Rotterdamsche Schouwburg (1947-1984), Rotterdam
Naam | Rotterdamsche Schouwburg (1947-1984), Rotterdam |
---|---|
Latere naam | Rotterdamse Schouwburg, Rotterdam |
Plaats | Rotterdam |
Type | Theatergebouw |
Thema | Toneel |
Bouwjaar | 1941-1947 |
Verbouwd in | 1957 |
Openingsdatum | 1 januari 1947 |
Openingsvoorstelling | Driekoningenavond of Wat gij wilt - Stichting Amsterdamsch-Rotterdamsch Tooneelgezelschap - 1947-01-10 |
Gesloten | Nee |
Wikidata ID (Q-nummer) | Q81936319 |
Info | Waarde |
---|---|
Afbeelding | Rotterdamse Schouwburg.jpg |
Postcode: | Geen postcode beschikbaar |
Openingsdatum: | 1 jan 1947 |
Op de kaart: | Ga naar kaart... |
Wikimedia Commons: | Galerie (Wikimedia Commons) |
Gelegen in: | Rotterdam (Q2680952) |
Bekijk deze en meer informatie op de website van Wikidata, of lees de pagina <span_class= "error">Fout:_er_is_geen_lokale_variabele_“wp_paginatitel”_ingesteld. Fout: er is geen lokale variabele “wp_paginatitel” ingesteld. op Wikipedia.
Informatie
Vrij snel na de capitulatie van Nederland ontstond het plan een noodschouwburg te bouwen ter vervanging van de Groote Schouwburg. Even was er nog het plan de Oude Utrechtse Schouwburg op te kopen en naar Rotterdam te verhuizen, maar daar is niets van terechtgekomen.
De bouw van het noodgebouw begon in 1941 en zou zes jaar duren. Als bouwmateriaal werd voor een belangrijk deel gebruik gemaakt van het puin van het verwoeste deel van Rotterdam. In 1946 besloot het gemeentebestuur het theater te bestemmen tot officiële Rotterdamse Schouwburg.
Verbouwing 1957
Bouw foyer (eerste etage voorzijde), aanbrengen van het door John Raedecker ontworpen aluminium plafond uit de Grand Hall van de Nieuw Amsterdam, één van de schepen van de Holland Amerika Lijn; aanbouw kantoren en repetitielokaal (ook onregelmatig gebruikt voor kleine-zaal-voorstellingen) van het Rotterdams Toneel. De zaal werd vernieuwd, evenals de lichtinstallatie. 19 september 1959 werd de schouwburg feestelijk heropend met de voorstelling "Lysistrata, of: De vrouwenstaking" van Eduard Veterman naar Aristophanes. Architecten waren C.H. Gobertus en Nicolaas Wijnberg.
Interieur
De akoestiek is ondanks allerlei aanpassingen altijd enigszins problematisch gebleven. Bij de inrichting streefde Eschauzier ernaar dat er tijdens de voorstelling duisternis in de zaal moest heersen, opdat de spelers niet werden afgeleid door allerlei reflecties die een lichte wand zou veroorzaken. Voorts diende er een sfeer van betovering geschapen te worden, dat wil zeggen: de bezoekers moesten in een soort ban gevangen worden en na het doven der lichten van de werkelijkheid in de wereld van de schijn worden geplaatst.
Exterieur
De hoofdingang lag aan een voorpleintje en bestond uit een open portiek van vijf traveeën, langs een brede buitentrap te bereiken. Vijf deuren gaven toegang tot de vestibule met loketten voor plaatskaarten en administratiekantoor.
"De tragedie van deze schouwburg is, dat hij van noodgebouw tot definitief gebouw is gegroeid. Bij de beoordeling ervan mag men dus nooit het uitgangspunt vergeten," aldus architect Hendrik Sutterland jr. (1926 -1994). Dat gold zowel voor het in- als exterieur. Uiterlijk was duidelijk te zien dat Sutterland meer ervaring had als bouwer van kerken. Het gebouw is gesloopt in 1984, om plaats te maken voor de nieuwe Rotterdamse Schouwburg.
Premieres
Een chronologisch en daaronder een link naar een alfabetisch overzicht van de voorstellingen, die in dit theater in première zijn gegaan:
- het alfabetisch overzicht van deze voorstellingen
- Idem een alfabetisch overzicht van de premieres in de Kleine zaal
Bronnen
- Productiedatabase
- Theaters in Nederland sinds de zeventiende eeuw. Redactie Bob Logger, Eric Alexander, Menso Carpentier Alting, Nico van der Krogt, Nathalie Wevers. Theater Instituut Nederland, 2007