Theo Mann-Bouwmeester: Repertoire - Films

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg

Theo Mann-Bouwmeester, 1895. Fotograaf onbekend. Collectie TIN.


Eenlevenlangtheater Theo Mann-Bouwmeester:



Films

Filmstill van Theo Mann-Bouwmeester en Yard van Staalduynen bij de opnames van Schande. Fotograaf onbekend. Collectie TIN. O.a. Theo Mann-Bouwmeester, Theo Frenkel sr. en Max Blokzijl bij een filmopname in Berlijn-Neubabelsberg, hoogstwaarschijnlijk de film Judith (1924). Fotograaf onbekend. Collectie TIN.

Slechts vijfmaal waagde Theo Mann-Bouwmeester zich aan het medium film, waarschijnlijk op aandringen van haar zoon Theo Frenkel sr., die vier van de vijf films waarin ze speelde, regisseerde. Maar het was niet voor niets dat haar activiteiten op dit vlak zich tot dit vijftal beperkten, filmen had haar hart niet:

"Ik heb ook gefilmd ... niemendal hoor! 't Gaf mij geen emotie. Je repeteert een paar keer een brokstuk van 'n scène, je krijgt geen rol, die je in je opneemt, je mompelt maar wat om je 'n houding te geven en tegen dat je denkt "nu komt het", is 't al afgeloopen. Dat laat je leeg, doet je niets. Als zoo'n filmster moet huilen, neemt ie 'n spuitje glycerine of water en druppelt zich dat in de oogen om quasi tranen in de oogen te krijgen. Neen, een waarachtig tooneelartiest bevredigt het niet."

Bron: Mevrouw Theo Mann-Bouwmeester van Folkert Kramer (Amsterdam 1926)

Koning Oedipus

7 september 1912: Theo Mann-Bouwmeester als koningin Jocasta in Koning Oedipus. Regisseur onbekend. Samen met Louis Bouwmeester, Anton Roemer, Frits Bouwmeester, Rafaël Bouwmeester, Alex Faassen.

Het scenario is gebaseerd op de Griekse tragedie Oedipus Rex van Sophocles. De film werd geproduceerd door Film-Fabriek F.A. Nöggerath en ging op 7 september 1912 in Den Haag in première in de bioscopen Flora en Cinéma Americain. Theo Mann-Bouwmeesters neef, Theo Frenkel Sr (die de artiestennaam Theo Bouwmeester gebruikte), had een jaar voor Koning Oedipus met Theo Mann-Bouwmeester en haar broer Louis Bouwmeester gemaakt werd, al een Kinemacolor versie gemaakt van hetzelfde toneelstuk. Hij maakte deze film in de Kinamacolor studio in Nice, en hij speelde zelf de titelrol. Deze Oedipus Rex ging in januari 1912 in Londen in première. De film wordt als verloren gegaan beschouwd.

Bron: Of Joy and Sorrow. A filmography of Dutch Silent Fiction, geschreven door Geoffrey Donaldson (1997 Stichting Nederlands Filmmuseum.

Pro Domo

20 september 1918. Theo Mann-Bouwmeester als Gravin de Grancé in Pro Domo. Scenario Theo Frenkel sr.. Samen met Louis Bouwmeester (Graaf de Grancé), Jacques Reule, Lily Bouwmeester, Julie Frenkel-Meijer, Henriëtte Blazer, Coen Hissink, John Timrott, Rika Hopper, Ernst Winar, Annie Wesling, Willy Timrott, Jan Grader jr., Frits Engels, Jacques Sluyters jr., Bertus Onstee, Reinoud van der Hilst jr., Jules Brongers, Piet Kattermole, Max Louis Blitz.

Theo Frenkel sr. schreef het scenario dat hij baseerde op het toneelstuk Pro Domo (1914) van Jonkheer A.W.G. van Riemsdijk. Deze laatste had dit melodrama speciaal voor Louis Bouwmeester geschreven. Theo Mann-Bouwmeester speelde ook mee in het toneelstuk dat werd geregisseerd door Herman Heijermans. Het was de Amsterdam Film Compagnie die de filmversie produceerde die op 20 september 1918 in het Amsterdamse Cinema Palace in première ging. In de Bioscoopcourant van 19 april 1918 schreef een recensent over de film, die bij voorbaat een succes moest zijn: '(...) Niettemin waren er velen, die hieraan twijfelden, omdat juist het meest pakkende, meest interessante uit dit werk, n.l. het te houden pleidooi van de vader zijn verdediging voor de rechtbank, nooit op de film tot zijn recht kon komen. Dat deze personen te spoedig hebben geoordeeld, bleek bij het zien van deze film. In dit genoemde gemis is op doeltreffende wijze voorzien, n.l. door het aanbrengen van een gedeelte van dit pleidooi op het doek, naast vele gebeurtenissen en treffende momenten uit het gehele leven van de zoon, zodat gedurende het te houden pleidooi, door het zien van dit alles, een indrukwekkende stemming ontstaat. Gedurende de gehele handeling (de film heeft zes akten) blijft de belangstelling bij en gaat men in 't werk op. Het spel der bekende artiesten was zeker te roemen, en dat dit gewaardeerd werd, bleek enige malen door 't applaus, wat hierbij gehoord werd. De foto's waren over het algemeen zeer helder en de opnamen van de parken en het kasteel in de trant van het verhaal. Voor 't overige gedeelte viel zeer veel op deze film aan te merken en hebben wij van de Amsterdam Film Cie. veel beter verzorgd werk gezien als dat dit met deze film nu het geval was. Het was werkelijk jammer. En dat nu, terwijl dit werk meer als enig ander, betere verzorging verdient.'

