Wim Sonneveld: Repertoire - Wim Sonneveld's Cabaret

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg

Wim Sonneveld, 1955. Foto: Godfried de Groot. Collectie TIN.


Eenlevenlangtheater Wim Sonneveld:

Wim Sonneveld's Cabaret

Wim Sonneveld en Conny Stuart. Foto: Foto-persbureau Fellinga. Collectie TIN.

Met de première van Alleen voor dames op 1 december 1943 gaat een jarenlange wens van Wim Sonneveld in vervulling; een eigen cabaretgezelschap in het Leidschepleintheater in Amsterdam.

Door bemiddeling van zijn toenmalige secretaresse Wim Hora Adema komt Sonneveld in contact met Hella Haasse. In haar vindt hij de geschikte auteur voor de eerste programma’s van zijn cabaret. Haasse levert aanvankelijk (bijna) alle teksten, maar na de Tweede Wereldoorlog nemen haar bijdragen langzamerhand in aantal af. In 1947 houdt ze het cabaret helemaal voor gezien en richt zij zich op haar literaire carrière.

Sonneveld engageert onder andere Lia Dorana, Conny Stuart, Elly Weller, Eri Rouché, Sophie Stein en Wim de Soet & Wim de Vries op vleugel voor zijn cabaret. Het zijn drukke jaren. Tot aan 1957 had het gezelschap maar één vrije avond per jaar: oudejaarsavond.

Lia Dorana: 'Ik ontmoette Wim in La Gaîté (een club, gevestigd in de Amsterdamse bioscoop Tuschinski, red.), waar ik Hongaarse en Franse liedjes zong. Op een gegeven moment werd hij ook geëngageerd, en op een avond vroeg hij of ik ‘Bon soir, mon amour’ met hem zou willen zingen. Dat beviel hem kennelijk zo goed dat hij zei: ‘Als ik nou ooit zelf een cabaret begin, dan ben jij een van de eersten die ik vraag.’ Ik wist toen helemaal niet wat cabaret inhield, maar vond het idee al leuk.'

Omdat het cabaret in deze dagen nog niet de massale aandacht van het publiek heeft, is het noodzakelijk de verschillende programma’s elkaar snel op te laten volgen. Tot en met 3 januari 1960, de dag waarop de laatste voorstelling van Rim Ram wordt gegeven, zal het Sonneveldcabaret in totaal dertig verschillende producties maken. Op 18 oktober 1952 verandert wel de naam van 'Wim Sonneveld's Cabaret' in 'Ensemble Wim Sonneveld'. Het Ensemble is een naamloze vennootschap opgericht door Wim Sonneveld en Huub Janssen.

Lia Dorana: 'Het Sonneveldcabaret is de mooiste tijd van mijn leven gebleken. Het was mijn Toneelschool, met een fantastische leraar en reuze lieve collega’s. We werden overal in betrokken, bijvoorbeeld ook of het wel zou gaan lopen. We stonden elke avond bij de kassa om te kijken of er in godsnaam wel mensen kwamen. Wim leerden we kennen als een uitermate lieve man. Maar zó bang als hij op moest ... We moesten hem echt het toneel optrékken. Dat is in de loop van de tijd wel wat veranderd, maar hij is zijn angst voor het publiek nooit helemaal kwijtgeraakt.

Wim nam ons altijd mee op sleeptouw. Op tournee, als de reis een beetje saai zou zijn, dan zocht hij iets op waar we met z’n allen naartoe konden. Bijvoorbeeld een klooster met heel speciale gezangen, of naar het Planetarium van Eise Eisinga in Franeker. Hij was altijd bezig ons bij te scholen, en wij vonden het heerlijk. Wim was tegen ons net zo hartelijk als tegen Conny Stuart. Maar wij waren getrouwd en hadden verplichtingen tegenover onze eigen mannen. Voor Conny gold dat minder, die kon meer over haar tijd beschikken. Dus als Wim na de voorstelling vroeg wie er nog even mee naar zijn huis ging, dan kon Conny dat doen. Dat maakte hun band sterker.'

