! En met welk enthousiasme zat het publiek in de onverwarmde zaal. Nooit eerder en nooit meer daarna heerste een zulke stemming in het huis.)
Susi Nicoletti schreef over de opvoeringen na de oorlog: ”Damals war die Stärke des Burgtheaters, daβ jeder ein Protagonist war. Alle diese Vorstellungen – jede für sich – waren makellos, das Publikum ging wie beschenkt nach Hause….das Burgtheater verfügte über einen wahren Reichtum an Talenten, Persönlichkeiten und Vollprofis….Niemand verlangte geregelte Probenzeiten. Wichtig war nur, daβ der Betrieb reibungslos ablief.”[57] (Vertaling: Toen was de sterkte van het Burgtheater dat iedereen een protagonist was. Alle producties waren perfect, het publiek ging na de voorstelling gelukkig naar huis….Het Burgtheater beschikte destijds over een ongelofelijke rijkdom aan talenten, persoonlijkheden en echte professionals…Niemand eiste geregelde tijden voor de repetities. Het enige wat telde was, dat alles soepel liep.)
Susi Nicoletti als Marie Heink en Peter Weck als Dr. Jura in "Das Konzert" van Hermann Bahr. Wiener Burgtheater (Akademietheater). 10 oktober 1963.

Tot haar belangrijke rollen in de eerste naoorlogse jaren telden Cleopatra in “Cäsar und Cleopatra” van George Bernard Shaw, Viola in “Was ihr wollt” en Katharina in “Der Widerspenstigen Zähmung” van William Shakespeare, Anitra in “Peer Gynt” van Henrik Ibsen, Colombine in “Der Lügner” van Carlo Goldoni en Marion in "Dantons Tod" van Georg Büchner. Verder speelde ze hoofdrollen in de moderne successtukken “Theophanes” van Theo Lingen/Franz Gribitz en in “So war Mama” van John van Druten.[58]

In het jaar 1953 vroeg ze voor een filmrol vrijaf van het Burgtheater aan. De dramaturg en codirecteur Ernst Buschbeck wees dit verzoek af, wat Nicoletti woedend maakte, want de gage, die men haar voor de film aanbod, was hoog. Uit wraak speelde ze haar volgende rol aan het Burgtheater, Charlotte Rosenzopf in “Ollapotrida” van Alexander Lernet-Holenia, met de gebaren en de spraakductus van Buschbeck. De regisseur Ulrich Bettac reageerde enthousiast en de filmregisseur Franz Marischka (“Sissi”) engageerde haar voor zijn volgende film “Der Feldherrenhügel” en eiste dat ze haar rol weer als Buschbeck-parodie speelde. Susi Nicoletti zag zichzelf op dit moment op de weg naar een nieuw “Rollenfach”, namelijk de “Salonkomikerin” (saloonkomiek).[59] Vooral in haar films, maar ook in talrijke theaterrollen, speelde ze dames uit het hogere milieu met sterk komische, vaak groteske trekken en schuwde ook de overdrijving niet.
In haar memoires constateerde Nicoletti rond 1969 opnieuw een wissel van “Rollenfach”. Ze speelde toen voor de eerste keer in een stuk van Edward Albee, “Alles im Garten”. Haar rol: Geen doorgedraaide dame van hoge stand, maar een hoerenmadame, ”eine kühl kalkulierende, klare Geschäftsfrau, die keine Details interessierten, sondern nur Geld.” (Vertaling: …een kil berekende, glasheldere zakenvrouw, die niet aan details geïnteresseerd is, maar alleen aan geld.)
Ook in haar volgende rol vertoonde ze weer een vrouw uit het roodlicht-milieu. Ze speelde de eigenares van een bordeel in “Celestina” van Fernando de Rojas.[60]

Theater in der Josefstadt (1958-1963, 1992-2005) en Burgtheater (1963-1992)

Door haar werk bij de radiozender “Rot-Weiβ-Rot” leerde Nicoletti in 1946 Ernst Haeusserman kennen, die er toen een leidende functie had. De zoon van de beroemde Burgtheater-acteur Reinhold Häussermann was in zijn jeugd ook als acteur aan deze bühne verbonden geweest. Anders als de meeste Duitstalige acteurs arrangeerde hij zich niet met het NS-regime, maar emigreerde vrijwillig naar de Vereinigde Staten. Hij noemde zich voortaan Ernst Haeusserman en niet meer Häussermann, verwierf de Amerikaanse nationaliteit en werd assistent van de eveneens geëmigreerde Regisseur Max Reinhardt. Bovendien diende hij drie jaar lang als soldaat onder het commando van de latere US-president Ronald Reagan.
In 1946 keerde Haeusserman naar Oostenrijk terug waar hij tot zijn dood in 1984 een centrale rol in het culturele leven zou spelen: onder ander als directeur van het “Theater in der Josefstadt” (1954-1958 en 1977-1984) en van het “Wiener Burgtheater” (1958-1968), als regisseur in Wenen en Salzburg en als docent aan de toneelschool “Max Reinhardt Seminar” te Wenen. Hij was het ook die de weduwe van Max Reinhardt, Helene Thimig, uit de emigratie in Amerika naar Oostenrijk terughaalde en haar een positie bij de “Salzburger Festspiele” aanbood, het zomerse festival, dat Reinhardt onder anderen samen met Hugo von Hofmannsthal opgericht had.[61]
De jonge Ernst Haeusserman en Julia Janssen in "Summa cum laude" van Franz Karl Franchy. Wiener Burgtheater. 23 october 1937.

