Marius Petipa
Naam | Marius Petipa |
---|---|
Volledige naam | Michel Victor Marius Alphonse Petipa |
Geboortedatum | 11 april 1818 |
Geboorteplaats | Marseille |
Overlijdensdatum | 14 juli 1910 |
Overlijdensplaats | Hoerzoef |
Beroep | Danser, Choreograaf |
Discipline | Dans |
Trefwoorden | Ballet |
Externe databases: | |
IMDb | |
IBDb | |
VIAF |
Biografie
Marius Petipa' moeder Victorine Grasseau was een bekende tragedie actrice en dramadocente. Marius' vader Jean Petipa was een balletdanser, choreograaf en docent. In de periode dat Marius geboren werd, werkte zijn vader als hoofddanser in de L'Opéra de Marseille om later gepromoveerd te worden tot hoofdchoreograaf van de Opéra de Marseille. De jonge Marius reisde heel Europa door, met zijn ouders. Toen Marius zes jaar oud was, leefden zijn ouders in Brussel. Zijn vader was aangesteld als Maître de Ballet en Hoofddanser in de Koninklijke Muntschouwburg. Later zou Jean Petipa een van de medeoprichters worden van het Conservatorium voor dans in Brussel. Marius volgde zijn opleiding in het College van Brussel, terzelfder tijd volgde hij aan het Brussels Conservatorium muziek en leerde er viool spelen.
Marius debuteerde in 1827 op negenjarige leeftijd in een productie van zijn vader, La Dansomani naar het werk van Pierre Gardel, hij vertolkte de rol van de juveniele Savoyard.
De Belgische Revolutie in 1830 zorgde ervoor dat Jean Petipa zonder werk kwam te zitten, waardoor de familie Petipa voor enkele jaren verplicht in armoede leefde. De Petipa's verhuisden in 1841 naar Bordeaux (Frankrijk), waar Marius' vader werk gevonden had in het Grand Théâtre de Bordeaux als Maître de Ballet. Hier vervolledigde Marius niet enkel zijn academische opleiding, maar ook zijn balletstudie, onder leiding van Auguste Vestris. In 1838, op twintigjarige leeftijd, werd hij aangenomen als eerste danser bij het Ballet de Nantes in Nantes. Het was tijdens zijn aanstelling in Nantes dat de jonge Marius zijn geluk probeerde in de choreografie, met het uitproberen van een serie balletopvoeringen in één bedrijf.
In 1839 vergezelde de eenentwintigjarige Marius zijn vader naar de Verenigde Staten op tournee samen met een groep dansers. De tournee draaide uit op een complete ramp, toen bleek dat de manager van de tournee al het entreegeld gestolen had. Tot het fiasco droeg ook bij dat veel Amerikanen nog nooit van ballet gehoord hadden, zodat het op een boegeroep werd onthaald in het a-culturele Amerika van toen. Bij de terugkeer in Frankrijk maakte Marius gebruik van een stop van de boot in Parijs. Hij besloot om in deze stad te blijven en niet terug te gaan naar Nantes. In 1840 maakte hij zijn debuut als danser bij het beroemde Comedie Français; tijdens dat optreden was hij de danspartner van de legendarische ballerina Carlotta Grisi in een benefiet gehouden voor de actrice Rachel. Hij trad ook op in het Théâtre Imperial de L'Opera, waar zijn broer Lucien Petipa aangesteld was als eerste danser.
Bordeaux
In 1841 werd Marius eerste danser bij het ballet van het Grand Théâtre de Bordeaux. Ondertussen studeerde hij verder ballet bij Auguste Vestris, hij vertolkt er diverse hoofdrollen. Tijdens zijn werk in het Grand Théâtre werd niet enkel zijn kunnen als balletdanser gevierd maar ook zijn succes als (dans) partner van de beroemde ballerina Carlotta Grisi in La Péri. Over deze vertolking zou nog jaren gesproken worden, in het bijzonder het acrobatische vangtalent van de ballerina, dat het publiek met stomheid sloeg. In Bordeaux begon Marius ook zijn eigen producties uit te breiden, en deze werden met een enorm respect onthaald: La Jolie Bordelaise, La Vendange.