Conny Stuart: 'Sonnevelds ensembles kenden in de loop der jaren vaak eenzelfde soort samenstelling: Wim en ik, en daarnaast een oudere actrice van een zekere statuur. Eerst was dat Sophie Stein en vanaf 1948 werd het Emmy Arbous. Verder verzamelde hij altijd jong talent om zich heen, zoals Lia Dorana, Hetty Blok, Kees Brusse en Joop Doderer. Wel is het opvallend dat Wim vooral sterke vrouwen naast zich koos. De mannen, zoals Nico Knapper, Albert Mol, Jan Staal, Fred Vasen en Guus Verstraete, waren over het algemeen wat meer te scharen onder de categorie bruikbare krachten. Alleen Joop Doderer kon zich meten met Wim. We werden lange tijd begeleid door één of twee pianisten - zoals Wim de Vries, Wim de Soet, Peter Kellenbach en Han Beuker - maar vanaf 1954 werd gitarist Jan Blok toegevoegd. Vanaf dat moment zongen we ook met microfoons, omdat onze stemmen anders niet boven de versterkte gitaar uit zouden komen.'

bron: Wim Sonneveld. De parel van het cabaret, Hilde Scholten (Terra Lannoo 2006)

Foto's

In den winckel van Sinckel 104519.jpg In den winckel van Sinckel 104520.jpg

Links: v.l.n.r. Karin Larsen, Joop Doderer, Lucie Mol, Wim Sonneveld, Conny Stuart. Rechts: v.l.n.r. Joop Doderer, Lucie Mol, Louis Dusee, Emmy Arbous, Wim Sonneveld, Conny Stuart, Paul Deen, Karin Larsen in In de winckel van Sinckel, 1953. Foto's: Max Koot. Collectie TIN.

Artiestenpension 127302.jpg Artiestenpension 104527.jpg

Links: v.l.n.r. Wim Sonneveld, Lia Dorana, Conny Stuart, Albert Mol in Artistenpension. Rechts: Wim Sonneveld in Artistenpension, 1951. Foto's: Frits Lemaire/MAI. Collectie TIN.

Vanavond om 8 uur 102771.jpg Vanavond om 8 uur 102773.jpg

Wim Sonneveld (links) en Conny Stuart (rechts) in Vanavond om acht uur, 1947. Fotograaf onbekend resp. Foto: Particam Pictures/MAI. Collectie TIN

Overzicht

Tussen 1943 en 1959 speelde hij met zijn eigen cabaretgroep Cabaret Wim Sonneveld een groot aantal shows:

