Ballerina

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


In de breedste zin van het woord noemt men een danseres die gevormd is volgens de academische ballettechniek een ballerina.

In engere zin gaat om een rang en eretitel in de academische ballettraditie: prima ballerina en voorbehouden aan slechts enkele danseressen, de titel van prima ballerina assoluta. Het gaat dan om vrouwelijke dansers die als solist de academische ballettechniek meer dan voortreffelijk beheersen en dat met een groot gevoel voor stijl ten tonele kunnen brengen.

Letterlijk is de betekenis in het Italiaans respectievelijk: 'eerste danseres' en een succesvolle eerste soliste in een klassiek balletgezelschap zal al gauw zo genoemd worden. Voor de titel 'absolute eerste danseres' is echter een brede erkenning nodig dat het om een uitzonderlijke danskunstenares gaat. Het was Marius Petipa die in 1894 aan de Italiaanse ballerina Legnani deze titel van Prima ballerina assoluta gaf. Latere ballerina's die internationaal als zodanig erkend werden zijn Galina Ulanova, Maja Plisetskaja, Eva Evdokimova, Alicia Markova, Alicia Alonso en Margot Fonteyn. Tegenwoordig wordt de eretitel nauwelijks meer toegekend en gebruiken autoriteiten in de balletwereld deze om aan te geven dat zij een bepaalde danseres met een internationaal succesvolle loopbaan van een uitzonderlijke kwaliteit achten. Zo noemde Rudolf Nurejev de prima ballerina Cynthia Gregory Amerika's Prima ballerina assoluta en wordt de Franse Sylvie Guillem door velen ook als zodanig beschouwd.

In Nederland zijn danseressen met een succesvolle loopbaan en met erkenning als prima ballerina o.a. Marianne Hilarides, Olga de Haas, Alexandra Radius en Igone de Jongh.

bron: Prima Ballerina Asoluta