In de collectie van het Nederlands Filmmuseum bevindt zich een fragment van de film (156 meter). Theo Mann-Bouwmeester is hierin enkele seconden te zien wanneer zij geïntroduceerd wordt als de gravin.

Bron: Of Joy and Sorrow. A filmography of Dutch Silent Fiction, geschreven door Geoffrey Donaldson (1997 Stichting Nederlands Filmmuseum) en Geschiedenis van de Nederlandse film en bioscoop tot 1940 van Karel Dibbets en Frank van der Maden (red.) (Het Wereldvenster 1986).

Helleveeg

1 oktober 1920: Theo Mann-Bouwmeester als Mevrouw van Wijck in Helleveeg. Scenario en regie: Theo Frenkel sr.. Met o.a.: Mien Duymaer van Twist, Co Balfoort, Lily Bouwmeester, Frits Fuchs, Herman Schwab, Wilhelmina Schwab-Welman e.a.

De film ging op 1 oktober 1920 in de Amsterdamse Cinema De Munt in première. Producent was de Amsterdamse Film Cie. De buitenopnames werden grotendeels opgenomen op de tennisbaan in Schollenbrug, Amsterdam en in een rozentuin in Aerdenhout.

Het verhaal begint in Amerika, waar Jane (Mien Duymaer van Twist), een jonge vrouw van Nederlandse komaf, een luxe leventje gewend is. Net na een verbroken relatie ontmoet ze in een kroeg toevalligerwijs een Nederlander genaamd Willem Hendriks (Co Balfoort), die helemaal verliefd op haar wordt. Hij vertelt haar dat hij de afgelopen jaren grof geld heeft verdiend en weer terug wil gaan naar Nederland, het liefst met Jane, en hij belooft haar een luxueus leventje aldaar. Eenmaal in Nederland, bekent Willem dat hij nog een dochter heeft uit een eerdere relatie en dat hij haar bij hun in huis wil nemen. De dochter, Louise (gespeeld door Lily Bouwmeester), heeft hij ondergebracht bij het echtpaar Van Wijck, waarvan de vrouw door Theo Mann-Bouwmeester wordt gespeeld. Jane is het kind echter liever kwijt dan rijk en stort zich op haar oude leventje, dat van geld uitgeven aan drank en kleding. De nieuwe dochter laat ze links liggen, en als de broer van Willem (Frits Fuchs), die dit lijdzaam aanziet, wil ingrijpen, windt ze die ook om haar vinger, wat haar de bijnaam Helleveeg oplevert.

De film wordt als verloren gegaan beschouwd.

Bronnen: Of Joy and Sorrow. A filmography of Dutch Silent Fiction, geschreven door Geoffrey Donaldson (1997 Stichting Nederlands Filmmuseum) en wikipedia.nl.

Schande / Frauenmoral

september 1923: Theo Mann-Bouwmeester als Jane's stiefmoeder in Schande van Theo Frenkel sr.. Met o.a.: Helena Makowska (Jane), Oskar Marion, Hans Merkwitz, Edith Heuss, Willi Kaiser-Heyl, Adolf Klein, Yard van Staalduynen

Nederlands/Duitse co-productie. De film wordt als verloren gegaan beschouwd.

Judith / Frauen in Sumpf

juni 1924: Theo Mann-Bouwmeester als de moeder van Charles Delcourt in Judith van Theo Frenkel sr. Met o.a.: E. Paul, Helena Makowska, Adolf Klein, Claire Rommer, Ernst Rückert, Heinz Salfner (Charles Delcourt), Olga Limburg, Oskar Marion.

De film is een Nederlands/Duitse co-productie. Een incomplete versie van de film bevindt zich in de collectie van het Nederlands Filmmuseum.