  • 1 december 1943: Alleen voor dames
  • 1 februari 1944: Sprookjes. Elly Weller: 'In Sprookjes deden Wim en ik het nummer ‘Pierrot en Pierette’. Ik had op een avond mijn hondje bij me en dat lag te slapen in de kleedkamer. Maar ik was zo stom om de deur niet dicht te doen. Het beestje is me achterna gekomen en onder Wims prachtige tekst als Pierrot, kwam het ineens het toneel op. Het publiek keek natuurlijk alleen nog maar naar het hondje. Hoe teleurgesteld Wim ook was, hij viel niet tegen me uit. Hij zei alleen: ‘Dat moet je niet meer doen, daar verpest je de voorstelling mee.’
  • 3 mei 1944: Opus 3.
  • 6 juli 1945: De bloemetjes buiten. Wim Sonneveld: 'Toen de oorlog voorbij was, zijn we direct begonnen met De bloemetjes buiten te zetten. Overdag repetities. Broodmager als we waren, toch enthousiast en we werden gevoed door de centrale keuken naast het theater.' (uit: Sonneveld Souvenirs, VARA-radio, 31 december 1955).
  • 17 november 1945: Tingeltangel
  • 1 december 1945: Reveille; een revue van A.V.O.S. (Alles Voor Onze Soldaten). Wim Sonneveld regisseert een revue met onder anderen Louisette, Joekie Broedelet en Dick Swidde.
  • 18 januari 1946: Verre reizen
  • 16 april 1946: Tutti frutti
  • 1 november 1946: Leidscheplein
  • 2 januari 1947: Vanavond om acht uur
  • 1 juli 1947: 't Is maar comedie. Wim Sonneveld: 'Dit was het laatste programma waarin ik een buitenlands liedje zong. Tenslotte waren we in Nederland en niet iedereen vindt het leuk om te doen alsof-ie vreemde talen verstaat. Bovendien zijn er buitenlandse zangers die het beter doen dan ik.' (uit: Sonneveld Souvenirs, VARA-radio, 31 december 1955)
  • 3 augustus 1948: 't Is historisch
  • 4 januari 1949: We spelen pantomime. Lia Dorana: 'Wim was een perfectionist, dus toen hij in Artistenpension een Spaanse dans wilde doen op het toneel, werd Steffa Wine ingehuurd om ons te leren dansen en de castagnetten te gebruiken. Voor We spelen pantomime nam Wim ons mee naar Parijs, naar de studio van Marcel Marceau. ’s Morgens gingen we met onze tas, waarin een baguette en een fles wijn, naar Marceau. En ’s avonds bezochten we een voorstelling om te kijken of er misschien nummers tussen zaten waar we iets mee konden. Alles was een enorme belevenis, vooral zo vlak na de oorlog. Tussendoor traden we ook nog op voor de Hollandse Club in Parijs. Dat had Wim georganiseerd, want zo werd onze reis tenminste vergoed.'
  • 1 juli 1949: Watergolven. Voor het eerst sinds de start van zijn eigen cabaret, vindt de première van een nieuw programma niet plaats in het Leidschepleintheater in Amsterdam, maar in het Kurhaus in Scheveningen. Met de uitvoering van het zomerprogramma van het Kurhaus treedt Sonneveld in de voetsporen van zijn oude leermeester, Louis Davids.
  • 30 juli 1949: Iene-miene-mutte
  • 1 augustus 1950 't Is mij een raadsel
  • 23 februari 1953: Een bloemlezing in prachtband. Een bloemlezing in prachtband is een cabaretspecial ter gelegenheid van de opening van de Boekenweek. Na de Boekenbalgala-avond in Amsterdam op 23 februari, volgen nog een paar optredens in het land met dit programma. Een bijzonder onderdeel in de voorstelling is een uitvoering van Martinus Nijhoffs bekende gedicht Pierrot aan de Lantaarn.
  • april-mei 1951: Tournee Suriname, Curacao en Aruba. Emmy Arbous, Hetty Blok, Lia Dorana, Wim Sonneveld, Guus Verstraete en pianist Han Beuker gaan op tournee naar Suriname, Curaçao en Aruba. Voor deze reis, die een aanvang neemt op 27 april, zijn twee verschillende programma’s samengesteld. Eén is gebaseerd op ’t Is Historisch en het andere is ‘meer modern georiënteerd’.
  • 4 juli 1951: Herhalingsoefeningen
  • 3 oktober 1951: Artistenpension. De programma’s van het Sonneveldcabaret zijn aanvankelijk losjes samengesteld rondom een bepaald thema, zoals sprookjes en reizen. Vanaf Artistenpension (1951) verbindt een steviger verhaallijn de liedjes, conferences en sketches met elkaar.
