Ton Lutz: Repertoire - Theater - Toneelgroep Comedia
Eenlevenlangtheater Ton Lutz:
- Homepage Eenlevenlangtheater Ton Lutz
- Biografie
- Repertoire
- Audio
- Video
- Volgens Ton Lutz
- Volgens anderen
- Colofon
Toneelgroep Comedia
Cor Hermus was de initiatiefnemer tot de oprichting van het gezelschap Comedia. Het gerucht ging dat Comedia was opgebouwd met ‘gewetensgeld’ van zwarthandelaren die hun geld kwijt moesten. De ‘goede’ gezelschappen kregen subsidie, de andere gezelschappen moesten het zelf doen. Cor Hermus vond de weg naar de zwarthandelaren en wist op die manier een succesvol gezelschap op poten te zetten.
Al tijdens de bezetting had hij het plan opgevat om na de bevrijding met jonge, prominente acteurs in Amsterdam te gaan spelen, buiten de Stadsschouwburg om. Onder andere Ank van der Moer, Ko van Dijk,Mary Dresselhuys, Lous Hensen, Mimi Boesnach, Henk Rigters, Han Bentz van den Berg en Guus Oster waren bij Comedia aangesloten. Joan Remmelts en Johan de Meester jr. regisseren veel van de stukken.
Belangrijk voor de groep is ook de Rus Peter Scharoff geweest, die zich vanaf 1947 als gastregisseur bij het gezelschap inzette. In 1950 scheidde de kern van de groep zich af om als De Nederlandse Comedie verder te gaan. Cor Hermus en Joan Remmelts zetten Comedia nog enkele jaren voort, tot Hermus in 1953 overlijdt.
In 1948 sloot Ton Lutz zich aan bij het jonge, ambitieuze gezelschap van Cor Hermus. De eerste voorstelling waarin hij zijn opwachting maakte was Waar is mijn dochter?, een komedie van de hand van steractrice Ank van der Moer. Johan de Meester regisseerde dit luchtige niemendalletje dat blijkens de recensies uitliep op een teleurstelling. Toch werd het zeer vakkundig gespeeld, waarbij met name Ellen Vogel opviel. De 29-jarige Lutz werd gecast als de vader van de familie, opnieuw een rol die een stuk ouder was dan zijn werkelijke leeftijd. Maar hoewel recensent Brugmans hem wat ‘te onhandig en onzeker van zichzelf [vond] om in deze aan de slapen grijzende charmeur te doen geloven’, moest hij daar toch aan toevoegen dat de jonge acteur de rol speelde met een ‘warmte en gevoeligheid die wij reeds meermalen in hem hebben geconstateerd’
Bronnen: Facetten van vijftig jaar Nederlands toneel (1920-1970) van G.J. de Voogd (red.) (Amsterdam 1970) en Ton Lutz. De toneelvader des vaderlands van Xandra Knebel (Theater Instituut Nederland 2007).
Foto's
Links: V.l.n.r. Cor Hermus, Truus Dekker en Guus Hermus in Nachtasyl, Toneelgroep Comedia, 1949. Rechts: V.l.n.r. Péronne Hosang, Ellen Vogel, Guus Oster en Ton Lutz in Waar is mijn dochter?, Toneelgroep Comedia, 1948. Foto's: Particam Pictures/MAI. Collectie TIN.
Overzicht
- 3 september 1948: Adriaan Nolte-Houtman, een dichter in Waar is mijn dochter?
- 1 november 1948: Douglas Pitchford in Kleine kinderen worden groot
- 17 november 1948: Dokter (afwisselend met Jos Liesting) in Tramlijn Begeerte
- 1 maart 1949: Sir William Kingston in Thomas More
- 8 april 1949: de baron in Nachtasyl
- 1 mei 1949: Johann Dwornitschek, butler in Nachtrepetitie
- 17 oktober 1949: dr. Lyman Sanderson, psychiater in Harvey
- 24 februari 1950: Francisco de Idiaquez in Armada
- 1 april 1950: Cleghorn in Uitstekend Mylord
- 16 juni 1950: Vroescap; die Doot in Den spieghel der salicheyt van Elckerlyc