Madrid
In 1843 kreeg Marius de hoofdrol aangeboden in het Koninklijk Theater van Madrid, Spanje, waar hij gedurende drie jaar een accurate kennis zal opdoen in traditionele Spaanse dans. Marius produceerde er nieuwe werken die meestal typisch Spaanse thema's bevatte: Carmen et Son Toréro, La Perle de Sevilla, L'Avonture d'une Fille de Madrid, La Fleur de Granada. In 1846 begon hij een liefdesrelatie met de vrouw van markies de Chateaubriand, een prominent lid van de Franse ambassade. Toen de markies over de relatie hoorde daagde hij Marius uit tot een duel, Marius ontvluchte Spanje, en zou nooit meer wederkeren. Hij trok daarop naar Parijs en vestigde zich daar gedurende een korte periode. Tijdens zijn kort verblijf werkte hij in het Ballet de l' Opéra de Paris, waar hij de danspartner was van Thérése Elssler, zus van Fanny Elssler.
Sint-Petersburg, Rusland
Vroege Carrière
Marius aanvaarde de aanstelling van eerste danser in het Imperial Ballet Sint-Petersburg, Rusland, de vacature kwam vrij na het vertrek van de Franse danser Emile Gredlu. Op 24 mei 1847 arriveerde de negenentwintig-jarige Marius in Sint-Petersburg. Waarschijnlijk veranderde hij zijn naam Victor Marius Alphonse naar Marius Ivanovich toen hij zich bekeerde naar de orthodoxie.
Op 26 september 1847 maakte Marius zijn debuut in de balletproductie van Paquita in de rol van 'Lucien d'Hervilli' naar instructie van choreograaf, Joseph Mazilier, aan de zijde van balletdanser Frédéric Malevergne. Op 10 februari 1848 presenteerde Marius samen met zijn vader die hem kort na zijn aankomst in Rusland was achterna gereisd, de ballet productie Les Diable Amoureux onder de titel Santanella Marius vertolkte de hoofdrol van 'Fabio' in het stuk van Maziliier.
Tegen de tijd dat Marius in Sint-Petersburg aankwam, was de kwaliteit van de producties in het Imperial Ballet sterk verminderd, door het vertrek van de beroemde Marie Taglioni, die aangesteld was in het Imperial als gastballerina. Door de productie van Paquita en Santenella in het Imperial, oogstte het Imperial een hele boel positieve commentaren, iets wat ze in jaren niet meer te beurt was gevallen. December 1849 Marius presenteerde een eigen originele volledige ballet productie op het toneel met Leda, het Zwitserse Melkmeisje. De productie zou de eerste en laatste originele productie van Marius worden in het Imperial gedurende zes jaar, door dat zijn verplichtingen als danser eerste prioriteit zou krijgen, in plaats van dat van een spelende choreograaf.
In de winter van 1849 komt de bekende Franse balletmeester Jules Perrot aan in Sint-Petersburg, nadat hij de vacante plaats had aanvaard als 'Maître de Ballet', en in zijn kielzorg sleepte hij de Italiaanse componist Cesare Pugni mee, die aangesteld werd als 'Hoofd Imperial Ballet Componist'. Een meerderheid van de werken die Perrot op het toneel zal brengen in Sint-Petersburg zijn hernieuwde versies van ballet uitvoeringen die hij geproduceerd heeft met componist Pugni in Londen. Marius speelde de mannelijke hoofdrol in elke ballet uitvoering van Perrot (de rollen waar Perrot niet zelf de hoofdrol in vertolkt), Marius assisteerde Perrot ook, in de uitvoering en opmaak van het stuk. Zo leerde Marius heel veel over choreografie.