Hauesserman en de intussen gescheiden Nicoletti werden een paar en trouwden. Toen hij in 1958 tot directeur van het “Wiener Burgtheater” benoemd werd, nam Nicoletti voor enkele jaren een engagement aan het “Theater in der Josefstadt” aan. Op die manier wilde ze voorkomen dat men haar van protectionisme zou verwijten.
In de loop van de eeuwen waren meerdere directeuren van het “Burgtheater” met actrices van dezelfde schouwburg getrouwd geweest, wat vaak tot turbulente situaties geleid had. Het beroemdste geval was het echtpaar Stella Hohenfels (1857-1920) en Alfred von Berger (1853-1912). Hohenfels mocht tijdens de korte ambtsperiode van haar echtgenoot (1910-1912) niet aan het “Burgtheater” optreden. Uit protest en met succes verbood ze andere actrices vervolgens dat ze de rollen overnamen, die zij eerder gespeeld had. Daardoor konden vooral belangrijke klassieke stukken niet tot opvoering komen. Noodgedwongen moest men alleen op noviteiten zetten, wat een goed gevarieerd repertoire onmogelijk maakte.
Ook liet Hohenfels haar garderobe afsluiten, zodat geen andere actrice ervan gebruik kon maken.[62]

Susi Nicoletti bleef van 1958 tot 1963 aan het “Theater in der Josefstadt”, keerde dus nog in de directietijd van haar echtgenoot naar het “Burgtheater” terug.
Een hoogtepunt voor haar in de late jaren zestig was de “Welttournee des Burgtheaters”, die bijna drie maanden duurde en, zoals ze in haar memoires schreef, op “drie continenten, acht staten, 64 steden” plaatsvond. Nicoletti trad onder andere als Marie in de komedie “Das Konzert” van Hermann Bahr op en als Mutter Miller in de klassieke tragedie “Kabale und Liebe” van Friedrich von Schiller.[63]

In 1974 beleefde ze de voor haar hele leven belangrijkste samenwerking met regisseur Giorgio Strehler, onder wiens leiding ze de rol van Giacinta speelde in “Die Trilogie der Sommerfrische” van Carlo Goldoni. Ze schreef: ”Ich hätte alles gespielt, nur um mit ihm arbeiten zu dürfen. Strehlers Ideenreichtum und seine musikalische Empfindung machte es uns Schauspielern schwer und leicht zugleich. Aber sobald er merkte, man fährt auf dem richtigen Gleis, lieβ er uns völlige Freiheit der Gestaltung….Und ich ging jeden Tag von der Probe weg, in dem Gefühl, unendlich viel geschenkt bekommen zu haben.”[64](Vertaling: Ik zou alles gespeeld hebben, alleen maar om met hem te mogen werken. Zijn fantasie en zijn muzikale sensibiliteit maakten ons acteurs het werk makkelijk en moeilijk tegelijk. Echter zodra hij voelde dat men de juiste weg had ingeslagen liet hij ons volledige creatieve vrijheid…En ik verliet de repetities elke dag weer met het gevoel oneindig veel geschonken te hebben gekregen.)
Twee jaar later vierde ze onder de regie van haar echtgenoot Haeusserman een groot succes als de huishoudster Rosa in de komedie “Der Raub der Sabinnerinnen” van de Oostenrijkse broers Paul von Schönthan en Franz von Schönthan. Dit stuk telt sinds zijn eerste opvoering in 1883 tot een vast onderdeel van het Duitstalige toneelrepertoire. Susi Nicoletti kon in haar rol nog een keer bewijzen dat ze een vakvrouw voor dialecten was, want ze sprak haar rol in Saksisch. Die opvoering werd ook door de Oostenrijkse Televisie (ORF) opgenomen.[65]

In 1986 werd Claus Peymann directeur van het "Burgtheater". Dit leidde snel tot grote ophef onder het ensemble, want hij bracht talrijke acteurs uit zijn vroegere theater, het “Schauspielhaus Bochum”, mee. Peymann zorgde ook door diverse kritische kranteninterviews, onder andere in de Hamburger “Zeit”, voor slechte stemming onder de acteurs. Zijn resumé was dat hij de Weense acteurs lui vond, dat ze nog nooit echt gerepeteerd hadden en dat het "Burgtheater" überhaupt onbestuurbaar was. ("Claus Peymann, directeur van het “Wiener Burgtheater”, 1986-1999", zie ook: de pagina van Claus Peymann en de pagina van Erika Pluhar).
Susi Nicoletti ging 1992 met pensioen, omdat ze de vijandige situatie aan het “Burgtheater” ondragelijk vond en nam vervolgens weer een engagement van het “Theater in der Josefstadt” aan. Hier was in hetzelfde jaar een andere beroemde “Salonkomikerin” overleden, namelijk Vilma Degischer, die het Nederlandse publiek vandaag nog uit de drie “Sissi”- films kent. Ze vertolkte er de “boze” schoonmoeder van Sissi, Erzherzogin Sophie.[66]
Nicoletti kon dus een vacature invullen en speelde er tot haar dood nog verschillende grote rollen, onder andere Madame Pernelle in “Tartuffe” van Molière, Miriam in "Der falsche Jacobson" van James Sherman en Stefanie in "Die spanische Fliege" van Franz Arnold en Ernst Bach.
De grootmoeder in “Acht Frauen” van Robert Thomas, beroemd door de verfilming van Francois Ozon (“8 femmes”, 2002), kon ze wegens haar hartziekte niet meer spelen.[67]

