Frederik van Eeden
Naam | Frederik van Eeden |
---|---|
Volledige naam | Frederik Willem van Eeden |
Geboortedatum | 3 april 1860 |
Geboorteplaats | Haarlem |
Overlijdensdatum | 16 juni 1932 |
Overlijdensplaats | Bussum |
Beroep | Auteur |
Discipline | Toneel |
Externe databases: | |
DBNL | |
IMDb | |
VIAF |
Biografie
Frederik van Eeden (1860 – 1932) was een Nederlands psychiater, schrijver en wereldverbeteraar, die zich diepgaand heeft beziggehouden met taal- en begripskritiek.
Frederik van Eeden was de zoon van de plantkundige Frederik Willem van Eeden en groeide op in een milieu waarin kunst en wetenschap een belangrijke rol speelden. In 1878 ging hij medicijnen studeren in Amsterdam. In 1886 promoveerde Van Eeden en vestigde hij zich te Bussum als huisarts, maar hij specialiseerde zich al snel geheel in de psychotherapie. In het begin van de jaren tachtig van de negentiende eeuw speelde Van Eeden een belangrijke rol in het studentenleven in Amsterdam en publiceerde hij zijn eerste artikelen en blijspelen. Hij werd lid van de letterkundige vereniging Flanor en richtte in 1885 met Frank van der Goes, Willem Kloos, Willem Paap en Albert Verwey het tijdschrift De Nieuwe Gids op, dat de spreekbuis van de Beweging van Tachtig zou worden.
De Tachtigers zetten zich af tegen de Victoriaanse "domineespoëzie", die populair was in de tweede helft van de negentiende eeuw. Van Eeden leverde een groot aandeel in de Grassprietjes van Cornelis Paradijs (1885), met een voorwoord van Sebastiaan Slaap (= Willem Kloos) en van P.A. Saaije Azn. (pseudoniem van Arnold Aletrino). In deze beroemde pastiche op de rijmelarijen van dichters als Nicolaas Beets, J.J.L. ten Kate, E. Laurillard en J.P. Hasebroek, werd ook de reputatie afgebroken van Hendrik Tollens, die als de nationale dichter werd beschouwd. In honderd jaar verschenen van deze bundel tien drukken.
De eerste afleveringen van De Nieuwe Gids bevatten delen van het door Van Eeden geschreven allegorische sprookje De kleine Johannes, dat in 1887 in boekvorm werd uitgegeven. In 1894 trad hij uit de redactie van De Nieuwe Gids. De nadruk die de Tachtigers legden op de esthetiek als drijvende factor (l'art pour l'art) sloot bij nader inzien niet blijvend aan bij zijn levensvisie.
Op 15 april 1886 trouwde Frederik van Eeden met Martha van Vloten. Ze kregen twee zoons. Ze scheidden op 29 juli 1907. Over het leven en de dood van zijn zoon Paul schreef hij het boek Paul's ontwaken. Op 21 augustus 1907 hertrouwde hij met Geertruida Woutrina Everts, met wie hij eveneens twee zoons kreeg.
In 1900 verscheen zijn psychologische roman Van de koele meren des doods, die sindsdien vele malen herdrukt is en nog steeds veel gelezen wordt. Hierin stelt Van Eeden de helende waarde van religie en psychotherapie tegenover de fatalistische opvattingen van de naturalistische auteurs.
Rond 1900 ontwikkelde hij zich in anarchistische richting. Hij was bevriend met de in Londense ballingschap verblijvende Rus Peter Kropotkin. De kolonie Walden in Bussum was een poging zijn maatschappelijke opvattingen concrete gestalte te geven. Dit experiment van 1898 tot 1907 is voor de ontwikkeling van het socialisme in Nederland van betekenis geweest.
In zijn latere leven hield Van Eeden zich hoe langer hoe meer bezig met significa en spiritisme. In 1897 verscheen zijn Redekunstige grondslag van verstandhouding, dat wel wordt beschouwd als eerste Nederlandse geschrift op het gebied van de significa. Hij behoorde in 1916 tot de oprichters van de Internationale School voor Wijsbegeerte in Amersfoort, die in zijn ogen een centrum ‘ter verdieping van levens- en wereldbeschouwing’ moest worden. Daarbij was de leer van de significa, in het bijzonder de betekenis van de taal voor de menselijke verstandhoudingen, voor hem een belangrijke inspiratiebon. Hij onderhield in die tijd nauw contact met de grondlegger Lady Victoria Welby.