Marius en Gezin
In 1850 werd er een eerste zoon geboren in het gezin Petipa, genaamd Marius Mariusovich Petipa (1850-1919) zijn moeder Marié Thérése Bourdin, met wie Marius Sr. een kort avontuurtje beleefde, overleed amper vijf jaar later. In 1854 huwde Marius de ballerina Mariia Surovshchikova-Petipa en samen kregen ze drie kinderen: Marie Mariusova Petipa (1857-1930); Jean Mariusovich Petipa (1859-1971);
Na Zes Jaar Terug Een Origineel Werk van Marius
Op 9 januari 1855 stelde Marius zijn tweede originele ballet voor na een periode van zes jaar. Het stuk noemde The Star of Granada, voorwaar hij voor de eerste maal zal samenwerken met de componist Pugni. Het stuk werd opgevoerd in het Mikhailovsky Theatre in Sint-Petersburg. Het zal ruim twee jaar duren voor Marius zijn volgende werk zal presenteren, ontstaan speciaal in opdracht voor een gala in het Peterhof. Op 8 oktober 1857 presenteerde hij zijn nieuw werk The Rose, the Violin, and The Butterfly. Het blijkt een heel erg succesvol stuk te zijn, doch de productie werd toegeschreven aan Perrot.
Marius en echtgenote op de planken
Op 23 april 1859 werkte Marius aan een werk dat de Parisian Market zou gaan noemen, op muziek van de Italiaan Pugni, zijn vrouw vertolkt in dit stuk de hoofdrol van 'Lizetta'. Dit ballet was een groot succes, zo groot zelfs dat Marius twee jaar later uitgenodigd werd om in Parijs in het Academy Royale de Musique om het stuk onder de titel Les Marché des Innocénts daar ook op te voeren, met zijn vrouw wederom in de hoofdrol.
Danser op Pensioen
In 1860 gaat Perrot terug naar zijn geboorteland Frankrijk en keert hij niet meer terug naar Rusland. Marius hoopt dat hij 'Maître de Ballet' kan worden, en choreografie was een logisch alternatief voor het dansen voor de nu eenenveertig-jarige Marius, die op het punt stond te stoppen met dansen. Hij was zeker een beloftevolle choreograaf achter de gordijnen en een goede ontwerper van nieuwe balletten. Maar het mocht niet zo zijn, de baan werd aan de Franse choreograaf Arthur Saint-Léon gegeven, door de directeur van de Imperial theaters Andrei Saburov. Algauw ontstond er een gezonde en productieve competitie tussen Marius en Arthur, waardoor het Imperial Ballet nieuwe hoogtes bereikte, door de jaren 1860 heen. Marius' tien jaar lange ervaring als een assistent van Perrot heeft hem veel bijgebracht.
De Farao's Dochter
Geschiedenis
De Italiaanse ballerina Carolina Rosati was aangenomen als gast ballerina bij het 'Imperial Ballet', en haar contract met de maatschappij naderde zijn einde. Bij het verlaten van Sint-Petersburg, had de ballerina besloten met pensioen te gaan. Door haar contract werd het haar toegestaan om een laatste benefiet optreden te verzorgen in een gloednieuwe productie. Eind 1861 verzoekt ze de directeur van de 'Imperial' Saburov dat de voorbereidingen zouden beginnen en wel meteen.
Terwijl hij in Parijs bezig was met zijn Persian Market ontvangt hij het volledige uitgewerkte scenario van de dramaturg Jules-Henri Vernoy de Saint Georges voor een ballet getiteld The Pharaoh's Daughter. Marius besliste dat dit scenario geplaatst in het exotisch oude Egypte perfect zou zijn voor de effectieve productie waar Rosati zo naar verlangde. In deze tijd is Europa gefascineerd met alle dingen gaande van kunst, tot cultuur van de oude Egyptische farao's, en Marius was ervan overtuigd dat een ballet met dit thema een groot succes zou zijn.
Het werken in sneltempo
Marius begon onmiddellijk aan het stuk te werken, samen met de componist Pugni, die de melodie voor zijn stuk schreef, en getuigen is van de verbluffende snelheid, en manier van werken, dat Marius aan de dag legt. Op 18 januari 1862 gaat de The Pharaoh's Daughter in première. Het stuk behaalde een ongekend succes, het werk overtrof de geldende smaak van die tijd. Een stuk zo exotisch had men lang niet meer gezien, op het podium van het 'Imperial Theatre'. Het werk groeide uit tot het meest populaire ballet in het gehele repertoire, tegen februari 1903 was het stuk maar liefst 203 keer opgevoerd. De grote verdienste en het succes van Marius Petipa, brengt hem de promotie van balletmeester. Het enige obstakel voor een verdere promotie blijkt het contract te zijn van Saint-Léon dat bepaalt dat Saint-Léon de enige Maître de Ballet is, en hem (Petipa) verhinderd om Maître de Ballet te worden.