Susi Nicoletti als docente: “Max Reinhardt Seminar”, Wien (1955 -1989) en Musicalcursus, Salzburg (1978–1984)

Max Reinhardt Seminar. Wien.
Susi Nicoletti was niet alleen een beroemde actrice, maar ook een van de bekendste Oostenrijkse toneeldocentes.
In 1955 bood haar de leiding van het gerenommeerde “Max Reinhardt Seminar” in Wenen een contract aan, dat ze met vreugde accepteerde.[68]
Ze zou vervolgens tot 1989 aan dit instituut “dramatische lessen” geven, dus met jonge mensen heel praktisch en concreet rollen instuderen. Van urenlange improvisatieoefeningen hield ze weinig; ze gaf er de voorkeur aan om zo snel mogelijk met de studenten op een professionele manier aan te slag te gaan. Hiertoe telde bijvoorbeeld dat de jonge lui naast hun eigen rol ook de inhoud van het hele stuk moesten kennen, wat volgens Nicoletti niet vanzelfsprekend was. Ze eiste verder dat de studenten zich intensief met de historische achtergrond van de epoche bevatten, waarin het stuk ontstaan was en de biografie van de auteur kenden. Ook deze basale kennis mistte ze vaak bij haar studenten toen ze als docente aantrad.
Bijzonder oogmerk legde de vroegere danseres op een volmaakte beheersing van het lichaam om elke gedachte lichamelijk vorm te kunnen geven. Ook dat was in de jaren vijftig nieuw, want het onderwijs concentreerde zich destijds voornamelijk op stem-, adem- en spreektraining.[69]

Nicoletti streefde dus naar een mogelijk veel omvattende opleiding voor haar leerlingen, zoals de eerste eigenaar van de school, de Oostenrijkse regisseur, acteur en intendant Max Reinhardt, het gewenst had. Reinhardt had al in 1905 een toneelschool opgericht, in Berlijn.[70] Deze hoorde bij het Deutsches Theater, dat Max Reinhardt tussen 1905 en 1932 leidde.[71] Toen hij in 1929 tijdens de opening van zijn nieuwe school in Wenen de eerste studenten toesprak, benadrukte hij bijna profetisch wat voor het toneel van de toekomst van belang zou zijn: “…die vollkommene Meisterung des Handwerkes, die souveräne Beherrschung des Wortes und der Stimme, die gründliche, musikalische, rhytmische, tänzerische, sportliche, ja sogar akrobatische und auch die gesangliche Ausbildung wird in Zukunft vom Schauspieler verlangt werden…”[72] (Vertaling: …de volmaakte technische beheersing van het vak, de soevereine beheersing van woord en stem, een grondige scholing in de disciplines muziek en ritme, dans, sport, zelfs acrobatiek en zang zullen van de acteur van de toekomst geëist worden…)

Susi Nicoletti gaf haar studenten naast een professionele opleiding ook talrijke algemenere adviezen mee op de vaak moeilijke weg naar het toneel:

