Conny Stuart: Volgens anderen

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg


Conny Stuart, 1950. Foto: Godfried de Groot. Collectie TIN.

Eenlevenlangtheater Conny Stuart:

Citaten over Conny Stuart

Vrienden, familie en vakgenoten hebben zich veelvuldig uitgelaten in de media over de persoonlijkheid en het talent van Conny Stuart. Hun blik biedt vaak een net iets andere invalshoek. Hieronder vindt u een aantal treffende citaten.

De meeste uitspraken zijn afkomstig uit interviews die journalist Joop Bromet in 1975 afnam en verwerkte in zijn boekje Conny Stuart: een theaterleven (1975, A.W. Bruna & Zoon).

Volgens klasgenoot Jolanda Starke

Jolanda Starke was een klasgenoot van ‘Puck Stuart’, zoals Conny zich op die leeftijd noemde, op de eerste Dalton-HBS voor meisjes, in Den Haag.

"Conny was een mager meisje. Niet opvallend en bijzonder bescheiden. We hadden een vreselijk drukke en gekke klas, die erg lastig voor de leraressen moet zijn geweest. Daar hoorden we per se niet bij. We waren wel bij het stelletje dat altijd iets bedacht en vooral Conny had de malste invallen. Ze was een beetje clownesk. In het klassenboek, waar iedereen wat in mocht schrijven of tekenen, gaf ze vaak haar visie op leraren of de gebeurtenissen van die dag. Dat was zo spitsvondig en origineel dat iedereen naar het boek toe rende als ze er weer wat in had getekend of geschreven."

Geciteerd uit: Conny Stuart: een theaterleven, Joop Bromet (1975, A.W. Bruna & Zoon).

Volgens Joan Stenger

Vriend Joan Stenger bracht Conny Stuart niet alleen in aanraking met het vak, maar ook met Henri Hofman, haar eerste man. Vlak na haar middelbare schooltijd ging Conny veel uit met Joan in Den Haag.

"Conny was het middelpunt van ons groepje dat elkaar meestal in Scheveningen trof bij een groen huisje op het strand. Ze droeg altijd iets bijzonders. Een terrarode rok met een organdi blouse en enorme ballonmouwen. Of een grote blauwe vilthoed. Ze had iets extra’s. Als ze over de boulevard liep stootten de mensen elkaar aan en keken haar na. Het was een bijzondere verschijning. En enorm geestig. Heel goed in het bedenken van practical jokes of het - met een gek gebaar en een paar idiote kreten - doorprikken van een bepaalde situatie."

Geciteerd uit: Conny Stuart: een theaterleven, Joop Bromet (1975, A.W. Bruna & Zoon).

Volgens zoon Raymond

"Mijn moeder maakte altijd scherp onderscheid tussen werk en privé-leven. Met beide is door haar steeds zorgvuldig omgesprongen. Het privé-leven werd zonder meer afgeschermd. Werk werd voor haar bepaald door wat zij als publiek optreden beschouwde. Niet alleen het optreden in het theater, maar ook het geven van interviews, of gewoon het lopen op straat. Zij was, en is, zich zeer bewust van het theatrale aspect van het leven, dat dan ook steeds zorgvuldig dient te worden geregisseerd. Haar privé-gezicht is bepaald niet identiek aan haar publieke gezicht."

Geciteerd uit: Uitverkoren. De carrière van Conny Stuart, Paul Blom (2002, Theater Instituut).

Volgens zoon Michel

"Als ze eens per twee weken een avond thuis was, dan was het feest. Dan kwamen er de heerlijkste dingen op tafel. Wild of zo. Ik dekte de tafel op z’n mooist en Raymond trok een dure fles wijn open. Met z’n drieën vormden wij samen een bolwerk tegen de buitenwereld. Dat heeft mijn moeder ook heel sterk zo ervaren. Vijftien jaar lang gebeurde er niets van belang wat niet eerst uitvoerig met zijn drieën was besproken. Reizen, vakanties, werk, alles werd doorgenomen."

Geciteerd uit: Uitverkoren. De carrière van Conny Stuart, Paul Blom (2002, Theater Instituut).

Volgens Joop Doderer

Joop Doderer en Conny Stuart trouwden in 1957. Na drie jaar beëindigden zij het huwelijk alweer.