Petipa's Don Quichotte
Don Ouichotte werd gemaakt met de bedoeling het op te voeren in het Bolsjojtheater te Moskou. Het werd het eerste ballet waarin Marius zou samenwerken met de Tsjechische componist Léon Minkus.
Maître de Ballet van het Imperial Ballet
In 1868 presenteerde Marius het exotische balletstuk Le Roi Candaule, het stuk werd zoals gebruikelijk op de meeslepende muziek van Pugni geplaatst, werd een groot succes, en zou oude records gaan breken in het theater. In 1869 verliep ook het contract van Saint-Léon. Het floppen van zijn twee meest recentelijk balletten Les Poisson Doré van 1866 is een balletadaptatie van Alexander Pushkin gedicht uit 1885 The Tale of the Fishermen and the Fish, en zijn uit 1869 Le Lys, waren de rechtstreekse oorzaak dat het gedelegeerde bestuur van de Royal Opera ertoe besluit zijn contract niet meer te vernieuwen. Saint-Léon sterft aan een hartaanval terwijl hij op een divan zit in het café, tegenover het operahuis op (2 september 1870), niet lang voor het overlijden van Saint-Léon overleed ook de componist Pugni, Marius zijn hoofdcomponist, op 26 januari van datzelfde jaar.
Marius werd benoemd als maître de ballet in 1869, en koos Léon Minkus als zijn hoofdcomponist. Voor de verdere 19de eeuw zal Marius het ballet van St-Petersburg verder transformeren, door zijn 'Grand Ballet Spectacles', en terloops het opnieuw definiëren van het pure dans element in het ballet. Zijn op een meesterlijke manier gecomponeerde ensembles, Grand pas variaties, en incidentele dansen, vereiste de meest perfecte technieken, van zijn dansers.
In 1875 gingen Marius Petipa en zijn vrouw Mariia Surovshchikova/Petipa uit elkaar, wat later in 1882 zal zij sterven aan de Pokken, in Pyatigorsk. In 1876 huwde Marius Petipa de ballerina Lyubov Savitskaya die voor het huwelijk bevallen was van hun eerste dochter. Uit dit huwelijk zullen zes kinderen komen.
Hoewel Marius goed zijn kost verdiende door een aanzienlijk loon bij het Imperial Ballet was Marius niet rijk, en leefde heel strikt, hij was er niet de persoon naar die heel lichtzinnig met geld omgaat. Hij hield er een heel strenge boekhouding op na wat de inkomsten en de uitgaven waren in het Petipa gezin. Hoewel hij de knip op de geldbeugel hield kan men niet zeggen dat hij een waarlijk vrek was, hij stond zich wel een extraatje toe als het op het verwennen van zijn kinderen en kleinkinderen ging.
1877 is het jaar voor Marius waarin hij opnieuw een meesterwerk presenteert La Bajadère dat zich afspeelt in een exotisch India. Het zal een werk worden dat de tand des tijd overleefd en heel goed blijkt mee te gaan in de moderne tijd. Het stuk ging in première op 23 januari 1877. Het stuk bevat Marius Petipa's meesterlijk gechoreografeerd Grand Pas Classique. Wat later het Romantisch ballet zal noemen en wat we nu kennen als Klassiek Ballet.
Oude Werken Vanuit Het Stof, Terug Op De Bühne.
In de vroege 1880 jaren gebruikte Marius steeds vaker oudere balletten die hij dan vernieuwde of aanpaste, vele van deze werken waren al verdwenen van de Europese podia. Onder de werken die Marius Petipa nieuw leven inblies zijn verschillende werken van Maziliers.
