Jos Brink: Biografie - Meer succes en meer diepgang

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg

Portret Jos Brink. Collectie TIN.

Eenlevenlangtheater Jos Brink:

Meer succes en meer diepgang

In 1985 werd Jos Brink benaderd door Joop van den Ende. Die had namelijk de rechten voor het Duitse programma Wetten Dass. Het idee sprak Jos Brink erg aan en hij werd de presentator van de Nederlandse versie Wedden dat ...?. In het programma gingen bekende nationale en internationale persoonlijkheden een weddenschap aan. De weddenschappen werden in de studio uitgevoerd en als de weddenschap werd verloren, moesten de bekende gasten een tegenprestatie leveren. In elke uitzending was ook een zogenaamde zaalweddenschap. Het publiek gaf Brink een opdracht die hij binnen de duur van de uitzending moest zien te vervullen. Het leverde bijzondere momenten op.

In de eerste aflevering zaten twee Duitse jongens die aan het geluid van een dichtslaande autodeur het merk van het voertuig herkenden. Legendarisch is de zaalweddenschap waarin Jos Brink uiteindelijk tussen tientallen poepende koeien stond. Dat hij niet alleen gekke, maar ook moeilijke en gevaarlijke dingen deed in Wedden dat ...?, bewees de zaalweddenschap waarin hij op een spijkerbed ging liggen. De vreemdste weddenschap van het programma vond Brink die waarin een pedicure deelnam. Deze vrouw wist de voeten te herkennen van honderd van haar klanten. Jos Brink riep in de uitzending: “En volgende week hebben we een gynaecoloog!”

Hij presenteerde het programma samen met Sandra Reemer. Zij verzorgde de weddenschappen die uitsluitend buiten de studio konden plaatsvinden en hielp met een telefoonteam om de zaalweddenschappen te verwezenlijken. Van Jos Brink kreeg zij de koosnaam ‘kroepoekje’, hij had op televisie nog nooit zo’n bijzondere chemie met een collega gehad. Ook het gebaar van de opgestoken duimen aan het begin van een weddenschap werd legendarisch, net als de slotzin: 'Dag tante Annie!'

Na het eerste seizoen volgen er nog meer. Het programma was een hit. Op het hoogtepunt van het succes keken in Nederland, België en Duitsland alles bij elkaar veertien miljoen mensen naar de uitzending! In 1987 won Jos Brink dan ook voor de tweede keer de Gouden Televizierring, nu voor Wedden dat ...? Toen het programma na een aantal seizoenen terecht kwam bij RTL, een commerciële zender, stopte Brink met de presentatie van het programma. Het leek alleen nog maar om de kijkcijfers te gaan en niet om de kwaliteit en inhoud van het programma.

Jos Brink in Madame Arthur

Brink kwam terecht bij de NCRV. Daar kon hij televisie maken op het gebied van amusement, maar was ook ruimte voor serieuze en religieuze programma’s. In Langs heilige huisjes reisde Jos Brink langs een aantal religieuze plekken over de hele wereld. Het draaischema was zwaar en moeilijk te combineren met het theaterwerk, maar de waardering voor het programma was hoog, met name voor de kerstuitzending vanuit Israël. Bij de NCRV was meer ruimte voor diepgang, iets dat Brink en Sanders ook zochten in het theater.

Na de musical Evenaar vroegen ze zich af, of ze op dezelfde weg door wilden gaan. Ze wilden het publiek iets meegeven om over na te denken, een boodschap in bonbonverpakking noemde Brink dit. Voor de nieuwe musical werd Horst Mentzel benaderd en Jan Aarntzen werd de nieuwe kostuum- en decorontwerper van de nieuwe voorstelling, getiteld Madame Arthur. Het verhaal speelde zich af in 1933, vlak voor de Tweede Wereldoorlog. Brink speelde Boudewijn Kleinman. Een grappig detail is dat van alle personages die Brink in zijn eigen voorstellingen speelt, de naam met een B begint, de B van Brink. Het is bijgeloof, net als dat alle voorstellingen half oktober in première gaan in de schouwburg van Haarlem.

Jos Brink en Frank Sanders in Max Havelaar

Brink en Sanders wilden de serieuze insteek waarvoor ze hadden gekozen na Madame Arthur doorzetten, maar hadden moeite om een passend verhaal te vinden. Tijdens één van de gesprekken sprak men over het succes van de voorstelling Les Misérables, gebaseerd op de roman van Victor Hugo. Toen men zocht naar een Nederlandse variant kwam men uit bij de roman Max Havelaar van Multatuli. Brink wist de roman te bewerken tot een musical en de productie werd dermate kostbaar, dat een tweede bedrijf, Domizia Producties, werd opgericht om de kosten en dus het risico te spreiden. Tevens werd er subsidie aangevraagd, die moest worden terugbetaald als de voorstelling een succes zou worden. En dat was zeker het geval.

De voorstelling ging in Haarlem in première en de pers was positief. De recensies gaven aan dat er integer met de roman van Multatuli was omgegaan en dat de boodschap van het boek mooi werd overgedragen door Brink en Sanders. Naast het succes van de voorstelling was er ook een persoonlijk eerbetoon voor Jos Brink. Hij werd door Hare Majesteit benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Tijdens de voorstellingen van Max Havelaar bleek dat Jos Brink toch iets miste tijdens zijn werk. Toen hij tijdens een dramatische scène door zijn stoel zakte en improviserend een paar grappen maakte, merkte hij wat het was. De mensen moesten om hem lachen. Dat had hij dus gemist en op dat moment merkte hij pas hoe erg.

Naast het spelen van de voorstelling had Brink tevens de teksten geschreven voor een aantal andere voorstellingen. Onder andere Bessen, Oude Nieuwe Vrienden, Mijn zuster en ik en Een nieuwe dood. Brink en Sanders wilden na toneel en musical proberen of ze het oude cabaret weer konden oppakken. Dit leidde tot de voorstelling Er wordt gestrooid. Het verschil met de oude Tekstpierement-voorstellingen was niet groot. Er werd met een kleine groep gespeeld, onder andere om daarmee een financiële buffer op te bouwen voor een nieuw, groot project: Revue Revue!.

Bron: tekst overgenomen uit het boekje Jos Brink. Een mensen-mens met theater als anker van Esmé Apeldoorn (2007 AO Actuele Onderwerpen BV).