Wim Sonneveld: Biografie - Ter nagedachtenis

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg

Wim Sonneveld, 1955. Foto: Godfried de Groot. Collectie TIN.


Eenlevenlangtheater Wim Sonneveld:

Ter nagedachtenis

Wim Sonneveld, 1970. Foto: Jutka Rona. Collectie TIN.

Na het overlijden van Wim Sonneveld op 8 maart 1974 verschijnen necrologieën in verschillende dag- en weekbladen. Een bijzonder in memoriam is van de hand van Michel van der Plas, die Sonneveld jarenlang voorzien heeft van sterk repertoire, zoals ‘Liedje met bloemen’, ‘Frater Venantius’, ‘Tearoom Tango’ en ‘De Stalmeester’.

Michel van der Plas: "(…) ik voel me bevoorrecht dat hij, die man van smaak en die ideale executant, teksten van mij heeft willen vertolken. Bevoorrecht ook omdat hij minder briljante teksten boven henzelf wist uit te tillen. Hij had de neiging zelfstandig nogal eens iets in je tekst te veranderen, maar als je hem erop wees dat dit toch beter in een onderling gesprek tot stand kon worden gebracht, en het gesprek volgde dan, dan wist hij je, met zijn geweldige toneelervaring, er in negen van de tien gevallen volledig van te overtuigen dat zijn veranderingen de goede waren." (uit: Elsevier, 16 maart 1974)

Vanaf 21 mei 1974 is in het Toneelmuseum (voorganger van het Theater Instituut Nederland) een tentoonstelling over Wim Sonneveld te zien. De expositie wordt vanaf de dag van de opening druk bezocht.

Eind mei 1974 geeft de Koninklijke Begeer te Voorschoten geeft een gedenkpenning van Wim Sonneveld uit. De munt - in brons, zilver of met gouden randen en variërend in prijs van f 17,50 tot en met f 1290 - is ontworpen door Joop Hekman. De Utrechtse kunstenaar maakt in zijn ontwerp dankbaar gebruik van het vignet dat Friso Wiegersma ooit voor Sonneveld bedacht.

In diezelfde periode stelt Rine Geveke, die jarenlang de platen van Wim Sonneveld produceerde voor Phonogram, een discografie samen bestaande uit elf langspeelplaten. De ruim 40.000 verkochte exemplaren doen Geveke verzuchten dat het ‘erg triest’ is om vast te moeten stellen dat er na de dood van Sonneveld veel meer platen met zijn werk zijn verkocht dan tijdens zijn leven.

Cover van het boek "Wim Sonneveld. De Parel van het cabaret" van Hilde Scholten.

Ter nagedachtenis aan Sonneveld worden verschillende boeken geschreven. In 1975 maakt Rigo Kalkhoven ‘een open doekje in tekst en beeld voor een groot kleinkunstenaar’, onder de titel De wereld van Wim Sonneveld. Het boek wordt voorafgegaan door een persoonlijk woord van Toon Hermans. In hetzelfde jaar komt Wim Sonneveld; gezien door Hubert Janssen uit. Het boek is opgedragen aan Friso Wiegersma en bevat tevens bijdragen van Ton van der Stap en Wim Ibo. Ook Henk van der Meijden schrijft een boek dat in 1975 uitkomt. De titel is: "De mens Wim Sonneveld zoals u hem niet kende". In 1984 schrijft Huub Janssen nogmaals een boek: "Wim Sonneveld; opnieuw nabij". In het boek is een groot deel van de correspondentie van Sonneveld aan Janssen opgenomen. In 1987 stelt journalist Henk van Gelder onder de titel "Sonneveld" het leven en werk van de entertainer te boek. Jos Brink is de eer gegund het voorwoord te schrijven. In oktober 2005 verschijnt "Wim Sonneveld; Zeg maar ja tegen het leven" van Han Pekel. Het boek bestaat uit twaalf vertellingen over Sonneveld. In 2006 verschijnen twee boeken van de hand van Hilde Scholten: "Wim Sonneveld. De parel van het cabaret" en "Moeder, ik wil bij de revue". Het eerste boek is de belangrijkste bron van dit portret, in het tweede boek staat het gezongen repertoire van Wim Sonneveld centraal.

Na afloop van de premièrevoorstelling Deusjevoo van het Kabaret Tekstpierement, reikt Huub Janssen op 27 januari 1978 de Genesiuspenning uit aan Jos Brink. De penning, met daarop de schutspatroon voor artiesten, kreeg Wim Sonneveld in 1957 van Fred Astaire, zijn tegenspeler in de film Silk Stockings.

In 1979 maken Wim Ibo en Gabri de Wagt onder de titel Haal het doek maar op een 13-delige radiodocumentaire, waarin ze Wim Sonneveld vijf jaar na zijn dood ‘zo eerlijk mogelijk’ willen portretteren. Met medewerking van dertig van zijn vrienden en collega’s denken de makers opnieuw na over het werk, het leven en de betekenis van Wim Sonneveld.

Wim Sonneveld. Foto: Ger Dijkstra. Collectie TIN.

