Canon:1920 - De Jantjes in première
Gebeurtenis | |
---|---|
Titel: | De Jantjes in première |
Afbeelding: | media:De Jantjes 94777.jpg |
Datum: | 1920-08-14 |
Beschrijving: | Met zijn drieën creëren Herman Bouber (tekst), Louis Davids en Margie Morris (liedteksten en muziek) een voorloper van de musical in Nederland. |
Tijdlijn(en): | Tijdlijn van het Nederlands Theater |
Perso(o)n(en): | Herman Bouber, Louis Davids, Margie Morris |
Productie(s): | De Jantjes - Herman Bouber, De Jantjes - Ensemble Jacques Sluyters - 1920-08-14 |
Gezelschap(pen): | Ensemble Jacques Sluyters |
Theater(s): | Plantage Schouwburg, Amsterdam |
De Jantjes, een volksschets met zang en dans
Met zijn drieën creëren Herman Bouber (tekst), Louis Davids en Margie Morris (liedteksten en muziek) een voorloper van de musical in Nederland.
In 1927 was in Amerika een voorstelling te zien die later te boek is komen te staan als de allereerste musical. Het ging om Showboat. Het grote verschil met andere muzikale theatergenres als de revue en de vaudeville was dat de liedjes en de muziek in Showboat geen losse, op zichzelf staande onderdelen waren, maar dat ze in een verhaal geïntegreerd waren. Het publiek in Nederland zou nog tot na de Tweede Wereldoorlog moeten wachten op de eerste musical. Maar of men daar in de jaren twintig van wakker lag, is maar de vraag. Er waren hier immers spectaculaire revues te zien. Daarnaast was er in 1917 een heel nieuw genre geïntroduceerd: de volksschets met zang en dans.
Volkschets met zang en dans
De basis voor dit nieuwe genre was gelegd door de auteur, acteur en toneelleider Herman Bouber (1885-1963). Bouber had een stuk geschreven over een Jordanese winkelierster, Bleeke Bet, en had de populaire zanger/cabaretier en tekstschrijver Louis Davids (1883-1939) en zijn vriendin, de componiste Margie Morris (1892-1983) gevraagd om daar een aantal liedjes bij te schrijven. Die twee traden al vanaf 1913 met veel succes op onder de noemer He, she and the piano. Het succes dat Bleeke Bet bij de première oogstte, op 1 december 1917, smaakte onmiddellijk naar meer.
De Jantjes
Met de première van De Jantjes, op 14 augustus 1920, vielen alle stukjes op hun plaats. Niet alleen de belevenissen van drie Amsterdamse matrozen - Blauwe Toon, Schele Manus en Dolle Dries - die hun heil gaan zoeken in Nederlands Indië, spraken enorm aan. Ook de liedjes bleken ijzersterk. Word nooit verliefd, Draaien, Als je huilt ben je een stakker, Nou tabé dan, In de Jordaan en Omdat ik zoveel van je hou werden overal in het land meegezongen. Bouber kon De Jantjes tegelijkertijd in verschillende bezettingen door het land laten toeren. Binnen drie jaar tijd stond de teller op meer dan 2000 voorstellingen.
Na het theater de film
Door het enorme succes van De Jantjes kon een film niet lang uitblijven. In 1922 maakte Maurits Binger al een zwijgende versie, met Louis Davids zelf als een van de drie matrozen. Toen het technisch mogelijk werd, wist regisseur Jaap Speyer niet hoe snel hij een versie met geluid moest maken. De sterkste troef in deze film uit 1934 waren de liedjes, hoorbaar gezongen door een topcast met onder anderen Heintje Davids, Jan van Ees, Johan Kaart, Fien de la Mar en Sylvain Poons.
Cabaretster Louis Davids
Louis Davids kreeg in die tweede versie een gastoptreden als cabaretier toebedeeld. Hij had intussen de leiding gekregen over het Kurhaus Cabaret in Scheveningen. Daar zorgde hij gedurende de zomermaanden iedere veertien dagen voor een nieuw programma, met zichzelf als conferencier-cabaretier. Ook engageerde hij een keur aan buitenlandse en Nederlandse artiesten, waaronder de nog onbekende Wim Kan. Davids favoriete tekstschrijver in deze jaren was Jacques van Tol. Het was mede dankzij Van Tols teksten voor nummers als De kleine man, De voetbalmatch en Als je voor een dubbeltje geboren bent, dat Davids in deze jaren uitgroeide tot de belangrijkste artiest van Nederland.
Latere Jantjes
De Jantjes keerde ook na de Tweede Wereldoorlog met zekere regelmaat in de Nederlandse theaters terug. De producties werden aanvankelijk uitgebracht door het gezelschap van Herman Bouber; later door Beppie Nooy, die de stuwende kracht was achter het Amsterdams Volkstoneel en Nooy's Volkstheater. Ook Joop van den Ende bracht De Jantjes tot tweemaal toe terug in het theater, in 1997 en in 2004. Rollen in De Jantjes werden onder meer vertolkt door Johnny Jordaan, Albert Mol, Danny de Munk en Carry Tefsen.
Dit is één van de canonteksten. Voor meer informatie zie: Canon van het Theater in Nederland