Toneelgroep Centrum
Naam | Toneelgroep Centrum |
---|---|
Vroegere naam | Toneelgroep Puck |
Latere naam | Toneelgroep Amsterdam |
Opgericht | 1960 |
Opgeheven | 1987 |
Genre | Toneel |
Informatie
Toneelgroep Centrum was een toneelgezelschap in Nederland; het bestond van 1960 tot 1987.
Het gezelschap werd kwam in 1960 voort uit de in 1950 opgerichte Toneelgroep Puck, een gezelschap voor en door jonge mensen, door de acteurs Cas Baas, Egbert van Paridon, Hans Tobi en Wim Vesseur. Van lieverlee haakten Baas, Tobi en Vesseur af. Van Paridon bleef tot 1981 in de leiding van Puck en Centrum, aanvankelijk samen met Eric van Ingen, Guus Verstraete sr. en Walter Kous die tot 1973 in de leiding zou blijven. De andere namen in de loop van enkele jaren afscheid. Vestigingsplaats was en bleef Amsterdam, waar voornamelijk in De Kleine Komedie, Nieuwe de la Mar Theater en enige tijd ook in Hypokriterion, een kleine zaal boven de bioscoop Kriterion werd gespeeld. Daarnaast werd gereisd door het land.
Kleine kinderen worden groot en met Puck ging het niet anders. Het gezelschap ontwikkelde zich tot een groot repertoiregezelschap. Er ontstond daardoor de behoefte aan een andere naam: Toneelgroep Centrum. In de leiding kwamen naast Kous en van Paridon (tot 1973) Guus Hermus (tot 1967), Peter Oosthoek (tot 1987) en als zakelijk leider Menso Carpentier Alting (tot 1986).
Het repertoire ontwikkelde zich naar veel Nederlandse en jonge Engelse auteurs die toen zeer de aandacht trokken. Deze stukken pasten niet steeds in het programmabeleid van de genoemde Amsterdamse theaters, bovendien vormden de geringe toneelaccommodaties een probleem. Hierdoor werd een samenwerkingsverband met de Stadsschouwburg Haarlem opgezet. Vanaf 1962/1963 werden daar dan ook voornamelijk de premières gegeven en werden deze daar regelmatig herhaald.
Hoewel de vestiging Amsterdam bleef, werd Centrum steeds meer de vaste bespeler van Haarlem. Dat kreeg een extra accent door de komst van De Toneelschuur in de Smedestraat waartoe het gezelschap mede het initiatief had genomen. Ook daar werden regelmatig premières van kleinere voorstellingen gegeven. De vooruitstrevende repertoirekeuze, waarmee het gezelschap zich een grote naam verwierf, sloot op een gegeven moment niet meer helemaal aan bij het Elck Wat Wils repertoire dat de schouwburg nu eenmaal en terecht moest brengen. Toen dan ook de NTS-televisie haar Amsterdamse vestiging Bellevue verliet kreeg het gezelschap de kans zich hierin te vestigen waarmee het een eigen theater kreeg. Als naam werd gekozen Centrum Bellevue. Het werd op 17 september 1975 geopend met De Container van Herman Lutgerink. Het theater kreeg een eigen café/restaurant onder de naam De Smoeshaan, naar een toneelstuk van Plautus dat Centrum op 3 september 1968 in Haarlem had uitgebracht. Na de premiere werden volgende voorstellingen in Haarlem door de burgemeester echter verboden als zou het onzedelijk zijn. Geen burgemeester volgde dit voorbeeld zodat het stuk rustig door het hele land met succes werd gespeeld.
Na een moeizame start werd De Smoeshaan een populaire café voor theaterbezoekers aan de theaters rond het Leidseplein en toneelspelers.
Al snel ontwikkelde het gezelschap het Lunchtheater, een korte voorstelling die drie dagen per week tussen de middag werd gespeeld. Dit bleek een schot in de roos. Het liep storm en de formule wordt tot op de dag van vandaag door Theater Bellevue (huidige naam) vrijwel dagelijks voortgezet. De lunchvoorstellingen werden ook regelmatig in De Toneelschuur gebracht, de hechte samenwerking met Haarlem werd ook in de schouwburg, zij het op een wat lager pitje succesvol voortgezet. Ook in De Blauwe Zaal van de Stadsschouwburg Utrecht werden deze voorstellingen gebracht. Ook met Utrecht had Centrum een nauwe band. Zowel Utrecht als Haarlem waren naast het Rijk, Amsterdam en de provincies Noord Holland en Utrecht subsidiënten van het gezelschap.
Toneelgroep Centrum werd vooral bekend door zijn uitvoeringen van modern Engels toneel, met destijds opzienbarende Nederlandse premières van b.v. het werk van Harold Pinter (Het Verjaardagsfeest, 1962, Een beetje Pijn, 1963 Thuiskomst, 1967) van Edward Bond (Gered, 1968) en Joe Orton (Lief zijn voor Sloane).
Centrum positioneerde zich ook als fervent voorvechter van het uitvoeren van oorspronkelijke Nederlandse stukken, zoals onder meer: Ajax-Fijenoord (1969), en Kees de Jongen, (naar Theo Thijssen) van Gerben Hellinga (1970), De Verzoeking van Hugo Claus (1981), Van de Koele Meren Des Doods (naar Frederik van Eeden) van Ton Vorstenbosch (1976) en Sterke Drank in Oud-Zuid van Guus Vleugel en Ton Vorstenbosch (1983), Kutzwagers van Wim T. Schippers (1984) en Junkie Verdriet van René Seegers, Leon de Winter, Jean van de Velde (1981). Grote indruk maakte De Kannibalen van George Tabori (1972)
Tot de gezichtsbepalende regisseurs behoorden Walter Kous en Peter Oosthoek. Het werk van de dramaturgen Hans Roduin en Carel Alphenaar, officieel in de leiding van 1975 tot 1987, was van grote invloed op het repertoire. De vormgeving van vele voorstellingen berustte bij Roger Chailloux en Paul van den Berg.
In 1987 fuseerde het gezelschap met het Publiekstheater tot het nieuwe gezelschap Toneelgroep Amsterdam.
Van 1971 tot 1987 had Centrum een scholengroep, onder de naam Scholengroep Centrum die speciaal voor de jeugd geschreven stukken op scholen bracht in de provincies Utrecht en Noord-Holland. Gezichtsbepalende regisseurs en auteurs, die ook wel de leiding hadden over de groep, waren o.a. Jan van Galen, Mette Bouhuys, Peter Römer, Arie Kant en Maria Goos. Na de fusie van het gezelschap met Het Publiekstheater ging de groep voor korte tijd door als Toneelgroep De Kompaan.
Voorstellingen
Een chronologisch en daaronder een link naar een alfabetisch overzicht van de voorstellingen die onder deze naam als producent, al of niet in samenwerking met andere producenten, in première zijn gebracht, voor zover geregistreerd in de productiedatabase
- Het alfabetisch overzicht van deze voorstellingen
Zie ook het alfabetische overzicht van de voorstellingen die door de Scholengroep Centrum in première zijn gebracht.
Zie ook
- Het interview met Menso Carpentier Alting, oud zakelijk leider van Toneelgroep Centrum, over de ontwikkeling van het gezelschap.
Bronnen