Jos Brink: Biografie - De eerste jaren bij de radio en televisie

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg

Portret Jos Brink. Collectie TIN.

Eenlevenlangtheater Jos Brink:

De eerste jaren bij de radio en televisie

Toen Jos Brink besloot dat hij acteur wilde worden, volgde hij veel zang-, ballet- en spraaklessen om zich in het vak te bekwamen. Op zestienjarige leeftijd kwam hij terecht bij de hoorspelcursus van de Nederlandse Radio Unie. Jos Brink slaagde voor de opleiding en kreeg vrijwel direct een contract bij de Hoorspelkern. Daarnaast richtte hij in 1962 het Cabaret-Show-Gezelschap Jos Brink op en ging hij spelen bij het Amsterdams Jeugdtoneel. Dit leven als freelancer viel Jos Brink niet mee, zeker niet toen hij bij de Nederlandse Radio Unie werd ontslagen. Hij was daar een keer niet op komen dagen bij een opname, omdat hij een lucratievere schnabbel had.

Maar eind 1962 werd Jos Brink gevraagd om de presentatie van het AVRO radioprogramma Tussen 10+ en 20- over te nemen. Het was een bestaand programma, het eerste dat zich richtte op de teenagers van die tijd. Op 31 december 1962 debuteerde Jos Brink als presentator en hij wist het succes dat het programma al had, te vergroten. Bij veel tieners was hij ongelooflijk populair, met name omdat hij door zijn leeftijd midden in de doelgroep stond. Overal werd namelijk gezegd dat hij 18 jaar oud was, hoewel hij eigenlijk al richting de 21 ging. Maar Jos Brink had zijn populariteit uiteraard niet alleen te danken aan zijn leeftijd. Zo werd de zin, waarmee hij het programma altijd eindigde, beroemd. De uitspraak: 'Zorg goed voor jezelf', resulteerde zelfs in een fanclub én een single.

Affiche Geen bezoek geen bloemen. Collectie Theater Instituut Nederland.

Als één van de populairste radiomakers van Nederland werd Jos Brink regelmatig gevraagd om evenementen te presenteren. Zo was hij in juni 1964 aanwezig bij het bezoek van The Beatles aan Nederland en hij presenteerde het beroemde bezoek van The Rolling Stones aan het Scheveningse Kurhaus, het optreden dat na een kwartier eindigde in een grote ravage. Ondanks zijn grote populariteit was deze periode achteraf niet de allergelukkigste uit zijn carrière. Brink voelde zich vaak eenzaam, want ondanks dat hij de hele dag mensen en fans om zich heen had, thuis was hij alleen. Officieel had hij het te druk voor een vriendin, maar het was voor zijn carrière beter om niet voor zijn geaardheid uit te komen. Het was in die tijd nog moeilijk om openlijk over homoseksualiteit te praten.

In 1965 wilde Brink, inmiddels gestopt met Tussen 10+ en 20-, zich meer op het theater richten. Met het geld dat hij verdiende met het inspreken van radioreclames, kon hij een eigen voorstelling financieren. In 1966 richtte hij het Ensemble Jos Brink op en het eerste programma van het gezelschap werd Grote, grote wallevis dat hij samen met Vera Bergman en Henk Flier speelde. De reacties op de voorstelling waren niet positief. De Tijd schreef: “Het valt op dat Jos Brink erg veel heeft gekeken naar oom Toon of meneer Sonneveld. (...) Jos Brink kan wel iets maar het is te veel namaak, zijn frisheid doet niet echt aan, zijn ‘persoonlijkheid’ lijkt zo gespeeld.” Veel succes had de voorstelling dus niet. Om toch aan het werk te blijven, speelde Jos Brink behalve in de voorstelling veel in commercials. Ook werkte hij af en toe als fotomodel. Maar de drang naar theater bleef aanwezig.