De nieuwe directeur van het Imperial Theatre
In 1881, benoemde de nieuwe tsaar Alexander III, Ivan Vsevolozhsky tot nieuwe directeur van het Imperial Theatre in Sint-Petersburg. Een zeer gecultiveerd en zachtaardig, aristocraat. De relatie tussen Ivan Vsevolozhsky en Marius Petipa zal uitgroeien tot een van de beste vriendschappen. In 1886 beveelt de nieuwe directeur prompt een inspectie van de gebouwen, en stuurt hij architecten op het Bolsjoitheater af om de staat van het gebouw te onderzoeken. De architecten komen tot het besluit dat het gebouw onveilig is. In plaats van miljoenen roebels te investeren in de renovatie van het gebouw, verhuisde Vsevolozhsky beider ballet en opera naar het Mariinskytheater.
De gouden tijd voor Marius Petipa van het Imperial Ballet
De balletten van Marius Petipa zijn kenmerkend groots en duur aan materiaal en personeel, het zijn ware spektakels, die enkel opgevoerd konden worden in de Russische ballethuizen, die op dat moment de rijkste en toonaangevendste waren in heel Europa. Uit de schatkist van de Tsaar spendeerde men meer dan 10.000.000 roebel aan het ballet en de opera, en de balletschool. Met deze immense subsidie kon Petipa elk seizoen een nieuw ballet in elkaar steken, alsook herwaarderingen van oude ballet producties doen, het op poten zetten van dans stukken in een Opera, en de voorbereidingen van verscheidene gala's en feestelijkheden aan het hof van de Tsaar.
In 1894 werd de ballerina Mathilde Kschessinskaya 'Prima Ballerina' genoemd van het Imperial Theatre, tweede in rang van Legnani, en hoewel ze uiteindelijk de titel 'Prima Ballerina Assoluta' kreeg was het Pierina Legnani die de lieveling en muze was van Marius Petipa, en bijna alle hoofdrollen van de balletten die Marius nog maakte voor de rest van zijn carrière bij het Imperial Theatre gingen intergraal naar Pierina Legnani. Onder hen het stuk Raymonda in 1898 en Les Ruses d'Amour in 1900. De hoofdrol van zijn opgepoetste oude balletproducties was meestal voor rekening van Mathilde Kschessinskaya; zij danste onder andere de hernieuwde versie van zijn de farao's dochter en Esmeralda.
Gedurende 1893-1894 keerde Petipa terug naar de choreografie herstellend van zijn ziekte, met zijn eerste compleet nieuwe productie sinds de Schone Slaapster. Het stuk The awakening of Flora werd speciaal geschreven voor het huwelijk van Tsaar Alexander III zijn dochter Groot Hertogin Xenia met Groot Hertog Alexander Michajlovitsj te Peterhof. Het korte werk werd onthaald als een meesterstuk.
Eerbetoon aan een meester
In 1893 sterft Tchaikovsky. Ter herinnering wordt er in februari 1894 een eerbetoon geleverd aan de meester in de vorm van een concert. Men besluit om Tchaikovski te eren met een opvoering van het Zwanenmeer. Het werk werd voor het eerst geproduceerd in Moskou, maar het bleek toen niet succesvol te zijn. De beslissing was gevallen dat het werk vernieuwd zou worden voor het komende balletseizoen van 1894-1895. Lev Ivanov zou de scène met de zwanen voor zijn rekening nemen (bedrijf 1, scène 2, en bedrijf 2 en 4); Marius zou al het andere werk onder zijn hoede nemen. (bedrijf 1, scène 1 en 2) Ricardo Drigo zal de revisie doen van het stuk van 1877, naar aanleiding van Marius Petipa's instructies hieromtrent. En Tchaikovsky's broer Modest zal de balletscènes onderhanden nemen. Het vernieuwde stuk ging in première op 15 januari 1895, met Legnani in de dubbele rol van Odette/Odile, het was een groot succes. In de versie van Petipa en Ivanov zal het Zwanenmeer een van de grootste balletten worden in het klassieke balletrepertoire.
