Ballet
Onder ballet verstaan we dat deel van de theaterdanswereld dat de klassieke ballettechniek als basis aanneemt.
Achtergrond
Ballet is de naam voor een theatrale dansvorm, die is ontstaan uit gearrangeerde hofdansen aan de Italiaanse en Franse koningshoven. Het is gebaseerd op een vast en nauwkeurig omschreven patroon van posities en bewegingen van het lichaam in de ruimte.
Dit patroon van bewegingen werd voor het eerst samenhangend vastgelegd toen koning Lodewijk de 14e van Frankrijk in 1661 de Academie Royale de Danse oprichtte. Deze Academie was in de eerste plaats bedoeld om vaardige dansers op te leiden als uitvoerders voor het theatrale vermaak aan het hof. De dansers en hun dansstukken vervulden meestal een illustrerende rol in de toneel- en opera-achtige voorstellingen, die toen gebruikelijk waren (Molière, Jean-Baptiste Lully e.a.). Door ambities van diverse opeenvolgende generaties, dansers en leraren van die academie, ontwikkelden zij deze dansstukken in het midden van de achttiende eeuw tot autonome theateropvoeringen. Belangrijke invloed daarbij had Jean-Georges Noverre, die rond 1759 zijn gedachten daarover vastlegde in het boek: Lettres sur la Danse et les Ballets. Zijn ideeën en navolging leidden vervolgens in de negentiende eeuw tot de ontwikkeling van verhalende balletvoorstellingen, die thans nog repertoire houden, zoals Giselle, Het Zwanenmeer, The Sleeping Beauty, etc.).
Dit academische dansidioom, dat in het dagelijks spraakgebruik veelal met de term Klassiek Ballet wordt aangeduid, wordt correcter Academisch Ballet genoemd. Dit op grond van de academische codificatie van bewegingen; in de eerste plaats in die van Parijs (thans ondergebracht in de Opera National de Paris), maar later ook aan academies van andere belangrijke Europese balletcentra. Hierdoor ontwikkelden zich wel verschillende stijlvariaties, c.q. lesmethoden, zoals bijvoorbeeld die van Auguste Bournonville in Kopenhagen, Nicolas Legat en later Agrippina Vaganova in St. Petersburg, Enrico Cecchetti in Londen, etc.
De naam Ballet wordt sinds de twintigste eeuw ook vaak gegeven aan diverse dansopvoeringen die gebruik maken van andere dan de academisch vastgelegde bewegingen. De term ballet wordt dan aangevuld met bv woorden als modern, eigentijds, folkloristisch of met toevoeging van de naam van belangrijkste artistieke initiator, choreograaf, danser of theatermaker, zoals Les Ballet Jooss (dans gebaseerd op de techniek van de Midden-Europese moderne dans van Kurt Jooss), Black Ballet Jazz USA (dans gebaseerd op techniek van de Jazz-dans), Ballet de España de Paco Romero (dans gebaseerd op Flamenco-techniek), Ballet Moisejev (dans gebaseerd op Russische volksdans), Ballet Folclórico Nacional de Mexico (idem gebaseerd op Mexicaanse volksdansen), Nationaal Ballet van Senegal (idem gebaseerd op Afrikaanse volksdansen), etc.
Alle op basis van de academisch ballettechniek ingestelde gezelschappen produceren ook nieuwe en regelmatig ook vernieuwende dansstukken. Deze worden dan eveneens aangeduid met termen als modern of eigentijds ballet, hetgeen enige verwarring kan geven te opzichte van de hiervoor benoemde categorie balletgezelschappen en met termen als moderne- en eigentijdse dans.
Het onderscheidende element ten opzichte van deze laatste categorie is dat moderne dansstukken bij balletgezelschappen in principe gedanst worden door dansers die in eerste instantie zijn opgeleid in het traditionele academische bewegingsidioom. Het bewegingsidioom in deze eigentijdse en moderne balletten kunnen variaties, doorontwikkelingen, dan wel afwijkingen hiervan zijn, beïnvloed door een of meer niet- academische bewegingstechnieken, zoals die van Martha Graham, Kurt Jooss en diverse andere belangrijke vernieuwers in de danskunst.
In Nederland worden thans Het Nationale Ballet, het Nederlands Dans Theater, Scapino Rotterdam en Introdans gerekend tot de gezelschappen die zijn ingesteld op basis van het bewegingsidioom van het academische ballet. Het eerstgenoemde gezelschap is het grootste dat zich ook specifiek tot taak stelt de academische ballettraditie in stand te houden en de belangrijkste repertoirestukken uit de balletgeschiedenis te blijven opvoeren, al of niet in een meer geactualiseerde en moderne versie. Daarnaast produceren deze gezelschappen ook of uitsluitend nieuwe balletten, zoals bijvoorbeeld het Nederlands Dans Theater en Scapino Rotterdam.
Aan de ontwikkeling van het idioom voor ‘moderne’ balletten heb vanaf eind jaren vijftig van de vorige eeuw onder meer ook Nederlandse choreografen als Rudi van Dantzig en Hans van Manen bijgedragen. De eerste liet zich inspireren op het bewegingsidioom van Martha Graham en haar leerlingen en Hans van Manen ook door Amerikaanse jazzdans.
Balletrepertoire
Binnen de balletwereld zijn er tal van stukken die veelvuldig worden opgevoerd en zodoende kunnen worden bestempeld als repertoire.
Binnen de balletwereld zelf worden verschillende definities gebruikt voor het begrip repertoire, die veelal te maken hebben met één persoon. Dit maakt het lastig om te spreken over het algemene balletrepertoire. Op de Theaterencyclopedie is uitgegaan van een aantal werken uit het verleden die zijn overgeleverd uit negentiende eeuwse balletcentra als Kopenhagen, Sint Petersburg en Parijs, en balletten die in de twintigste eeuw gecreëerd werden door Les Ballets Russes onder Sergei Diaghilev.
Kijk op de pagina Balletrepertoire voor de overzichtslijst van balletwerken met een eigen pagina.
Overzicht balletvoorstellingen
Hieronder een chronologisch overzicht van de voorstelling die in Nederland onder de noemer Ballet in première zijn gebracht, voor zover geregistreerd in de Productiedatabase
Of zie een alfabetische overzicht op titel van deze Ballet voorstellingen