"Waarschijnlijk komt dat uit elkaar groeien mede door haar succes. Een soort jaloezie van mijn kant. Een vreemd gevoel van niet erkend te zijn en niet erkend te worden. Want het is wel vervelend, als je in bepaalde omstandigheden constant voor meneer Stuart wordt versleten. Eerst denk je: de mensen weten niet beter, maar op den duur wordt het irritant, gaat het knagen en daar krijg je wrijvingen van. In eerste instantie wil je dat niet zien… Theatermensen moeten eigenlijk niet trouwen, en als ze dat toch doen, met iemand die niet in het vak zit. Want samen in het vak, ik geef er geen stuiver voor."

Geciteerd uit: Conny Stuart: een theaterleven, Joop Bromet (1975, A.W. Bruna & Zoon)

Volgens Wim Ibo

Wim Ibo – schrijver van de ‘cabaretbijbel’ En nu de moraal – stelde eind jaren ’40 het VARA-radioprogramma Triangel samen, waarin Conny nieuwe Franse chansons zong.

"Conny stil in een hoekje, uiterst consciëntieus bezig met haar tekst, bedeesd kuchend en bevreesd dat haar zingen nog niet perfect is zo vroeg op de ochtend, is een beeld wat me nog uit die Triangel-tijd bij is gebleven. En eigenlijk is die herinnering karakteristiek voor haar totale carrière. Al vanaf het moment dat ze met Franse chansons begon, wilde ze het beste brengen. Voor het publiek, maar zeker ook voor zichzelf. En daarbij is ze altijd bereid geweest haar eigen grenzen te verkennen en bewust op zoek te gaan naar nieuwe mogelijkheden."

Geciteerd uit: Conny Stuart: een theaterleven, Joop Bromet (1975, A.W. Bruna & Zoon).

Volgens Wim Sonneveld

Van 1943 tot 1959 werkte Conny Stuart bij het cabaret van Wim Sonneveld. Met de woorden "het was een huwelijk zonder samen te wonen" duidde Albert Mol de intense relatie tussen de twee. In een van zijn laatste interviews, in mei 1973 bij Willem Duys, zegt Wim Sonneveld:

"Het is natuurlijk erg belangrijk met wie je werkt. Sommige mensen zijn saai. Conny is dat helemaal niet. Ze had privé dat komische talent en wist dat ook op het toneel uit te dragen. In de eerste plaats, omdat ze zo’n enorme toneelintuïtie heeft. Ze is intelligent en kritisch. Te erg. Ze is veel te kritisch. Als je Conny een tekst gaf, zei ze nooit: ik ben er blij mee, of: ik vind hem goed. Ik heb haar altijd moeten ompraten. Maar ze is ook kritisch voor zichzelf. Dus dat hief elkaar volkomen op. Ze was terecht lastig. En iemand die heel goed is, mag lastig zijn, want iemand die niets kan is het ook."

Geciteerd uit: Conny Stuart: een theaterleven, Joop Bromet (1975, A.W. Bruna & Zoon).

Volgens Albert Mol

"Ze beschikt over een waanzinnig komisch talent, dat je helemaal niet van haar zou verwachten. Ze zag er altijd pico bello uit, fantastisch gekleed, haute couture, als een dame uit de chique kringen, terwijl ze als een lellebel op het toneel kon staan. Toen ze pas begon, had ze ook al die gekke dingen, maar dat deed ze ernaast. In cafés, op straat of na afloop thuis. Ze ging te keer als een dolle meid. De malste van de klas, die geen zee te hoog gaat. We hebben haar periode van miauwen gehad. Van blaffen. Van Vuile weespermop! roepen. Of: Houdt den dief! tegen heren op het station en Moordenaar! tegen onbekenden in een treincoupé. Wim Sonneveld heeft dát eigenlijk op het toneel gebracht, door het mateloos te stimuleren en haar dat soort nummers te geven. Je zou haar het beste kunnen omschrijven als zijn eigen Eliza uit My Fair Lady. Van de vrouwen die bij hem gewerkt hebben, is zij wel zijn gaafste product."

Geciteerd uit: Conny Stuart: een theaterleven, Joop Bromet (1975, A.W. Bruna & Zoon).

Volgens Max Heymans

Wim Sonneveld was de eerste die de spelers van zijn cabaret in haute couture stak. Max Heymans zou de vaste couturier worden van Conny Stuart.