Einde van de 19de Eeuw
Marius zal voor het grootste deel van het einde van de 19de eeuw zijn tijd en energie steken in het vernieuwen van oude balletproducties, in een poging zo zijn choreografisch werk te doen overleven. De werken die hij vernieuwde zijn onder meer zijn eigen Farao's Dochter met Kschessinskaya in de hoofdrol. Het is ook in deze periode dat Marius Petipa meer bepaalt op (4 mei 1896) naar aanleiding van de kroning van de nieuwe tsaar Nikolaas II en zijn vrouw Tsarina Alexandra Fjodorovna in het (Kremlin, Moskou) dat bij de feestelijkheden drie dagen later in het Bolshoi Theatre, Marius Petipa een nieuw ballet presenteerde; een één bedrijf ballet, op de muziek van Riccardo Drigo, het stuk noemde Le Perle. Wat bleek een succes te zijn.
Op 7 januari 1898 presenteerde de nu tachtig jaar oude Petipa een nieuw meesterwerk, Raymonda, spelend in Hongarije tijdens de Middeleeuwen, met de muziek van Alexander Glazunov. De première was een succes. Marius Petipa presenteerde op (10 februari 1900) zijn laatste ballet in het Hermitage Theatre, het desbetreffende stuk noemde Harlekinade. De muziek werd verzorgd door Drigo, en het muziekstuk zal later zeer bekend zijn in verschillende in het repertoire van de viool muziek (Notturno d'amour-Serenade, en Valse Bluette). Het zou de laatste flits zijn dat men kon waarnemen van Marius Petipa's geniale choreografie.
Laatste jaren bij het Imperial Ballet
In tegenstelling tot zijn grote successen bij het Imperial Ballet waren de laatste jaren van Marius Petipa, alles behalve gemakkelijk, Petipa leed bijna iedere dag aan een constante pijn, door zijn ernstige huidaandoening (eczeem). Terwijl er zich nieuwe balletvormen in het ballet voordeden, die ook op groot succes onthaalt werden in het begin van de 20e eeuw, gaat de kunst die Petipa aanhangt -strikt conventioneel klassiek ballet- aan populariteit achteruit. Dit samen met een moeilijke werkrelatie met de nieuwe directeur van het Imperial Ballet Vladmir Telyakovsky die aangesteld was in 1901 diende als een katalysator voor het einde van Marius Petipa. Vladmir Telyakovsky maakte er geen geheim van dat hij de kunst van Petipa's ballet afschuwelijk vond. De nieuwe directeur was van mening dat het nieuwe ballet stagneerde door toedoen van Petipa, en dat daarom andere en meer jongere balletmeesters een kans verdiende op producties in het Imperial Ballet.
Jong versus oud
In 1903 kwam er een poging van de nieuwe directeur om de oude koning van het ballet Petipa te onttronen door middel van het inhuren van Alexander Gorsky, een 'premier danseur', om een ballet van Petipa (nl. Don Quichotte) op te voeren in een eigen versie. Gorsky had al een contract als balletmeester bij het Boshoi Theater en in 1900 stak hij al een compleet aangepaste versie van Don Quichotte in elkaar; een versie die radicaal het tegenovergestelde was van het origineel van Marius Petipa, hoewel het gebaseerd was op het origineel, voornamelijk wat betreft de dansnummers. Petipa was natuurlijk razend wanneer hij te weten kwam dat de nieuwe versie compleet de oude versie vervangen had en dat men niet eens hem geconsulteerd had omtrent de productie van een ballet dat origineel zijn eigen creatie was. Terwijl hij een repetitie bijwoonde van het vernieuwde stuk dat origineel van hem was, moet Marius in de zaal hebben geroepen 'Wil er eens iemand tegen die jonge heer (Gorsky) zeggen, dat ik nog niet dood ben!'
Om olie op het vuur te gooien, had het Imperial Ballet de jonge regisseur Nikolaas Sergeyev ingehuurd. Sergeyev was doorheen Rusland aan het reizen, terwijl hij verschillende werken van Petipa opvoerde en er heel rijkelijk voor werd betaald, zonder dat de creator van de werken - Petipa - er een cent van zag (auteursrechten). Petipa maakte een armzalige poging om innovatief te zijn met zijn productie van een eenakterballet, Het hart van de Markies (1902). Het stuk bevatte de gewoonlijk te verwachten elementen van Marius Petipa en was niet het vernieuwde dat Marius ervan verwachtte. Het publiek applaudisseerde beleefd voor Marius' pogingen, maar in de pers en bij andere leden van het Imperial Ballet werd het stuk tot op de splinter afgebroken en bespot.
