Amsterdams Ballet
Naam | Amsterdams Ballet |
---|---|
Opgericht | 1959 |
Opgeheven | 1961 |
Genre | Dans |
Trefwoorden | Ballet |
Informatie
Amsterdams Ballet is de naam van een Nederlands balletgezelschap dat bestond van 1959 tot 1961.
Voorgeschiedenis
In 1947 werd door Max Dooyes de Amsterdamse Ballet Combinatie opgericht, welke al na enige maanden werd omgedoopt in het Ballet der Lage Landen. Mascha ter Weeme werd aangesteld als hoofd van de artistieke leiding. Het Ballet der Lage Landen vertoonde voornamelijk de lichtvoetige, vrolijke kant van de dans en beoogde zo het ballet te populariseren en te propageren bij een groot publiek. Vanaf 1948 werden bij het Ballet der Lage Landen in toenemende mate Engelse dansers en choreografen aangetrokken zodat de groep in 1954 overwegend onder Engelse invloed stond.
Het Ballet van de Nederlandse Opera werd opgericht in 1947. Primair was het de taak van het gezelschap om de balletten voor de in 1947 opgerichte Nederlandse Operastichting te verzorgen. Het ballet werd gefinancierd vanuit de Operastichting, die subsidie ontving van de rijksoverheid. De eerste tijd werden de balletten uitgevoerd door een aantal dansers uit het voormalige Ballet Yvonne Georgi onder leiding van Max Dooyes. Nog in 1947 werd Max Dooyes vervangen door Darja Collin. In 1951 werd Collin bedankt en opgevolgd door de Franse Françoise Adret die haar opleiding kreeg bij het Ballet van de Opera van Parijs. Voor de opbow van haar repertoire gaf Adret de voorkeur aan Franse balletmeesters, gastsolisten en choreografen, waarmee zij reeds in Frankrijk had gewerkt, en waardoor de groep met name werd beïnvloed door de Franse school. In het seizoen 1957/58 besloot Françoise Adret het Ballet van Nederlandse Opera te verlaten en vertrok zij naar Roland Petit in Parijs. Na het vertrek van Adret kwam er een driehoofdige leiding onder wie Johan Verdoner, die vanaf het seizoen 1958/59 leider van het Opera Ballet werd, bijgestaan door balletmeester Dimitri Romanoff.
Zowel het Ballet der Lage Landen als het Ballet van de Nederlandse Opera -die beide in Amsterdam waren gevestigd- werden gefinancierd door de rijksoverheid, de gemeente Amsterdam en het Prins Bernard Fonds.
Vanaf 1951 streefde de rijksoverheid naar de samenstelling van één nationaal balletgezelschap, hetgeen in 1954 leidde tot de vestiging van het Nederlands Ballet te Den Haag, onder leiding van Sonia Gaskell. Het was de bedoeling dat het Ballet der Lage Landen en het Ballet van de Nederlandse Opera zouden worden opgeheven zodat de rijksoverheid slechts één gezelschap behoefde te subsidiëren. Maar hiermee namen de de twee Amsterdamse gezelschappen geen genoegen. Zij werden financieel gesteund door de gemeente Amsterdam die de kosten trachtten te drukken door een fusie van het Ballet der Lage Landen en het Ballet van de Nederlandse Opera te bewerkstelligen. De fusie was een initiatief van de Amsterdamse wethouder De Roos en het Ministerie van O.K.& W., en deze werd onvermijdelijk nadat de motie Den Uyl was aangenomen op 17 juli 1958.
Oprichting Amsterdams Ballet
Op 11 april 1959 werd de Stichting het Amsterdams Ballet een officiële zaak, maar de maandenlange discussie over de aanstelling van een artistiek leid(st)er werd pas in juni 1959 beslecht. Mascha ter Weeme werd verantwoordelijk voor de artistieke leiding en in september 1959 werd de uiteindelijke samenstelling van de groep bekend gemaakt. Aan het balletgezelschap was tevens de Amsterdamse Academie voor dansopleiding onder leiding van Johan Verdoner verbonden, alwaar jonge dansers voor het gezelschap werden getraind.
Het Amsterdams Ballet gaf zelfstandige voorstellingen en verleende vanaf november 1959 haar medewerking aan de Nederlandse Opera. Het repertoire bestond uit Romantische balletten (o.a. Les Sylphides, Coppélia, Zwanenmeer, etc.) en klassiek repertoire. De hiërarchisch samengestelde groep bestond uit 50 tot 60 dansers. Ondertussen bleven er organisatorische problemen bestaan. Niet lang nadat het bestuur van het Amsterdams Ballet de intendant Hans Tobi had aangesteld nam Mascha ter Weeme op 11 maart 1961 ontslag. Zij werd opgevolgd door Hans van Manen. Veel dansers zochten daarna hun heil bij het Nederlands Ballet en Nederlands Dans Theater , of vertrokken naar het buitenland.
Liquidatie
Op 1 september 1961 werd het Amsterdams Ballet door de gemeente Amsterdam geliquideerd. Het Amsterdams Ballet ging met het Nederlands Ballet op in Het Nationale Ballet.
Foto's
Chris Torenbosch, Christine Gallea, Philip Kaesen in De kameleons, Amsterdams Ballet 1960. Foto: Particam Pictures/MAI.
Philip Kaesen in De kruik, Amsterdams Ballet 1960. Foto: Particam Pictures/MAI. Collectie TIN.
Zie ook het overzicht van de professionele dansers die aan het gezelschap verbonden waren in de periode 1959-1961
Voorstellingen
Een chronologisch en daaronder een link naar een alfabetisch overzicht van de voorstellingen die onder deze naam als producent in première zijn gebracht, voor zover geregistreerd in de productiedatabase
- Het alfabetische overzicht van deze voorstellingen
Bronnen
- Monique Kienhuis, Inventaris van het Amsterdams Ballet, 1959-1961. Inventarisreeks Archieven Theater Instituut Nederland, 1996
- Productiedatabase