Susi Nicoletti als Miriam in "Der falsche Jacobson" van James Sherman. Theater in der Josefstadt (Kammerspiele). 10 december 1992.
  • Een acteur moet een té grote sensibiliteit heel snel afleren. Hij mag kritiek van een regisseur of leraar nooit als kwetsing of belediging opvatten, maar als hulp.[73]
  • Wie naar zekerheid streeft, zowel artistiek als ook financieel, kan beter een ander beroep zoeken. Bij het toneel bestaat geen zekerheid, je wordt altijd gemeten aan jouw laatste succes en maar weinigen is het gegund door acteren rijk te worden.[74]
  • Jonge acteurs zouden zich na hun afgesloten opleiding niet laten verleiden om met tv-reclame of onbenullige tv-rolletjes snel veel geld te willen verdienen. Uit haar ervaring was het meestal na enkele jaren weer voorbij met dit soort lucratieve opdrachten. De jonge acteurs hadden het daarna vaak moeilijker om een engagement bij een schouwburg te vinden, omdat ze inmiddels door de intendanten niet meer als echte beginners gezien werden. Ook hadden ze door hun tv-werk financiële verwachtingen, die een theaterdirecteur voor een beginnend acteur niet bereid was te vervullen.[75]
  • Een acteur zou zich niet te goed moeten voelen om zijn carrière aan een klein theater te beginnen. Jonge mensen kunnen er talrijke rollen, grote en kleine, uitproberen en fouten tellen er minder zwaar als aan een hoofdstadbühne. Belangrijk vond ze het wel dat de jonge acteurs altijd hun eigen hoge standaard in het vizier hielden. Mocht het speelniveau aan kleine theaters in de provincie soms ook lager zijn: Zolang men tegenover zichzelf streng en kritisch blijft, zijn handwerk op peil houdt en zich niet door de slordigheid van anderen laat besmetten, speelt dat geen rol.[76]
  • Sommige jonge acteurs zijn niet alleen door hun talent, maar ook door hun eigen innerlijke stabiliteit geschikt om direct na de school aan een groot huis zoals het “Wiener Burgtheater” te beginnen. Anderen hebben deze kracht nog niet. Deze adviseerde ze eerst een tijd aan een kleine bühne ervaringen te verzamelen en pas later de weg naar een grote schouwburg te riskeren.[77]
  • Een beginnende acteur moet zonder pijn en verdriet van een uitgebreid privéleven kunnen afzien, anders leeft hij in een permanente stresstoestand. Dit beroep kost veel tijd en concentratie. Een jong acteur moet er makkelijk tegen kunnen om elk seizoen naar een andere schouwburg te wisselen. Pas na enkele jaren, als men met veel geluk ergens vast geëngageerd is, houdt men meer tijd voor een privéleven over.[78]


In 1979, het “Max Reinhardt Seminar” vierde toen zijn vijftigjarig bestaan, publiceerde Nicoletti (samen met de auteur Leo Mazakarini) het boek “Wege zum Theater – Max Reinhardts Schüler”. Daarin speurde ze de loopbanen van vroegere studenten na. Ze bezocht ze voor interviews, zelfs in de Verenigde Staten, waar talrijke van hen leefden en werkten. Haar resumé: Van de destijds 1500 ex-leerlingen hadden 450 een vast engagement aan een Duitstalige schouwburg. Andere werkten bij de film als cutter of decorontwerpers, vooral in Hollywood. Weer anderen hadden bijvoorbeeld na of parallel met hun opleiding tot acteur of regisseur een studie rechten gedaan en werkten inmiddels als juristen.[79][80]
Tot de bekendste studenten van Susi Nicoletti behoren Erika Pluhar, Senta Berger, Heidelinde Weis, Klaus Wildbolz, Klaus Löwitsch en de internationale filmsterren van de jaren zestig Marisa Mell en Maria Perschy.

In de jaren zestig en zeventig, toen het voor Oostenrijk nieuwe genre “musical” de planken veroverde, stelde Nicoletti vast, dat de overgangen van zang-, dans- en spreekpassagen vaak niet zo vloeiend en natuurlijk overkwamen als in Amerikaanse musicalproducties.[81] Om hier iets aan te veranderen, richtte ze in 1978 met “enkele andere idealisten” zomercursussen voor musical in Salzburg op. De leraren waren internationaal, evenals de studenten: De Nederlandse Pia Douwes en de Duitse Ute Lemper tellen vandaag tot de meest bekende leerlingen van Nicoletti die haar musicalcursussen bezocht hebben.[82]

Film en TV

De Duitse interviewer Harald von Troschke begon zijn gesprek met Susi Nicoletti met de informatie dat de actrice in Duitsland vooral door meestal onbenullige filmrollen bekend was en niet als serieuze toneelactrice. Hij was er van overtuigd dat Nicoletti, was ze Amerikaanse geweest, in Hollywood een wereldcarrière had gemaakt.[83]
Voor Nicoletti betekende film vooral een bron van inkomsten. In de jaren vijftig en vroege jaren zestig, toen haar activiteit voor de camera het grootst was, draaide men in Oostenrijk en Duitsland voornamelijk komedies, want het naoorlogse bioscooppubliek zocht afleiding. De confrontatie met het NS-verleden in films begon pas later.
In 1995 speelde ze dan ook in een dergelijke film mee, namelijk in “Comedian Harmonist” (regie: Joseph Vilsmayer) als Frau Grünbaum. Deze film ging over een legendarisch zangensemble, dat in het Berlijn van de jaren twintig en vroege jaren dertig heel populair was. Aangezien er meerdere leden joods waren, werd dit succesverhaal door de Nazi’s bruut stopgezet.[84]
Nicoletti draaide meer dan negentig films.[85] Een van haar beste rollen op het witte doek was Madame Houpflé in de verfilming van de Thomas-Mann-roman “Bekennntnisse des Hochstaplers Felix Krull” onder de regie van de komediespecialist Kurt Hoffmann.[86]

Susi Nicoletti werkte al in de jaren vijftig voor de tv, toen men na wekenlange repetities live voor de camera speelde. Haar eerste tv-optredens waren in de NWDR-producties (Hamburg) “Frau Mozart” (Regie: Ludwig Berger)[87] en “La Bridge und das Gesetz” (Regie: Michael Kehlmann), beiden in januari 1955 uitgezonden. Ze telde deze twee vroege tv-producties tot het meest uitdagende werk in haar carrière, want het vergde extreme precisie, elke beweging moest exact uitgevoerd worden, elke fout “werd door de camera geregistreerd”.[88]