Einde 1902
Einde 1902 begon Marius Petipa aan een herbewerking van het verhaal van Sneeuwwitje en de zeven dwergen. Het stuk zou de magische spiegel heten, de muziek voor het stuk werd verzorgd door de ietwat excentrieke muzikant Arsenii Koreshchenco. Het stuk gaat op 9 februari 1903 in première, in het Mariinsky Theater, voor een select publiek bestaande uit iedereen die belangrijk is in de Imperialfamilie en vele notabelen van Sint-Petersburg. Petipa heeft het volste vertrouwen in deze productie, maar werd mogelijk opzettelijk gesaboteerd door de nieuwe directeur Telyakovsky. De productie werd vanaf de start tegengewerkt door de directeur door middel van de meest bizarre kostuums en een heel bizar decor, dat hij Petipa verplichtte te gebruiken. Toen het doek dan opging en het publiek dit bizarre decor en kostuums zag, brak de zaal uit in hoongelach, gefluit en geroep. Aan de inspanningen van de dansers en Petipa's choreografie kan niets verweten worden, deze was zoals gewoonlijk van hoge kwaliteit.
Marius Petipa Zijn Allerlaatste Ballet
Na de speciale herbewerking voor Anna Pavlova, begint Marius Petipa te werken aan wat zijn laatste ballet zal worden: Het rozenknopje en de vlinder op muziek van Riccarde Drigo. En wat volgens de dansers een meesterwerk is. Het werk zou gepresenteerd worden op 23 januari 1904 in het Peterhof, maar Telyakovsky schorste de opvoering abrupt, twee weken voor de première, zonder enige verklaring te geven aan het waarom van de opschorting. Voor Marius Petipa was dit de druppel die de emmer deed overlopen. Na dit incident werd Petipa nog zelden opgemerkt in het Imperial Theater, noch op de Imperial Balletschool waar de repetities gehouden werden. De minister van het Imperial, de aristocraat, baron Fredricks gaf Marius Petipa de titel Balletmeester voor het Leven, en Marius Petipa werd een jaarlijks pensioen uitgekeerd van 9000 roebel.
In zijn dagboek schreef Marius Petipa zijn allerlaatste compositie gedateerd op 17 januari 1905. Het was een variatie voor de ballerina Olga Preobrajenskaya van zijn herbewerking van Paul Taglioni's De reizende danser uit 1849 op de muziek van Pugni. Hij bleef in Sint-Petersburg tot 1907 om tenslotte met zijn familie te verhuizen naar het kuuroord Hoerzoef in de Krim. Jammer is dat Marius Petipa zijn overblijvende jaren doorbrengt als een oude verbitterde man, die constant bang is voor zijn nakende dood. Maar boven alles verlangde hij ernaar om zijn spektakels te creëren voor zijn geliefde Imperial Ballet. In 1907 schreef hij in zijn dagboek: Ik kan stellen dat ik een balletmaatschappij heb gemaakt, vanwaar iedereen zegt: Sint-Petersburg heeft het grootste ballet in heel Europa.
Theater CV
Marius Petipa heeft bijgedragen aan 214 productie(s).
Marius Petipa heeft gewerkt in de volgende functies:
- Choreografie - Zie lijst (A-Z) of lijst (datum)
- Auteur (schrijver libretto, scenario) - Zie lijst (A-Z) of lijst (datum)
- Producent - Zie lijst (A-Z) of lijst (datum)
Het gehele overzicht van voorstellingen waaraan Marius Petipa heeft meegewerkt, voor zover geregistreerd in de Theaterencyclopedie:
NB: Bij de carrièreoverzichten zijn de voorstellingen gekoppeld aan de premièredatum. Het kan echter voorkomen dat personen niet aan de première meewerkten, maar pas later bij de voorstelling betrokken raakten.