Column Tussen de bedrijven door:8

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


Tussen de bedrijven door is een maandelijkse column door Jan Barend van Barneveld, medewerker van Theater Instituut Nederland (TIN) en redactielid van de Theaterencyclopedie, geschreven in 2012. Hierin schrijft hij vanuit de actualiteit over theater, geïllustreerd met voorbeelden uit de theatercollectie van het TIN.

Nieuwe column oktober 2012: Op hoop van Shakespeare

Shakespeare hier, Shakespeare daar. Ja, je ziet er veel dit jaar. In de Amsterdamse Uitkrant van deze maand adverteert de Stadsschouwburg Amsterdam met "De Shakespeare Collectie": 13 Shakespeariaanse stukken die dit seizoen te zien zijn in dit theater. Dat is dus meer dan één keer per maand alweer een andere Shakespeare. Sinds mensenheugenis gaat er geen jaar voorbij of William S. wordt wel ergens gespeeld. Maar dit jaar maken de tonelisten het wel erg bont. Sommigen hebben een soort van excuus bedacht. Zo viert Toneelgroep Amsterdam dit seizoen haar 25-jarig jubileum met een aantal succesnummers uit het Ivo van Hove-tijdperk. Othello, Het temmen van de feeks, Romeinse Tragedies en Macbeth komen allemaal weer langs dit seizoen. Maar het jubileum zou toch nog feestelijker en wat minder voorspelbaar zijn geweest als bijvoorbeeld één van de stukken die Gerardjan Rijnders samen met Bert Edelenbos schreef voor het gezelschap weer eens waren opgevoerd. Maar neen, de jubilaris koos voor Shakespeare.

Toneelgroep Amsterdam is niet de enige. Het Nationale Toneel speelt Midzomernachtsdroom nog maar eens een seizoen door, net als Orkater Richard III. Toneelgroep Maastricht doet een duit in de zak met het minder populaire Timon van Athene en onlangs vierde De Utrechtse Spelen zijn bijna faillissement met het Shakespearefeestje Veel gedoe om niks. Het Toneel Speelt dat subsidieloos 2013 tegemoet kan zien, is momenteel te zien met King Lear. Shakespeare is niet de uitweg uit de crisis, zei Walter Bart van Wunderbaum, die dit jaar een praatje mocht houden bij de opening van het Nederlands Theater Festival. Maar daar wordt blijkbaar anders over gedacht bij de grote gezelschappen.

Zou er iemand zitten te wachten op al dat geshakespeare? Na drie Macbeth-en heb je het wel even gezien, lijkt me. Natuurlijk, Shakespeare is de grootste en elke regisseur geeft zijn eigen interpretatie, maar met alleen teruggrijpen op de overbekende klassiekers wordt er erg op safe gespeeld. Of je daar nu hordes fans mee het theater in lokt? Ik betwijfel het.

De opmerkelijkste bijdrage in de bonte Shakespeareoptocht is King Lear van Het Toneel Speelt. Tot nu toe was het unique sellingpoint, om er maar eens een marketingterm in te gooien, van Het Toneel Speelt de keuze voor oorspronkelijk Nederlandstalige toneelstukken. Klassieke auteurs als Joost van den Vondel, Constantijn Huygens en Herman Heijermans groeven ze op en stoften ze met succes af. Nu gaat de groep vreemd en kiest voor het eerst voor een buitenlandse tekst: King Lear dus. Zelfs de titel werd niet naar het Nederlands vertaald.

Adam in ballingschap 361969.jpg Op hoop van zegen 97734.jpg

Shakespeare staat voor traditie. Het is daarom des te spijtiger dat Het Toneel Speelt – in ieder geval voor even - breekt met de traditie die zij had opgebouwd. Naast klassiek Nederlands repertoiretoneel bracht de groep veel nieuwe Nederlandse theaterteksten voor het eerst op de planken. Dus niet alleen Op hoop van zegen, maar ook werk van Willem Jan Otten, Ger Thijs, Maria Goos of Rob de Graaf.

Met al die Shakespeares – en de Tjechovs, Ibsens, Molières, Albee’s en Tennessee Williamsen waar je zo ongeveer mee dood wordt gegooid- is het bijna stuitend om te zien dat er met oorspronkelijk Nederlandse toneelteksten zo slecht wordt omgesprongen. Een Nederlandse tekst gaat in première, met een beetje geluk volgt er nog een reprise en zo heel af en toe wordt een stuk nog eens door een ander gezelschap gespeeld. En dat is het dan.

Jaarlijks wordt de Taalunie Toneelschrijfprijs, tot 1993 bekend als Nederlands-Vlaamse Toneelschrijfprijs, uitgereikt voor de beste Nederlandse toneeltekst die het voorafgaande seizoen voor het eerst gespeeld is. Volgende maand is het weer zover. Je zou verwachten dat zo’n tekst na het winnen van die prijs volop gespeeld zou worden. Niets daarvan. Okay, Kras van Judith Herzberg won de prijs in 1989 en werd daarna nog een aantal keren door anderen opgevoerd. Maar de winnaars die na hun bekroning ergens op het repertoire zijn genomen, zijn letterlijk op één hand te tellen. Niemand die zich tot nu nog eens waagde aan bijvoorbeeld De Troje Trilogie van Karst Woudstra (winnaar in 1995) of Vrede van Rob de Graaf (2007). Als er iets Nederlands gespeeld wordt, is het nieuw geschreven. Want nieuw is altijd beter, is het mantra in Nederland Toneelland.

Dit seizoen wordt Cloaca van Maria Goos heropgevoerd door Hummelinck Stuurman Theaterbureau. Het is een productie waar publiek en professionals reikhalzend naar uitkijken. Belangstelling en waardering is er vooraf al volop, al is dit nog geen garantie voor een artistiek en commercieel succes. Maar dat zijn al die Shakespeares ook zeker niet. Als je een Nederlandse toneeltraditie wilt – en waarom zou je dat niet willen? - dan moet je er ook voor zorgen dat die stukken te zien zijn en blijven en niet na één keer op een plank verstoffen. Ik ben ervan overtuigd dat er genoeg interesse is voor een heropvoering van een euthanasiestuk als De goede dood, dat een paar jaar geleden de Toneel Publieksprijs won. Of voor een remake van Een bijzonder prettig vergezicht van Paul Haenen. Het is misschien geen Shakespeare, maar ik wed dat er veel mensen op af zullen komen. En anders haal je toch gewoon een Hugo Claus of Willem Jan Otten uit de kast. Als je een toneeltraditie wilt, moet je daar aan werken. Het komt niet vanzelf.

Fotocredits


Terug naar Column tussen de bedrijven door