Laatste jaren en dood

In 1993 vertoonde Susi Nicoletti zich aan het “Theater in der Josefstadt” als grootmoeder in “Geschichten aus dem Wienerwald” van Ödön von Horvarth. Ze speelde een boosaardige, genadeloze oude vrouw die haar achterkleinkind vermoord, omdat het buitenechtelijk geboren was. Deze rol betekende voor haar, zoals ze schreef, nog een keer een wissel van “Rollenfach”, want gemene, gewetenloze figuren had ze nog nooit gespeeld.[89]
Susi Nicoletti als Großmutter en Elfriede Ramhapp (rechts) als Mutter in "Geschichten aus dem Wienerwald" van Ödön von Horvarth. Theater in der Josefstadt. Wien, 03 februari 1994.

Een van haar laatste grote rollen speelde Susi Nicoletti in 1996 niet in een schouwburg, maar in het vroegere “Sanatorium Purkersdorf” in de buurt van Wenen: de oude Alma Mahler (er traden ook drie jongere Almas op) in “Alma – a show biz ans Ende” van Joshua Sobol onder de regie van Paulus Manker. Onder dezelfde regisseur werd het stuk in 1999 ook verfilmd, weer met Susi Nicoletti als oude Alma Mahler.[90]

Susi Nicoletti had in haar laatste levensjaren naast haar huis in Wenen ook een appartement in San Diego om tijd met haar kinderen en kleinkinderen te kunnen doorbrengen.[91] Beide kinderen waren naar de Verenigde Staten geëmigreerd, haar zoon Michael Haeusserman werkte er ook als acteur.
De actrice Susi Nicoletti overleed op 5 juni 2005 in Wenen en vond op het Weense “Döblinger Friedhof” in een eregraf haar laatste rustplaats.[92]

Onderscheidingen en titels

In 1955 werd Susi Nicoletti de titel “Kammerschauspielerin” toegekend en in 1983 werd ze tot “Ehrenmitglied” (erelid) van het “Wiener Burgtheater” benoemd. Als docente van het “Max Reinhardt Seminar” droeg ze sinds 1961 de titel “Professor”.[93] ("Kammerschauspielerin, Erelid", zie ook: de pagina van Elisabeth Orth)
- 1977: “Ehrenkreuz für Wissenschaft und Kunst 1. Klasse”
- 1979: “Ehrenmedaille der Bundeshauptstadt Wien in Gold”
- 1997: “Johann-Nestroy-Ring der Stadt Wien”
- 2004: “Undine Award für ihr Lebenswerk als Nachwuchsförderin”
- 2005: “Goldenes Ehrenzeichen für Verdienste um das Land Wien”[94]

Susi Nicoletti in Nederland

In 1954 kwam het “Wiener Burgtheater” met drie producties naar het Holland-Festival: “Nathan der Weise” van Gotthold Ephraim Lessing ("Nathan der Weise in Nederland, 1954", zie ook: de pagina van Julia Janssen), “Liebelei” en “Komtesse Mizzi” van Arthur Schnitzler ("Komtesse Mizzi in Nederland, 1954", zie ook: de pagina van Alma Seidler).[95][96]
De twee stukken van Schnitzler werden op één avond opgevoerd.[97] Susi Nicoletti was als Mizzi Schlager in “Liebelei” te zien, een wat oppervlakkig meisje en de beste vriendin van de tragische hoofdfiguur Christine Weiring, die door Inge Konradi vertolkt werd.

“Liebelei” dateert uit 1894 en hoort bij de vroegste en meest succesvolle toneelwerken van Arthur Schnitzler. Het werd in 1895 in het “Wiener Burgtheater” voor de eerste keer vertoond, trouwens met de uit Rotterdam stammende actrice Adele Sandrock in de hoofdrol (Christine Weiring).[98]
Het stuk werd ook meerdere keren voor de bioscoop en de tv verfilmd. De beroemdste verfilming stamt van Max Ophüls, die het werk in 1933 met Magda Schneider als Christine voor het witte doek adapteerde. [99] Haar dochter Romy Schneider speelde in 1958 dezelfde rol in de film “Christine”.[100]