Wim Kan liet zich in Het Parool een dag na de dood van Sonneveld al ontvallen dat hij ‘in wezen een pessimist’ is, maar dit nooit verwacht had. Vijf jaar later kijkt hij op verzoek van de heren Ibo en De Wagt nogmaals terug: "Gastvrij, behulpzaam, overheersend in zijn omgeving, bemoederend, bezig, bedrijvig, anekdotisch. Ondermijnend, opbouwend, hartelijk, hatelijk, roddelend, ratelend. Een vriend die alles voor je overhad, maar als voorwaarde stelde - heel openlijk en eerlijk - dat-ie dan wel over je mocht roddelen. Dat is de prijs die ik voor mijn vriendschap vraag, zei hij eens tegen me. Ik heb die prijs ontzettend graag betaald. Voor meer geld is vaak veel minder te krijgen in deze wereld."

In 1986 besluit de Nederlandse popgroep Drukwerk Wim Sonneveld te eren, in een theaterconcert en met een langspeelplaat. Beide projecten krijgen de titel Petje af voor Sonneveld mee.

Nadat in 1986 en 1987 al twee videobanden zijn uitgebracht met daarop de hoogtepunten uit het repertoire van Wim Sonneveld, ziet in 1997 een box met vijf videobanden het licht. Hiermee zijn de drie laatste theatershows, de twee televisieshows Doe 'ns wat, meneer Sonneveld en Blijf in Holland, en de documentaire Sonneveld over Sonneveld toegankelijk voor een groot publiek. De box is een initiatief van Otto Vriezenberg en komt tot stand met medewerking van Friso Wiegersma.

Wim Sonneveld staat centraal op het Radio 2 Gala van het Nederlandse lied dat plaatsvindt op 21 maart 1999. Zijn repertoire wordt uitgevoerd door artiesten als: Karin Bloemen, Bløf, Gerard Cox, Liesbeth List, Robert Long en Tony Neef.

In 2000 zendt de VPRO de driedelige dramaserie Bij ons in de Jordaan uit. Eén van de leidraden in het door Kees Prins en Frank Ketelaar geschreven script, vormt het gerucht dat Wim Sonneveld (een rol van Jeroen Willems) en Johnny Jordaan (gespeeld door Kees Prins) een affaire gehad zouden hebben.

Op 16 april 2001 brengt theatergroep Toetssteen de muzikale voorstelling Sonneveld uit, met Jan Adolfsen in de titelrol. Het script is van de huisschrijver van de Amsterdamse amateurs, Ger Beukenkamp.

Affiche van de musical Sonneveld, 2001. Collectie TIN.

Op 19 oktober 2001 gaat in de Stadsschouwburg van Haarlem gaat de musical Sonneveld in première. De musical van en met Jos Brink valt in slechte aarde bij Michel van der Plas, Friso Wiegersma en de erven van Harry Bannink, Annie Schmidt en Wim Sonneveld. Omdat zij het niet eens zijn met de wijze waarop hun liedjes zijn gecompileerd en bewerkt, wordt besloten tot een kort geding. Als Brink het gros van de nummers vervolgens in de oorspronkelijke staat terugbrengt, wordt afgezien van een gang naar de rechtbank.

Friso Wiegersma: "Ik vond het gegeven van een musical over Wim al niet echt leuk, maar deze productie heeft me vooral zo tegen de borst gestoten omdat Jos Brink aan onze liedjes zat. Dat is niet comme il faut, dat doe je niet. Je denkt toch ook niet: ik zal dat Vermeertje eens eventjes over gaan schilderen en geef het Melkmeisje een theepotje in haar hand, want dat vind ik leuker? Daar hou ik niet van. Je moet met je poten van het werk van een ander afblijven".

Op 18 januari 2004 vindt in Tuschinski een vertoning plaats van Op de Hollandse toer. Het werd lange tijd niet voor mogelijk gehouden dat het publiek de film nog eens te zien zou krijgen, omdat alle kopieën van de rolprent destijds vernietigd waren. In verband met de historische importantie van Op de Hollandse toer besluiten medewerkers van het Nederlands Filmmuseum de film in oude luister te herstellen, met behulp van de bewaard gebleven negatieven.

Na alle activiteiten van derden, besluiten ook Friso Wiegersma en diens partner Hans van der Woude dat Wim Sonneveld het verdient met alle egards de 21ste eeuw in gedragen te worden. Onder hun aanvoering wordt onder meer gewerkt aan een oeuvre cd- en dvd-box. Op 4 juni 2005 stuiten de heren op hun zolder toevalligerwijs op een groot aantal verloren gewaande, vroege geluidsopnamen van Sonneveld. De historische vondst, onder meer bestaande uit ‘Hup U.V.V.’ uit 1934 en een uitvoering van ‘Douce France’ voor de Deense radio in 1951, kan nog net worden toegevoegd aan de 16-delige cd-box Ik zou nooit iets anders willen zijn, die op 3 oktober 2005 gepresenteerd werd in het Nieuwe de la Mar Theater in Amsterdam.

In 2017 werd brug 175, die over de Leidsegracht in Amsterdam loopt, naar Sonneveld genoemd. Eerder werden in Almere, Arnhem, Hengelo en Waalwijk straten naar hem genoemd.


bron: Wim Sonneveld. De parel van het cabaret, Hilde Scholten (Terra Lannoo 2006)