Theater CV
Frederik van Eeden heeft bijgedragen aan 28 productie(s).
Frederik van Eeden heeft gewerkt in de volgende functies:
- Bedacht naar - Zie lijst (A-Z) of lijst (datum)
- Auteur (schrijver libretto, scenario) - Zie lijst (A-Z) of lijst (datum)
Het gehele overzicht van voorstellingen waaraan Frederik van Eeden heeft meegewerkt, voor zover geregistreerd in de Theaterencyclopedie:
NB: Bij de carrièreoverzichten zijn de voorstellingen gekoppeld aan de premièredatum. Het kan echter voorkomen dat personen niet aan de première meewerkten, maar pas later bij de voorstelling betrokken raakten.
Werk
Het sonnet (1883)
- Frans Hals (1884)
- Het poortje, of De duivel in Kruimelburg (1884)
- De kleine Johannes (1885)
- Grassprietjes (onder ps. Cornelis Paradijs) (1885)
- Noorderlicht (1888)
- Don Torribio (1890)
- Studies (1890)
- Ellen, Een lied van de smart (1891)
- Johannes Viator, Het boek van de liefde (1892)
- De broeders (1894)
- Studies. Tweede reeks (1894)
- Het lied van schijn en wezen (1895-1922)
- Lioba (1897)
- Studies. Derde reeks (1897)
- Enkele verzen (1898)
- Van de koele meren des doods (1900)
- Van de passielooze lelie (1901)
- De waterlelie (1901)
- De blijde wereld (1903)
- Over woordkunst (1903)
- Studies. Vierde reeks (1904)
- De kleine Johannes II en III (1905, 1906)
- Minnestral (1907)
- Dante en Beatrice (1908)
- IJsbrand (1908)
- De nachtbruid (1909)
- Welt Eroberung durch Heldenliebe (1911)
- Happy Humanity (1912)
- Pauls ontwaken (1913)
- De heks van Haarlem (1914) ter ere van de opening van de Stadsschouwburg Haarlem
- Jezus' leer en verborgen leven (1919)
- Het godshuis in de lichtstad (1921)
- Uit Jezus' openbaar leven (1922)
- Langs den weg (1925)
- Jeugd-verzen (1926)
- Liber Amicorum (1930)
- Mijn dagboek (1931-1934; dl. 9, 1945)
- De geestelijke verovering der wereld (1933)
Trivia
- Het boek De Uitvreter van zijn tijdgenoot Nescio begint met de beroemd geworden zin: Behalve den man, die de Sarphatistraat de mooiste plek van Europa vond, heb ik nooit een wonderlijker kerel gekend dan den uitvreter. Met de man die.. verwijst Nescio naar Frederik van Eeden. Van Eeden beschreef de Sarphatistraat in 1888 als een voorbeeld van negentiende-eeuwse wansmaak, terwijl hij zich toch kon herinneren dat hij het vroeger de mooiste straat van Amsterdam vond. Kennelijk was het algemeen bekend dat Nescio Van Eeden bedoelde met de 'wonderlijke kerel' uit De Uitvreter. In een toespraak die hij in 1899 tot Amsterdamse arbeiders richtte, introduceerde Van Eeden zich met de woorden: "Misschien heeft men u verteld dat ik een wonderlijke kerel ben..." In zijn Titaantjes schreef Nescio: 'In de kolonie van Van Eeden hadden we misschien kunnen gaan, maar toen we op een zondag er heen waren gelopen, vier uur gaans, toen liep daar een heer in een boerenkiel op dure gele schoenen, kolombijntjes te eten uit een papieren zak, blootshoofd, in innige aanraking met de natuur, zoals dat toen genoemd werd, en z'n baard vol kruimels. We dorsten niet verder en liepen maar weer naar Amsterdam terug.'
- De spiritistisch geïnteresseerde auteur Jozef Rulof beweerde dat hij tijdens het schrijven van zijn trilogie Maskers en Menschen (1948) mediaal contact had met de in 1932 overleden Van Eeden.
- In veel Nederlandse gemeenten bevindt zich een Frederik van Eedenstraat, -laan of -plein. In Antwerpen is het premetrostation Frederik van Eeden naar hem genoemd. Dit bevindt zich op het Frederik van Eedenplein in Sint Anna-Linkeroever.
Bronnen