Deze liefdestragedie vol met voor Schnitzler typische motieven zoals de liefde tussen mensen uit verschillende sociale klassen, overspel, duellen en zelfmoord uit liefdesverdriet, werd door de Nederlandse kritiek in 1954 al als ietwat verouderd beschouwd.
- “Na zoveel jaar is dit naturalisme, zelfs het getemperde, melancholische naturalisme van Arthur Schnitzler, wel gedateerd.''”, schreef bijvoorbeeld Jos P. in “Het Binnenhof”.[101]
Susi Nicoletti als Mizzi Schlager, Hans Moser en Inge Konradi als Christine (van links naar rechts) in "Liebelei" van Arthur Schnitzler. Wiener Burgtheater (Akademietheater). 12 juni 1954.
Haar medewerking bij het Holland-Festival was voor Susi Nicoletti in dubbel opzicht belangrijk en onvergetelijk, zoals ze het in haar memoires beschreef. Aan de ene kant betekende het voor haar een terugkeer naar het land en de stad (Amsterdam) van haar vroege jeugd. Om haar eigen kinderen te laten zien waar ze opgegroeid was, reed ze met hen in haar auto al vroeger naar Nederland dan de rest van het ensemble, die later per trein volgde. Ze was verbluft dat haar vroegere woonhuis en de school aan de Willemsparkweg onveranderd waren, ze vroeg zich af wat uit haar lerares was geworden en ze bezocht met haar kinderen het Vondelpark, waar ze ooit had leren fietsen.
Wat zich weliswaar ook in haar geheugen prentte; In de nacht toen het ensemble van het “Wiener Burgtheater” in de trein naar Amsterdam zat, werd Nicoletti door haar man Ernst Haeusserman gebeld. Hij vertelde haar dat de directeur van het “Burgtheater”, Josef Gielen, zojuist ontslagen en door Adolf Rott en Friedrich Schreyvogel vervangen was. Josef Gielen begeleidde op dit moment de acteurs van het “Burgtheater” naar Nederland en wist nog niets van deze actie. Pas de volgende dag las hij het voor hem slechte nieuws in de krant, want Nicoletti had zich niet bevoegd gevoeld om hem op te hoogte te brengen.[102] Voor haar vertolking in “Liebelei” oogstte Susi Nicoletti heel vriendelijke recensies. Zo schreef Jan Ubink van het “Nieuwsblad van het Noorden” bijvoorbeeld:
- ”….Susi Nicoletti, die men ook van de film kent, zette de levenslustige vriendin Mizzi raak op de planken.”[103]
Alfred Kossmann merkte in zijn recensie voor “Het vrije volk: democratisch-socialistisch dagblad” op, dat de Oostenrijkers een heel traditionele manier van toneelspelen pleegden, maar het publiek desondanks op hoog niveau vermaakten:
- ”Zij zoeken niet naar originaliteit van toneelbeeld en regie; zij voegen geen modernistische effecten in. Hun werk is toegespitst op de persoonlijke acteurs-prestatie en voor lichtelijk pathetische effecten schrikken zij niet terug.”
Susi Nicoletti vond hij ”uitstekend als de opgewekte, oppervlakkige modiste”.[104]
- ”Susi Nicoletti bracht een Mizzi met een charmante oppervlakkigheid op de planken”, schreef het “Tweentsch dagblad Tubantia”[105] en in “Het vaderland” vond Pierre H. Dubois de volgende lovende woorden voor de actrice:
- ”Susi Nicoletti maakte een gracieuze oppervlakkigheid van wat oppervlakkigheid zijn moest met een verbluffende perfectie van toon en gebaar, alle twee van een zeldzame zuiverheid.”[106]


Susi Nicoletti heeft bijgedragen aan 1 productie(s).

Susi Nicoletti heeft gewerkt in de volgende functies:


Het gehele overzicht van voorstellingen waaraan Susi Nicoletti heeft meegewerkt, voor zover geregistreerd in de Theaterencyclopedie:

NB: Bij de carrièreoverzichten zijn de voorstellingen gekoppeld aan de premièredatum. Het kan echter voorkomen dat personen niet aan de première meewerkten, maar pas later bij de voorstelling betrokken raakten.

Curriculum Vitae Theatrum
Productie Functie Producent Seizoen Premièredatum In regie van
Liebelei Uitvoerende Holland Festival 1953/1954 2 juli 1954 Ernst Lothar




