Conny Stuart: Biografie - De chansonnière
Eenlevenlangtheater Conny Stuart:
- Homepage Eenlevenlangtheater Conny Stuart
- Biografie
- Repertoire
- Audio
- Video
- Volgens Conny Stuart
- Volgens anderen
- Colofon
De chansonnière
Goede vriend Joan Stenger speelde een doorslaggevende rol in Conny’s leven. Hij had haar niet alleen met het theaterleven in aanraking gebracht, maar vond ook dat ze mooi zong en carrière moest maken. Bovendien introduceerde hij Conny op tweeëntwintig jarige leeftijd bij impresario Henri Hofman, die haar niet zozeer verder hielp in haar carrière, maar wel haar eerste man zou worden.
In 1939 regelde Stenger voor Conny een afspraak met Gerard van Krevelen, dirigent bij de Fritz Hirsch Operette en bij het radio-orkest de Romancers, dat twee keer in de week bij de AVRO op de radio te horen was met de betere Franse, Duitse, Engelse en Italiaanse amusementsmuziek. Nadat hij met Conny een aantal liedjes had opgenomen in een privé-studio in Den Haag, vroeg de enthousiaste Van Krevelen Conny als invaller bij de Romancers.
Conny nam meteen een professionele houding aan door niet akkoord te gaan met de geboden vijftien gulden, het gebruikelijke honorarium voor een zangeres bij een orkest. Zij zag zichzelf als solist en vroeg daarom tien gulden meer. Toen de AVRO dat voor een beginneling te veel vond, besloot ze van betaling af te zien. Liever niet betaald dan onderbetaald werd een van de motto’s van haar leven. Het eerste liedje van Conny dat de lucht in ging, was ‘Un amour comme le nôtre’ van Borel-Clerc. Dat was op dinsdag 25 juli 1939, om half een in de middag. Het optreden - in totaal vijf Franse en twee Engelse liedjes - verliep uitstekend en de volgende dag kreeg Van Krevelen de vraag van de AVRO-top of "dat meisje niet kon blijven". De zangcarrière waar Conny Stuart zo naar verlangd had, was begonnen. "Het heeft lang geduurd voordat ik aan de slag kon als zangeres, maar toen mijn carrière eenmaal was begonnen, is het eigenlijk niet meer fout gegaan. Ik had ook geen gezondheidsklachten meer. Het vak bleek mijn medicijn."
Naast haar succesvolle medewerking aan alle daaropvolgende uitzendingen van de Romancers, was de chansonnière al snel te horen in veel andere radioprogramma’s. Zo werkte zij mee aan Musicabaret, een tweewekelijks cabaretesk programma met muziek, liedjes en voordrachten, bij Les Gars de Paris van Frans van de Cappelle - waar de door Conny bewonderde Lucienne Boyer ook haar opwachting had gemaakt - en bij het programma Voor en bij de thee. Iedereen luisterde in die tijd naar de radio, dus als je vaak te horen was, was je snel beroemd. Zo verging het ook Conny. "Mijn naam werd er echt ingestampt bij het publiek." Zij kreeg stapels fanmail. Meestal ging het om verzoeken om een foto. Men wilde wel eens weten welk gezicht er schuilging achter die stem. De publiciteitsfoto’s, die jarenlang bij tientallen tegelijk de deur uitgingen, stuurde zij voorzien van een handtekening naar haar bewonderaars.
Zeer succesvol zette Conny ook tijdens de oorlog haar radiocarrière voort - waarvoor zij zich moest aanmelden bij de Kultuurkamer - vooral om op die manier iets te kunnen betekenen voor het Nederlands publiek. Zij deed veel orkestwerk en zong in uitzendingen als Ons Schemeruurtje en Cabaret Cosmopolite. Een zeer belangrijke theaterleerschool werd in die jaren Ensemble Der Prominenten, een uit Duitsland gevluchte groep artiesten, aangevuld met de Nederlandse gasten Jopie Koopman én de jonge Wim Sonneveld. Conny werd uitgenodigd om mee te werken aan de cabaret-revue Alles O.K., waar het gezelschap in het najaar van 1940 in Amsterdam mee optrad. Ster van het gezelschap was de operettezangeres Rita Georg die veel met de door Conny bewonderde tenor Richard Tauber had opgetreden. "Ik was vereerd om met die grote artiesten te mogen werken. Zover was ik nog lang niet." Conny zong haar eigen Franse repertoire, maar speelde ook mee in de Duitstalige scènes. Daarbij leerde de 27-jarige Conny de vier jaar jongere Wim Sonneveld snel goed kennen.
"We lagen elkaar goed, dat was meteen duidelijk." In die tijd polste Sonneveld Conny al voor zijn eigen cabaretgezelschap waar hij plannen voor smeedde. Wim Sonneveld’s Kleinkunst-Theater was er al in 1941, en Conny werkte mee aan het volledig Duitstalige programma Zoo juist verschenen! Ook op de radio ging zij samenwerken met Wim Sonneveld, in het programma Het cabaret der jongeren, in het duettenprogramma Paarsgewijs en in Wim Ibo’s programma De windwijzer waar zij Italiaanse (Conny) en Zweedse (Sonneveld) liedjes zongen.
Voordat de echte glorietijd van Sonneveld en Stuart in 1943 zou aanbreken, werkte chansonnière Conny nog een tijdje mee aan losse projecten. Zo maakte zij een tournee met Cabaret De Mallemolen van Cor Ruys, waar in de loop der jaren acteurs als Georgette Hagedoorn, Mary Dresselhuys, Fien de la Mar, Ko van Dijk en Wim van den Brink deel van uitmaakten. Ruys was een liefhebber van Franse chansons en Loutje Bouwmeester, die samen met zijn vrouw Bonny als danspaar was geëngageerd bij De Mallemolen, had Conny aanbevolen. Ze bracht het haar vertrouwde Franstalige repertoire. Twee muzikale theaterproducties - bij gezelschap Het Voetlicht en in de door orkestleider Boyd Bachman opgezette voorstelling Muziek en rhythme - volgden, evenals diverse variétéprogramma’s, waaronder een optreden in de zogeheten Rinket-shows (georganiseerd door de Groninger Herman Rinket), waar Conny haar liederen zong tussen onder andere ‘zingende zwerver’ Frans van Schaik, ‘sneltekenaar’ Roland Wagter en Trixi het wonderpaard.
De biografische teksten zijn grotendeels overgenomen uit het boek 'Uitverkoren. De carrière van Conny Stuart' (2002, Theater Instituut) van Paul Blom.