Na Grote, grote Wallevis wilde hij met een sterk programma terugkomen. Samen met steun en toeverlaat Hetty van Kempen maakte hij de voorstelling Wobbewaf, vernoemd naar haar antieke speelgoedhond. Tijdens de voorstelling stond de hond op de piano wat voor Jos Brink aanleiding was er een conference over te maken. Voor het eerst schreef hij ook alle teksten, maakte hij de muziek én ging hij in zijn eentje het toneel op, solo. De reacties waren veel positiever dan bij Grote, grote Wallevis.

Brink wilde, geïnspireerd door deze goede kritieken, snel weer een nieuwe voorstelling maken. Die kreeg de titel Geen bezoek, geen bloemen en werd uitgebracht onder de naam Cabaret Wobbewaf. Zo bleef het eerste programma nog een beetje voortleven. Jos Brink kreeg langzaamaan steeds meer werk aangeboden. Voor de omroeporganisatie TROS maakte hij een aantal cabaretstrips, zoals Bij de buyten binnen en Huilen op de trap, en in het seizoen 1970-1971 werd hij gevraagd voor drie televisieshows. In deze programma’s ontmoette Jos Brink een aantal beroemdheden. Hij zong en hij speelde sketches. De reacties op de Jos Brink Show waren zeer positief. Hij was volgens velen een innemende persoonlijkheid die kon zingen en wist hoe hij een programma moest presenteren.

Een nieuwe kans in het theater kwam in 1972, toen Jos Brink bij het Amsterdams Volkstoneel ging spelen. Beppie Nooy vroeg hem voor een rol in de productie Liefde is...had je me maar!! een voorstelling met hoogtepunten uit de Nederlandse cabaretgeschiedenis. Dat Jos Brink theater verkoos boven televisie, is nooit een geheim geweest. Hij stond het liefst op een podium met lachend publiek. Zijn grootste inspirator op dit gebied was Wim Sonneveld. Zijn hele carrière heeft Jos Brink zich aan hem gespiegeld en ze werden ook regelmatig met elkaar vergeleken, zoals eerder bleek uit één van de recensies van Grote, Grote Wallevis. In een brief aan Wim Sonneveld vroeg Jos Brink of er een mogelijkheid bestond dat hij voor de cabaretier zou kunnen werken. Dit was niet het geval, maar vanaf dat moment is er wel een goed contact ontstaan. Jos Brink mocht hem achter de schermen opzoeken tijdens een aantal voorstellingen en Sonneveld gaf wel eens commentaar op nieuwe teksten van Jos Brink.

Jos Brink in een interview over Wim Sonneveld: “Ik streef zinnig en elegant entertainment na: ik wil de mensen aan het lachen maken met dingen waar ze over na moeten denken en bovendien moet het er goed uitzien. Er moet nagedacht zijn over inhoud en vorm. Mede daarom is Wim Sonneveld mijn grote voorbeeld. (...) Sonneveld was geen politieke conferencier, zoals Wim Kan, hij was meer een verteller. Hij kon heel vals en gemeen zijn maar had toch een bepaald soort chique. Ze zeiden ook wel eens van mij dat ik op hem leek. Misschien deed ik hem vroeger een beetje na. Dat vond hij ook, trouwens. Maar ik moet nooit de tweede Wim Sonneveld worden, wel de eerste Jos Brink. In mijn genre is Sonneveld de grootste, onvergelijkbaar met anderen.”

Na Liefde is...had je me maar!! kwamen de aanbiedingen voor rollen nog altijd niet in grote aantallen binnenstromen. In juni 1972 beklaagde Jos Brink zich dan ook hoe moeizaam zijn loopbaan verliep. Tijdens een opnamesessie zei een collega dat hij zich geen zorgen hoefde te maken en dat er vast wel iets zou komen. Enkele ogenblikken later ging inderdaad de telefoon: het was Frank Sanders.

Bron: tekst overgenomen uit het boekje Jos Brink. Een mensen-mens met theater als anker van Esmé Apeldoorn (2007 AO Actuele Onderwerpen BV).