Bronnen

  1. Wien Geschichte Wiki. Profiel 'Susi Nicoletti'. Geraadpleegd 06 december 2024.
  2. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 8.
  3. Harald von Troschke Archiv. Profiel 'Interview Susi Nicoletti'. Geraadpleegd 04 december 2024.
  4. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 6-14 en pag. 285.
  5. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 8.
  6. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 8 en pag.11-13.
  7. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 19.
  8. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag.17.
  9. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag.18-23.
  10. Harald von Troschke Archiv. Profiel 'Interview Susi Nicoletti'. Geraadpleegd 04 december 2024.
  11. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 27.
  12. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 26.
  13. Eine junge Wienerin geht zum Film - Von der Solotänzerin bis zur Naiven/ Susi Nicolettis Weg ins Atelier. Neues Wiener Tagblatt. 28 augustus 1939.
  14. ORF. Profiel 'Susi Nicoletti wäre 90'. Geraadpleegd 15 december 2024.
  15. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 24-33.
  16. Wikipedia. Profiel 'Johannes Maurach'. Geraadpleegd 15 december 2024.
  17. Eine junge Wienerin geht zum Film - Von der Solotänzerin bis zur Naiven/ Susi Nicolettis Weg ins Atelier. Neues Wiener Tagblatt. 28 augustus 1939.
  18. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 36.
  19. Harald von Troschke Archiv. Profiel 'Interview Susi Nicoletti'. Geraadpleegd 04 december 2024.
  20. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 37-52.
  21. Historisches Lexikon Bayerns. Profiel 'Reichsparteitage der NSDAP, 1923-1938'. Geraadpleegd 16 december 2024.
  22. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 48-51.
  23. Einmal wurde eine Tochter gesucht…und so wurde Susi Nicoletti zur Wienerin/Kleine Mutti am groβen Theater. Wiener Neueste Nachrichten. 02 februari 1942.
  24. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 65-68.
  25. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 80-85.
  26. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 60 en 114.
  27. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 101, 140, 152.
  28. Wien Geschichte Wiki. Profiel 'Gustav Ucicky'. Geraadpleegd 24 januari 2025.
  29. IMDb. Profiel 'Gustav Ucicky: “Heimkehr” (1941)'. Geraadpleegd 16 december 2024.
  30. Einmal wurde eine Tochter gesucht…und so wurde Susi Nicoletti zur Wienerin/Kleine Mutti am groβen Theater. Wiener Neueste Nachrichten. 02 februari 1942.
  31. Theater, Kunst und Musik – Vorschau auf die Wiener Theater-Spielzeit. Salzburger Volksblatt. 03 september 1940.
  32. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 110-112.
  33. Der Franzl, wia leibt und lebt. Hermann Bahrs “Fünf Bilder eines guten Manns” im Burgtheater. Kleine Volks-Zeitung. 27 oktober 1940.
  34. Kunst und Kultur – Burgtheater - “Der Franzl” von Hermann Bahr. Neuigkeits-Welt-Blatt. 27.oktober 1940.
  35. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 81 en 87.
  36. Ein Programmwitz im Akademietheater. Illustrierte Kronen Zeitung. 29 november 1940.
  37. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag.128.
  38. Harald von Troschke Archiv. Profiel 'Interview Susi Nicoletti'. Geraadpleegd 04 december 2024.
  39. ”Sappho” im Burgtheater. Kleine Volks-Zeitung. 23 augustus 1943.
  40. Die neue Spielzeit in Wien. Salzburger Zeitung. 01 september 1943.
  41. IMDb. Profiel '”Die Deutschmeister” van Ernst Marischka, 1954'. Geraadpleegd 21 december 2024.
  42. IMDb. Profiel '”Ringstraβenpalais” van Rudolf Nussgruber, 1980-1989'. Geraadpleegd 21 december 2024.
  43. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & Likst Taschenbuch Verlag. pag. 354.
  44. IMDb. Profiel '”Traumrevue” van Eduard von Borsody, 1959'. Geraadpleegd 22 december 2024.
  45. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 145-146.
  46. Wikipedia. Profiel 'Theatersperre 1944'. Geraadpleegd 28 december 2024.
  47. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag.176-177.
  48. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 185.
  49. Sender Rot-Weiβ-Rot. Salzburger Nachrichten. 07 juni 1945.
  50. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 188.
  51. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 189-202.
  52. Susi Nicoletti ist tot. Der Standard. 6 juni 2005.
  53. Salzburg Wiki. Profiel 'Susi Nicoletti in Salzburg'. Geraadpleegd 02 januari 2025.
  54. IMDb. Profiel '”Jedermann” van Hugo von Hofmannsthal, TV-film,1983'. Geraadpleegd 02 januari 2025.
  55. Albach-Retty, Rosa (1978). So kurz sind hundert Jahre – Erinnerungen. (Aufgezeichnet von Gertrud Svoboda-Srncik). München-Berlin:F. A. Herbig Verlagsbuchhandlung. pag. 252.
  56. Albach-Retty, Rosa (1978). So kurz sind hundert Jahre – Erinnerungen. (Aufgezeichnet von Gertrud Svoboda-Srncik). München-Berlin:F. A. Herbig Verlagsbuchhandlung. pag. 255-256.)
  57. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 234-236.
  58. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 234, 251, 257-258, 263, 264.