"Conny is altijd mode-minded geweest. In de vijftiger jaren was zij de verpersoonlijking van wat ik in mijn collecties toonde. Die kleren stonden haar zo goed. Ze heeft een aangeboren chique. Er zijn een heleboel actrices, die nauwelijks weten wat voor knopen er op hun tailleur zitten; zij weet dat exact. Ze heeft smaak en weet dat goed uit te dragen. Ze héeft het gewoon als vrouw. En dan doet het er niet toe of ze op een toneel staat en daar alle aandacht op zich vestigt of op straat loopt en praat met de bloemenman."

Geciteerd uit: Conny Stuart: een theaterleven, Joop Bromet (1975, A.W. Bruna & Zoon).

Volgens Guus Vleugel

Guus Vleugel schreef teksten voor het cabaret van Sonneveld. Later, in 1975, vertolkte Conny Stuart opnieuw Vleugels teksten in het cabaretprogramma Je moet ermee leren leven.

"Conny was het toppunt van sophistication. En dat vond ik heerlijk. Het had niets provinciaals, niets vervelend Hollands. Het was elegant met een soort gein die Amerikaans-Engels aandeed. En het gekke is, hoewel ik Wim Sonneveld altijd mateloos bewonderde, dat Conny voor mij belangrijker was. Ik kende haar voor die tijd nog niet persoonlijk, maar volgde wel al haar programma’s op de radio. En als je begint met schrijven en je werk wordt gebracht door degene die je het meest bewondert, dan betekent dat toch wel iets voor je..."

Geciteerd uit: Conny Stuart: een theaterleven, Joop Bromet (1975, A.W. Bruna & Zoon).

Volgens Annie M.G. Schmidt

"Als ik iets schrijf heeft Conny onmiddellijk de toon ervan te pakken. En als ik iets voor haar schrijf, dan weet ik ook onmiddellijk hoe zij dat gaat brengen. Die samenwerking is enorm. Uniek. Conny bewaart iedere nuance van een tekst en voegt er iets van zichzelf aan toe, zodat je de ideale mengeling krijgt. Het belangrijkste is dat ik een stuk van mezelf in haar kan projecteren. Waarschijnlijk doordat we allebei vrouwen zijn. Want wat ik schrijf of schrijven wil, is vaak de uitspraak van een vrouw. En zij vertolkt hoe ik denk."

Geciteerd uit: Uitverkoren. De carrière van Conny Stuart, Paul Blom (2002, Theater Instituut).

Volgens Harry Bannink

"Als ik met Conny werk, verbaast het me altijd weer dat ze primair uitgaat van een melodie. Naar mijn gevoel is bij cabaret en musical de tekst primair en is de melodie toch bijzaak. Ik schrijf bijvoorbeeld sommige noten die er minder toe doen. Maar Conny zegt in zo’n geval: "Die noot heb jij met opzet daar geschreven, dan wil ik hem ook zo zingen". Ze laat de auteur volledig in zijn waarde en heeft een enorme piëteit voor zowel tekst als muziek van anderen en zal dan ook nooit dingen op haar eigen houtje gaan veranderen. En dat komt voort uit eerbied voor het hele vak, zoals je dat tegenwoordig maar bij weinig mensen ziet."

Geciteerd uit: Conny Stuart. een theaterleven, Joop Bromet (1975, A.W. Bruna & Zoon).

Volgens John de Crane

"Als Conny op het toneel echt kwaad wordt, heeft ze ook een perfecte timing. Tijdens een van de voorstellingen in Veendam van Heerlijk duurt het langst, kregen twee acteurs op een dramatisch hoogtepunt in de musical een lachbui. Hierdoor ontstond er ook onder het ballet een schmier-stemming. In een musical is zoiets funest want de hele sfeer en spanning kunnen erdoor kapot gaan. Conny was daar woedend over, maar liet niets merken. Pas tijdens het slotapplaus barstte ze los. En dat ging ook met een perfectie. Was het doek open, dan stond ze met een brede smile naar het publiek en was het dicht dan kafferde ze haar medespelers uit: Ga terug naar de kantoorkrukken waar jullie horen. Schmieren is ook een kunst!"

Geciteerd uit: Conny Stuart: een theaterleven, Joop Bromet (1975, A.W. Bruna & Zoon.

Volgens Paddy Stone

Paddy Stone was regisseur-choreograaf van de musicals van Schmidt en Bannink

"Er zijn mensen die alleen talent hebben en er zijn mensen die een ster zijn. Conny is zonder twijfel een ster. Als ze in Engeland of Amerika zou optreden, stond ze daar ook aan de top. Ze straalt een enorme persoonlijkheid uit en kan dansen, zingen en acteren. En er zijn ook buiten Nederland niet zoveel mensen, die al die dingen beheersen. Echte sterren luisteren naar je en willen ook graag accepteren wat je zegt. De minder grote niet. Je hebt als regisseur ook nooit problemen met de echt grote."

