Canon:1955 - Ton Lutz regisseert Een bruid in de morgen van Hugo Claus

Uit TheaterEncyclopedie
(Doorverwezen vanaf Canon:1955 (1))
Ga naar: navigatie, zoeken
NB: De onderstaande tabel is alleen zichtbaar voor beheerders van de TE en dient voor het semantisch vastleggen van een op deze pagina betrekking hebbende "Gebeurtenis" (plus bijbehorende info) op een "Tijdlijn"; de gebeurtenis en bijbehorende informatie kan zo (o.a.) weergegeven worden in de "slides" van een tijdlijn.



Gebeurtenis
Titel: Ton Lutz regisseert Een bruid in de morgen van Hugo Claus
Afbeelding: media:Repro-50xx90117.0004-1.jpg
Datum: 1955-10-01
Beschrijving: Nederlandse toneelschrijfkunst verder uitgelicht
Tijdlijn(en): Tijdlijn van het Nederlands Theater
Perso(o)n(en): Ton Lutz, Hugo Claus
Productie(s): Een bruid in de morgen - Rotterdams Toneel - 1955-10-01
Gezelschap(pen): Rotterdams Toneel
Theater(s): Rotterdamsche Schouwburg (1947-1984), Rotterdam

Canonlogo.jpgTon Lutz regisseert Een bruid in de morgen van Hugo Claus

Nederlandse toneelschrijfkunst

Hugo Claus

Nederland kent niet veel toneelschrijvers die teksten op hun naam hebben staan die steeds weer op het repertoire terugkeren. Eigenlijk zijn het er maar drie: Joost van den Vondel, Herman Heijermans en Hugo Claus (1929–2008). Naar eigen zeggen maakte die laatste, de Vlaming Hugo Claus, pas op twintigjarige leeftijd kennis met het theater. Hij zag toen onder meer Arthur Millers beroemde Dood van een handelsreiziger. Kort daarop schreef hij zijn eerste teksten voor toneel. Aanvankelijk belandden die allemaal in de vuilnisbak of op de plank. Dat laatste leek ook het lot te worden van Een bruid in de morgen. Drie jaar leurde Claus met dit stuk, totdat de jonge regisseur Ton Lutz het omarmde. Hij besloot zich met dit stuk te presenteren als de nieuwe artistiek leider van het Rotterdams Toneel.

Ton Lutz. Foto: F.L. Lemaire. Collectie TIN Hugo Claus. Foto: Frank Laufer, 1955. Collectie TIN

Een nieuwe toneelauteur

Een bruid in de morgen handelt over de lotgevallen van het gezin Pattini, bestaande uit vader - een mislukte componist - moeder Madeleine, dochter Andrea en de wat achtergebleven zoon Thomas. Het stuk speelt zich af in het Vlaanderen van de jaren vijftig, maar Hugo Claus begon zijn tekst met de nadrukkelijke mededeling dat dit geen realistisch stuk was. Waar het hem om ging was de tegenstelling tussen de wereld van de volwassenen en de wereld van de jeugd. De voorstelling zou de verbeelding en de vrijheid voelbaar moeten maken, die de jonge, naoorlogse generatie nastreefde.

De reacties na de première op 1 oktober 1955 waren niet onverdeeld positief. De suggestie van een incestueuze relatie tussen broer en zus en de zelfmoord van de laatste riepen gemengde reacties op. Het leidde tot krantenkoppen als ‘De zieke wereld van Hugo Claus’. Maar zelfs de recensent van de katholieke Maasbode moest toegeven dat hier sprake was van een ‘bij vlagen zeer knap schrijvende, nieuwe toneelauteur’.

Bespreking van Een bruid in de morgen. V.l.n.r.: Ton Lutz, decorontwerper H.P.D. van Ginkel, Hugo Claus Foto: Lemaire en Wennink/MAI, 1955. Collectie TIN Repetitiefoto van Een bruid in de morgen van het Rotterdams Toneel, 1955. V.l.n.r.: Henny Orri?, Ton Lutz, ?, Ina van Faassen en Hans Croiset. Foto: Lemaire en Wennink. Collectie TIN

Roep om nieuw, Nederlandstalig repertoire

Lutz had dus alle reden om de samenwerking met Claus voort te zetten. Al decennialang werd er immers geklaagd over het ontbreken van een Nederlandse toneelschrijfkunst. Er was een groot gebrek aan stukken van eigen bodem, stukken die het publiek onmiddellijk herkende als ‘eigen’. Om daar iets aan te doen, had de Nederlandse overheid de gesubsidieerde gezelschappen verplicht ieder seizoen twee stukken van Nederlandstalige auteurs te programmeren. Maar meestal werd dat opgelost door terug te grijpen naar de Gijsbreght van Joost van den Vondel, naar de Elckerlyc of naar het zoveelste stuk van Herman Heijermans.

Claus en Lutz, een succesvolle combinatie

Een jaar na Een bruid in de morgen regisseerde Lutz in Rotterdam ClausHet lied van de moordenaar, een ‘Elizabethaanse western’ in flashbacks over leven, liefdes en sterven van de achttiende-eeuwse roverhoofdman Moerman. Het jaar daarop volgde het al snel beroemde Suiker, een melodrama dat zich afspeelt in een suikerfabriek in Noord-Frankrijk. De samenwerking tussen Claus en Lutz zou uiteindelijk tot 1986 duren en twaalf producties opleveren. In die jaren groeide Claus uit tot de belangrijkste toneelschrijver in het Nederlandse taalgebied. Lutz ontwikkelde zich tot een vooraanstaand toneelleider en regisseur en tot de vader van in ieder geval twee generaties acteurs, ook omdat hij lang les gaf aan de Amsterdamse toneelschool.

Halverwege de jaren zestig begon Claus ook zelf te regisseren. Zo tekende hij in 1969 voor de regie van Vrijdag, misschien wel zijn beste stuk. Met die voorstelling, net na Aktie Tomaat en net voordat het gezelschap zou worden opgeheven, liet de Nederlandse Comedie nog een keer zien tot wat voor moois het in staat was. Net als Een bruid in de morgen is ook Vrijdag nog steeds regelmatig in de schouwburgen te zien.

Scènefoto Vrijdag van De Nederlandse Comedie, 1969. Links: Kitty Courbois. Rechts: Fons Rademakers. Foto: Jutka Rona. Collectie TIN Kostuum van Elisabeth Andersen als Jeanne in Vrijdag, Nederlandse Comedie, 1969. Collectie TIN

Definitieve doorbraak van het Nederlandse stuk

Ondanks het succes dat Claus met zijn stukken oogstte, bleef de positie van het Nederlandse stuk nog enige tijd marginaal. Pas in de jaren zeventig en tachtig zouden schrijvers als Judith Herzberg, Gerben Hellinga, en schrijver/regisseurs als Karst Woudstra, Gerardjan Rijnders en Frans Strijards daar definitief verandering in brengen. Zij legden de basis voor een hernieuwde, intense belangstelling voor het Nederlandse stuk. Sinds 1995 worden jaarlijks meer stukken van Nederlandse dan van buitenlandse toneelauteurs opgevoerd. Rob de Graaf, Alex van Warmerdam, Peer Wittenbols, Esther Gerritsen en Maria Goos zijn auteurs die daar substantiële bijdragen aan hebben geleverd. Nieuwe klassiekers heeft dit vooralsnog niet opgeleverd.


Dit is één van de canonteksten. Voor meer informatie zie: Canon van het Theater in Nederland