  59. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 264.
  60. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 378-379.
  61. Österreichische Mediathek. Profiel 'Interview met Ernst Haeusserman. Interviewer: Volkmar Parschalk. Onderwerp: De 65. verjaardag van Haeusserman, 1981'. Geraadpleegd 04 januari 2025.
  62. Hadamowsky, Franz (1962). Hugo Thimig erzählt von seinem Leben und dem Theater seiner Zeit. Graz-Köln:Hermann Böhlaus Nachf. pag. 204-205.
  63. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 361-375.
  64. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 386-387.
  65. IMDb. Profiel '”Der Raub der Sabinerinnen”, Wiener Burgtheater, 1976'. Geraadpleegd 04 januari 2025.
  66. IMDb. Profiel '”Sissi” van Ernst Mariscka, drie delen, 1955-1957'. Geraadpleegd 02 januari 2025.
  67. Abschied von Nicoletti im Haus am Ring. Der Standard. 21 juni 2005.
  68. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 299.
  69. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 299-306.
  70. Wikipedia. Profiel 'Wikipedia. Max-Reinhardt-Schule für Schauspiel'. Geraadpleegd 03 december 2024.
  71. Wikipedia. Profiel 'Wikipedia. Deutsches Theater Berlin, intendanten'. Geraadpleegd 03 december 2024.
  72. Nicoletti, Susi; Mazakarini, Leo (1979). Wege zum Theater – Max Reinhardts Schüler. Wien:Verlag Orac. pag. 29.
  73. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 306.
  74. Österreichische Mediathek. Profiel 'Interview met Susi Nicoletti. Interviewer: Heinz Fischer-Karwin. Onderwerp: Boek “Wege zum Theater – Max Reinhardts Schüler”'. Geraadpleegd 04 december 2024.
  75. Österreichische Mediathek. Profiel 'Interview met Susi Nicoletti. Interviewer: Heinz Fischer-Karwin'. Geraadpleegd 04 december 2024.
  76. Harald von Troschke Archiv. Profiel 'Interview Susi Nicoletti'. Geraadpleegd 04 december 2024.
  77. Österreichische Mediathek. Profiel 'Interview met Susi Nicoletti. Interviewer: Heinz Fischer-Karwin'. Geraadpleegd 04 december 2024.
  78. Österreichische Mediathek. Profiel 'Interview met Susi Nicoletti. Interviewer: Walter Gellert. Onderwerp: Casting voor de “zomercursus musical”, Salzburg 1984'. Geraadpleegd 04 december 2024.
  79. Österreichische Mediathek. Profiel 'Interview met Susi Nicoletti. Interviewer: Heinz Fischer-Karwin. Onderwerp: Boek “Wege zum Theater – Max Reinhardts Schüler”'. Geraadpleegd 03 december 2024.
  80. Österreichische Mediathek. Profiel '50 jaar Max Reinhardt Seminar; Boek: “Wege zum Theater – Max Reinhardts Schüler'. Geraadpleegd 03 december 2024.
  81. Österreichische Mediathek. Profiel 'Interview met Susi Nicoletti. Interviewer: Walter Gellert. Onderwerp: Casting voor de “zomercursus musical”, Salzburg 1984'. Geraadpleegd 03 december 2024.
  82. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 396-398.
  83. Harald von Troschke Archiv. Profiel 'Interview Susi Nicoletti'. Geraadpleegd 06 januari 2025.
  84. IMDb. Profiel '”Comedian Harmonists” van Joseph Vilsmaier,1997'. Geraadpleegd 06 januari 2025.
  85. ORF. Profiel 'Susi Nicoletti wäre 90'. Geraadpleegd 06 januari 2025.
  86. IMDb. Profiel '”Bekenntnisse des Hochstaplers Felix Krull” van Kurt Hoffmann,1957'. Geraadpleegd 06 januari 2025.
  87. filmportal.de. Profiel '”Frau Mozart” van Ludwig Berger,1954/1955'. Geraadpleegd 06 januari 2025.
  88. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 290-291.
  89. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 454.
  90. IMDb. Profiel '”Alma – A show biz ans Ende” van Paulus Manker,1999'. Geraadpleegd 06 januari 2025.
  91. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 446.
  92. Presse-Service Rathauskorrespondenz. Profiel '”Kulturstadtrat Mailath-Pokorny zum Tod von Susi Nicoletti”'. Geraadpleegd 07 januari 2025.
  93. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 390.
  94. Wien Geschichte Wiki. Profiel 'Susi Nicoletti'. Geraadpleegd 06 januari 2025.
  95. Twee keer Schnitzler bij Wiener Burgtheater. Het Parool. 03 juli 1954.
  96. Het Burgtheater tijdens het Holland-Festival. Algemeen Handelsblad. 28 april 1954.
  97. Weense Burgtheater komt naar Hilversum. De Gooi- en Eemlander. 11 juni 1954.
  98. ANNO. Profiel '”Liebelei” – theateraffiche van de wereldpremière, “Wiener Burgtheater”, 09 oktober 1895'. Geraadpleegd 03 december 2024.
  99. IMDb. Profiel '”Liebelei” van Max Ophüls,1933'. Geraadpleegd 03 december 2024.
  100. IMDb. Profiel '”Christine” van Pierre Gaspard-Huit, 1958'. Geraadpleegd 03 december 2024.
  101. Wiener Burgtheater – Tweeërlei minnespel - Inge Konradi ontroerende Christine. Het Binnenhof. 05 juli 1954.
  102. Nicoletti, Susi (1998). Nicht alles war Theater. München:Econ & List Taschenbuch Verlag. pag. 285-287.
  103. Wiener Burgtheater speelde Schnitzler’s “Liebelei” und “Komtesse Mizzi”. Nieuwsblad van het Noorden. 06 juli 1954.
  104. Oostenrijkers spelen overtuigend toneel. Het vrije volk: democratisch-socialistisch dagblad. 10 juli 1954.
  105. Een brokje Holland Festival – Wiener Burgtheater te Hengelo. Tweentsch dagblad Tubantia. 07 juli 1954.
  106. Wiener Burgtheater brengt Weens fin-de siècle – Een meesterlijk spel. Het vaderland. 05. Juli 1954.