Geciteerd uit: Conny Stuart: een theaterleven, Joop Bromet (1975, A.W. Bruna & Zoon)

Volgens Leen Jongewaard

"Ik heb Conny leren kennen bij De wilde vaart, een radioserie van Jelle de Vries. Ik was toen al een jaar of negen bij het toneel, maar had nog nauwelijks bekendheid. Alles was nieuw voor me. En iemand als Conny adoreerde ik gewoon. Daarom was ik ook doodzenuwachtig toen ik een keer in die uitzending een tekst samen met haar moest doen. Wekenlang had ik er thuis aan gerepeteerd, maar op de zondagmiddag van de uitzending stond ik te trillen op mijn benen. Alles was live, dus er mocht niets misgaan. En terwijl ik daar stond voelde ik me weer die kleine jongen uit de Jordaan, die in 1946 stomtoevallig kennis maakte met het beroepstheater en daar Conny Stuart en Wim Sonneveld zag spelen. En Conny voelde dat aan me. Ze had onmiddelijk door wat er in me omging en als ik nu nog aan terugdenk ontroert het me weer. We stonden naast elkaar bij de microfoon, allebei een blaadje met de tekst in onze hand. Maar tijdens het zingen legde ze heel voorzichtig haar hand op mijn schouder. En zodra ze dat had gedaan, liepen alle zenuwen uit me weg."

"Conny was het ook die tegen Annie Schmidt heeft gezegd, dat ze voor die rol in Heerlijk duurt het langst eens aan mij moest denken. Dat betekende mijn grote doorbraak. En terwijl ze mij zag optreden, voelde je aan haar, dat ze het heerlijk vond dat ik zo’n succes had. Dat zie je maar weinig in dit vak. Ze stond daar echt met glimmende ogen, tussen de coulissen te kijken, omdat het zo lekker ging."

Geciteerd uit: Conny Stuart: een theaterleven, Joop Bromet (1975, A.W. Bruna & Zoon).

Volgens Paul Deen

Paul Deen stond naast Conny Stuart in het cabaret van Wim Sonneveld en later ook bij Sieto Hovings Tingel Tangel.

"Toen ik voor het eerst in het Sonneveld-cabaret moest optreden, was ik gek van de zenuwen. Conny merkte dat en zei: Weet je wat het nou is, als je daar staat en als je moet opkomen, denk dan aan één ding, dat doe ik ook altijd. Dan moet je denken: Schijt aan dronken Naatje. En het gekke is, dat dat op de een of andere manier werkte. Daardoor heeft ze me er overheen geholpen. Ze voelde op een bepaalde manier dat die opmerking bij mij over zou komen. Dat is haar geweldige mensenkennis, die op wezenlijke interesse gebaseerd is. Ze heeft voor iedereen met wie ze omgaat belangstelling. Niet in de trant van even wuiven en de koningin op werkbezoek. Maar echt. Dat vind ik zo geweldig. En zij is de enige in de Nederlandse showbusiness, die op zo’n hoogte staat zonder kapsones te hebben. Ze heeft een gelijkmatige betrouwbaarheid en niet van die streken die een heleboel actrices hebben. Die, als ze met je staan te praten, ondertussen kijken of er iemand aankomt die belangrijker is."

Geciteerd uit: Conny Stuart: een theaterleven, Joop Bromet (1975, A.W. Bruna & Zoon).

Volgens Willem Nijholt

Willem Nijholt speelde samen met Conny Stuart in de musical Wat een planeet (1973).

"Toen we met elkaar gingen werken, was ik heel beleefd tegen haar. Zelfs een beetje op afstand en met een zekere schroom, ging ik naast haar staan. Zoekend. Aftastend. Ik heb haar toen zelfs mevrouw Stuart genoemd. En zij was ook heel rustig. Je zag haar bijna niet. Dat had ik niet verwacht. Ik dacht: dat is een mens die heel opgetogen binnenkomt, van hadsjekidee, hier ben ik. Goeiemorgen allemáa-áal."

Geciteerd uit: Conny Stuart: een theaterleven, Joop Bromet (1975, A.W. Bruna & Zoon).