Ton Lutz: Repertoire - Theater - Publiekstheater
Eenlevenlangtheater Ton Lutz:
- Homepage Eenlevenlangtheater Ton Lutz
- Biografie
- Repertoire
- Audio
- Video
- Volgens Ton Lutz
- Volgens anderen
- Colofon
Publiekstheater
Na de roep om vernieuwing van Aktie Tomaat werd men het in Amsterdam eens dat de Stadsschouwburg een andere invulling moest krijgen na jarenlang huistheater van de Nederlandse Comedie te zijn geweest. Er werd onder andere een ideeënbus geopend door de Amsterdamse Kunstraad en op 22 september 1972 concludeerde deze raad dat ‘het plan van Hans Croiset en zijn groep voor de bespeling van de Stadsschouwburg het meest in aanmerking kwam’. Korte tijd later kreeg Croiset het fiat om te beginnen met de formatie van het Publiekstheater.
Die naam was symptomatisch voor de uitgangspunten die Croiset en zijn zakelijk leider Gerrit Korthals Altes hun nieuwe ensemble wilden meegeven. In de akte van oprichting die op 31 juli 1973 werd gepasseerd, was opgenomen dat de stichting het Publiekstheater zich ten doel stelde een bijdrage te leveren aan ‘de bevordering van de dramatische kunst in Nederland’ – waarbij het vooral zaak was ‘het vertrouwen in toneel terug [te] winnen, dat verloren gegaan lijkt te zijn’.
Croiset wilde met een klein gezelschap vier producties per jaar maken. Zijn repertoiregezelschap ging het grote wereldrepertoire zodanig ensceneren dat het toegankelijk werd voor een breed publiek. Dat hield onder meer in dat de repertoirekeuze moest aanhaken aan de ontwikkelingen van dat moment – wat maatschappelijke relevantie en herkenbaarheid zou bevorderen: experiment zou de toeschouwers maar afschrikken. Croiset wist een sterk tableau te formeren, waarvan de grondslag bestond uit een aantal acteurs van Het Amsterdams Toneel, waaronder Sigrid Koetse, Jan Retèl en Max Croiset. Hij zocht en vond aanvulling onder generatiegenoten als Eric Schneider, Lou Landré en Petra Laseur.
Uiteraard gaf het eerste seizoen van het Publiekstheater de gebruikelijke opstartproblemen en kinderziektes te zien, maar er gebeurden geen rampen. Pers en publiek bleken uiterst kritisch tegenover Croisets nieuwe lijn te staan en dat verheugde hem. Ondanks de constatering dat er na dat eerste seizoen nog geen sprake was van een homogene groep, bleek er vertrouwen genoeg te zijn om de alliantie tussen het Publiekstheater en de Stadsschouwburg geruisloos voort te zetten. Het gezelschap zou de Stadsschouwburg de volgende veertien jaren blijven bevolken.
Voor Croisets eigen gevoel begon het Publiekstheater werkelijk vorm te krijgen toen hij in het tweede seizoen de regie voerde over Iwanow van Tsjechov: toen ‘brak het los’, herinnert hij zich. Hij had zijn gezelschap op volle kracht gebracht door een paar Globe-spelers, waaronder Hans Boswinkel en Annet Nieuwenhuijzen, naar Amsterdam te lokken – die meteen gecast werden in Iwanow – en hij nodigde Ton Lutz uit als artistieke sparringpartner bij een van de try-outs. Naderhand overhandigde Neerlands Tsjechov-vernieuwer een lijstje van 24 op- en aanmerkingen aan regisseur Croiset. En die spon daar blijkbaar garen bij, want Iwanow werd een succesvolle en bejubelde voorstelling. Maar Croiset had niet alleen contact met Lutz gezocht om hem voor een try-out uit te nodigen. Al voordat zijn Amsterdamse avontuur begon was hij vastbesloten geweest om Lutz als regisseur en artistiek leider voor zijn nieuwe zaak te winnen, hetgeen hem ook lukte.
Ton Lutz had zijn debuut als regisseur op het toneel van de Stadsschouwburg gemaakt met Elektra van Sophocles – met datzelfde stuk en op datzelfde toneel maakt hij ruim twintig jaar later zijn Amsterdamse rentree. Hans Croiset en Ton Lutz zouden acht jaar lang samen het gezelschap leiden, en Ton Lutz bleef artistiek leider tot zijn pensioen in 1987.
Bron: tekst grotendeels overgenomen uit het boek Ton Lutz. De toneelvader des vaderlands van Xandra Knebel (Theater Instituut Nederland 2007).
Foto's
Ton Lutz (links met Frans Vorstman) in Onweer, 1986. Foto: Kees de Graaff. Collectie TIN.
Overzicht regies en/of rollen Ton Lutz bij Publiekstheater
- 20 september 1975: regie van Elektra
- 10 januari 1976: regie van De meiden
- 10 januari 1976: regie van en rol als Joseph Garcin in Met gesloten deuren
- 3 april 1976: Matthijs de Sterke in De opgaande zon
- 16 september 1976: regie van Over Tsjechov gesproken
- 10 december 1976: Claudius, koning van Denemarken in Hamlet
- 5 februari 1977: regie van De kersentuin
- 23 april 1977: regie van en rol als Creon, heerser van Korinthe in Medea
- 1 oktober 1977: regie van 'n Meeuw
- 26 november 1977: Karsky in Vuile handen
- 11 februari 1978: regie van De rechtvaardigen
- 23 december 1978: regie van Agnes B.
- 14 mei 1979: regie van Mensch durf te leven
- 29 september 1979: regie van Ubu
- 29 september 1979: regie van De kale zangeres
- 15 december 1979: Gabriël, God’s geheimnistolk in Lucifer
- 11 april 1981: regie van Antigone
- 23 september 1981: regie van De dame uit de provincie
- 12 mei 1982: de dokter/de prior in Naar Damaskus
- 16 oktober 1982: Vilhelm Foldal in John Gabriel Borkman
- 18 december 1982: Moritz Meister in Über allen Gipfeln ist Ruh
- 1 oktober 1983: Martin in De nacht, de moeder van de dag
- 5 januari 1984:Duitser in Zomer
- 10 maart 1984: Philinte in De mensenhater
- 18 januari 1985: Karl in Schijn bedriegt
- 23 januari 1986: de heer in Onweer
- 10 januari 1987: regie van Een pompstation
- 2 mei 1987: man in Ober