Canon:1965 - Heerlijk duurt het langst van het duo Schmidt en Bannink
Gebeurtenis | |
---|---|
Titel: | Heerlijk duurt het langst van het duo Schmidt en Bannink |
Afbeelding: | media:Repro-50xxxx434.0001-1.jpg |
Datum: | 1965-10-02 |
Beschrijving: | De eerste succesvolle Nederlandse musical |
Tijdlijn(en): | Tijdlijn van het Nederlands Theater |
Perso(o)n(en): | Annie M.G. Schmidt, Harry Bannink, John de Crane, Conny Stuart |
Productie(s): | Heerlijk duurt het langst - Impresariaat John de Crane - 1965-10-02 |
Gezelschap(pen): | Impresariaat John de Crane |
Theater(s): | Nieuwe de la Mar Theater, Amsterdam |
Heerlijk duurt het langst van het duo Schmidt en Bannink
De eerste succesvolle Nederlandse musical
De eerste musical van Annie M.G. Schmidt
Het moet begin jaren zestig geweest zijn, dat de theaterproducent John de Crane de toen al beroemde schrijfster Annie M.G. Schmidt benaderde met de vraag of ze een buitenlandse musical naar het Nederlands zou willen vertalen. De Crane was op het idee gekomen omdat Nederland, ruim dertig jaar na de geboorte van het genre (Showboat, 1927), eindelijk klaar leek voor de musical. De Nederlandse versie van My fair lady – een initiatief van cabaretier Wim Sonneveld – was in 1960 een enorm succes geweest. Hij haalde meer dan 700 voorstellingen, een record dat pas in 1993 met The Phantom of the Opera verbeterd zou worden. Vertalen wilde Annie M.G. Schmidt niet, maar ze wilde best met De Crane over een Nederlandse musical praten. Het resulteerde uiteindelijk in Heerlijk duurt het langst, de eerste Nederlandse succesmusical. Tekst: Annie M.G. Schmidt; muziek: Harry Bannink.
De ongeschreven wetten van de musical
Toen Schmidt en Bannink aan Heerlijk duurt het langst begonnen, hadden ze nog maar nauwelijks samengewerkt en had alleen de componist wel eens iets in de richting van de musical geprobeerd. Ze leerden de ongeschreven wetten van het genre al doende kennen. Ze kwamen er achter dat er voldoende variatie moet zijn in tekst en muziek. De opening moet krachtig zijn, de exposé (wie is wie en waar zijn we?) kort en duidelijk, het pauzenummer vrolijk en de ontknoping en finale verrassend.
Ook merkten ze dat het belangrijk was dat tekst, muziek en dans elkaar versterkten. Dit leidde vaak tot conflicten tussen de schrijfster, de componist en de choreograaf (in latere musicals de Canadees Paddy Stone). Het is logisch dat stevige dansnummers ten koste gaan van de verstaanbaarheid van de tekst. Annie Schmidt kon dit maar moeilijk verkroppen. Vaak vroeg zij of de muziek en dans wat minder mochten, en één keer beet ze Paddy Stone zelfs kwaad toe: ‘Ik hoop dat jouw dansjes nog eens voor de radio komen’. De conflicten nemen niet weg dat in deze eerste, geslaagde Nederlandse musical de inhoud toch net wat zwaarder leek te wegen dan de muziek en de dans. Dat had ongetwijfeld te maken met de sterke, Nederlandse cabarettraditie waar hij in wortelde.
Doorbreken van taboes
De thema’s die Annie Schmidt durfde aan te snijden waren dan ook lang niet allemaal luchtig en vermakelijk. In Heerlijk duurt het langst werd een flink aantal taboes doorbroken: een overspelige man, een vrouw die van hem wil scheiden en ook een verhouding met een ander begint, een dochter die hevig in de weer is met vriendjes, verliefd wordt op een Turkse gastarbeider en van hem zwanger lijkt te zijn.
Maar Annie Schmidt maakte de onderwerpen verteerbaar door veel humor, prachtige liedjes en een happy-end. Hier en daar moest ze toch een concessie doen. Het beroemdste liedje uit Heerlijk duurt het langst is waarschijnlijk Op een mooie pinksterdag, gezongen door Leen Jongewaard en André van den Heuvel. Twee vaders bezingen hierin de zorgen die ze hebben over hun opgroeiende dochter. De regel ‘morgen kan ze zwanger zijn, ’t kan ook nog vandaag’ was onaanvaardbaar voor de toenmalige voorzitter van de KRO. De regel ‘vader is een lul’, uit hetzelfde nummer, had Schmidt eerder al moeten veranderen in ‘vader is een nul’.
Gouden jaren
Heerlijk duurt het langst werd twee seizoenen lang bejubeld. Het bewijs was geleverd: ook met musicals van Nederlandse bodem kon het publiek tot een theaterbezoek worden verleid. In de daaropvolgende jaren groeide het aantal oorspronkelijk Nederlandse musicalproducties en raakten de namen van Annie Schmidt en Harry Bannink stevig ingeburgerd. In 1971 leverde het duo En nu naar bed af.
Twee jaar later volgde Wat een planeet en in 1977 kwam Foxtrot (1977) uit. Ook dankzij een glansrol van Willem Nijholt kon deze productie maar liefst 400 keer gespeeld worden. Foxtrot leverde nog eens het bewijs dat musicals niet alleen maar zorgeloos vertier hoefden te brengen. Na de onvermijdelijke spetterende opening en ondanks een paar vrolijke liedjes en dansnummers, lag het accent op de crisis uit de jaren dertig, de dreigende oorlog, en thema’s als homoseksualiteit en abortus. En juist de liedjes over deze thema’s – zoals Niks aan de hand, Sorry dat ik besta en Over tijd – staan nog steeds recht overeind. Dat bleek bijvoorbeeld in 2001, toen Foxtrot hernomen werd met onder anderen Carice van Houten, Sanne Wallis de Vries en Paul de Leeuw. Eerder waren Jasperina de Jong en Jenny Arean al beurtelings het middelpunt geweest van een nieuwe productie van Heerlijk duurt het langst (1998).
Het succes van het duo Schmidt/Bannink had tot gevolg dat al vrij snel ook andere Nederlandse tekst- en liedjesschrijvers zich aan het nieuwe genre waagden. De bekendste voorbeelden zijn Jos Brink, Seth Gaaikema, Robert Long, Guus Vleugel en Ivo de Wijs.
Dit is één van de canonteksten. Voor meer informatie zie: Canon van het Theater in Nederland