Tijdlijn Cabaret: 1948 - De Louis Davidsring wordt in het leven geroepen
De gemeente Rotterdam roept de Louis Davidsring in het leven. Davids’ zus Heintje is de eerste die hem krijgt
Onder het spelen van Draaien, altijd maar draaien wordt Heintje Davids ter ere van haar zestigste verjaardag groots onthaald in het Rotterdamse Luxortheater. Met een verhaal en een lied vertelt Heintje in een speciaal programma over haar leven dat vanaf haar geboorte met Rotterdam verbonden is. Later wordt ze tijdens de huldiging toegesproken door onder anderen loco burgemeester J. van Tilburg, voorzitter van de Kunststichting Dhr. Drost, de directeur van de Rotterdamse Schouwburg, de directeur van het Luxor Theater en Ko Arnoldi, directeur van het Rotterdams Toneel. Uiteindelijk krijgt ze van Alex de Haas de Louis Davidsring overhandigd, vernoemd naar haar broer.
Louis Davids spreekt vol lof over Heintje. Zij verdient de ring als geen ander, omdat haar volkshumor in zo veel lagen van de bevolking weerklank vindt. Net als bij de Theo Mann-Bouwmeesterring, moet Heintje de ring later overdragen aan een waardige opvolger. Ze is ontroerd door de eer die haar ten deel valt: “U is gewend om mij te lachen, maar nu kan ik niet lachen. Vanavond zie ik dat ik een kind ben van Rotterdam. Als Louis dit nog had kunnen meemaken, was hij trots geweest op zijn zusje. Dit is de mooiste avond van mijn leven geweest.”
Opvolgers
In 1954 wordt de ring voor het eerst overgedragen. Heintje Davids besluit om de ring te schenken aan Wim Kan.
In 1976 viert Wim Kan zijn 40 jarig jubileum en geeft hij de Louis Davidsring door. Hij heeft echter moeite om zijn keuze te maken: “Ik geef hem niet aan Ramses, want die maakt hem weg! Niet aan Jasperina, want die zei laatst in een interview dat ze verliefd op mij is en dan denkt ze misschien: 'is een verlovingsring!' Ook niet aan Paul van Vliet, want die zegt dat ik zijn ‘vader’ ben, en als dat waar is, komt de zaak te veel in de familiesfeer- zo van “niet omdat het m’n eigen kind is, maar die jongen van mij” enz… enz…! Seth geef ik hem ook niet, want die geeft hem misschien aan Pieter van Vollenhoven! Hij gaat ook niet naar André van Duin, want die weet niet wat voor gezicht die daarbij zal trekken… Niet naar Kees van Kooten en Wim de Bie, want er is maar één Davidsring. En ook niet naar Freek de Jonge, want als het zijn beurt is om hem weg te geven, geeft ie hem aan zichzelf!’ Uiteindelijk blijft er voor Kan maar één iemand over aan wie hij de ring kan geven: Herman van Veen.
Van Veen draagt de ring ruim veertig jaar bij zich. In november 2015 gaf hij de ring door aan Claudia de Breij.