  • 22 februari 1952: Van Parnassus naar Montparnasse. Net als Een Bloemlezing in Prachtband is ook dit een programma dat gemaakt wordt ter gelegenheid van de feestelijke opening van de Boekenweek. In de Amsterdamse Stadsschouwburg brengen Sonneveld en zijn collega's eerst een cabaretprogramma, met deels nieuw en deels bestaand repertoire. Daarna volgt een uitvoering van De liefde van Don Perlimplin voor Doña Belisa in zijn tuin, een eenakter van Frederico Garcia Lorca.
  • Gastenboek
  • 13 december 1952: Het meisje met de grote voeten. Het meisje met de grote voeten is de openingsvoorstelling van het Nieuwe de la Mar theater aan de Marnixtraat. Met 24 tegen 9 stemmen was op 23 juli 1952 in de Amsterdamse gemeenteraad het voorstel aangenomen om het De la Mar Theater te verhuren aan het driemanschap Paul Kijzer, Piet Meerburg en Wim Sonneveld. Piet Meerburg: 'De openingsproductie van ons theater, Het Meisje met de grote voeten, was een zwarte bladzijde. Ik vond het een van de beste programma's die Wim ooit gebracht heeft, maar hij was er te vroeg mee. Hij parodieerde de musical terwijl het publiek nog niet wist wat dat was. Wim Kan was altijd uitverkocht, maar bij Sonneveld gaf het programma de doorslag. Pas als de recensies goed waren kwam de loop erin. In dit geval bleef het publiek massaal weg. Het was voor ons een dubbeltje op z'n kant. We hadden al ons geld in het theater zitten. En we waren, net als Fien de la Mar, failliet gegaan als Wim niet met een oplossing was gekomen. Hij stampte in korte tijd een programma in elkaar bestaande uit alle succesnummers van de voorgaande jaren. Vanaf de eerste dag stond de rij tot bij Américain. We waren gered.' (dit programma was Bloemlezing, zie hierna - red.)
  • 3 maart 1953: Bloemlezing I (compilatieprogramma)
  • 16 juli 1953: Bloemlezing II (compilatieprogramma)
  • 15 september 1953: In de winckel van Sinckel. In den Winckel van Sinckel bevat drie liedjes die opvallend veel lijken op nummers uit de Broadwayproductie New Faces of 1952. ‘Verliefd op juffrouw Van Dam’ is geënt op ‘I am in love with miss Logan’, ‘Monotonous’ staat aan de wieg van het lied ‘Vervelend’, dat Jacques van Tol schrijft voor Conny Stuart, en ‘Een cent’ is de Nederlandstalige bewerking van ‘Penny Candy’. Sonneveld vermeldt in geen van deze gevallen de originele bron, zodat auteurs en publiek verstoken blijven van het feit dat er sprake is van plagiaat. Overigens is deze tactiek ook bij het vroegere programma Artistenpension al toegepast. Sonneveld vroeg Annie Schmidt toen een liedje te schrijven over een vrouw die bedrogen is door haar minnaar. Schmidt kwam er pas geruime tijd later achter dat haar ‘Neem je vos terug’ rechtstreeks was afgeleid van ‘Take back your mink’, uit de musical Guys and Dolls. Chansonnier/regisseur/producer Nico Knapper: 'Wim vertelde me eens hoe hij sommige liedjes liet schrijven. Hij had een paar platen uit Amerika: ‘New faces of 1952’ en ‘Upstairs at the downstairs’. Daar stonden nummers op als ‘Monotonous’ en ‘Take back your mink’, beide gezongen door Eartha Kitt. Wim gaf het thema van die liedjes aan een auteur met de mededeling: ‘Maak hierover eens een lied, op de wijze van ‘Waar de blanke top’, dan heb je een goede structuur.’ De teksten die vervolgens geschreven werden, bracht-ie naar een componist met de opdracht om daar muziek bij te maken. En zo leende hij een bestaand bouwwerk en liet een compleet ander huis bouwen. In ons vak geldt dat je mag stelen, als je het maar goed doet.'
  • 19 augustus 1954 Waar de blanke top. In dit programma maken Sonneveld en de zijnen indruk met zogenaamde chanson mimées, oftewel gespeelde en rijk gekostumeerde (oud-Hollandse) liedjes. Al in 't Is maar comedie (1947) nam Sonneveld - onder de noemer ‘comedietjes op melodietjes’ - een voorschot op dit genre, maar het succes daarvan viel in het niet bij de uitvoering van ‘Drie schuintamboers’ en ‘Catootje’ in Waar de Blanke Top.
  • 24 september 1955: Huis, tuin en keuken
  • 1 augustus 1957: Kurhaus Cabaret
  • 1955 Huis tuin en keuken
  • 10 september 1957 À la carte
  • 9 september 1959 Rim Ram. Bij Rim Ram gaat alles mis wat er maar mis kan gaan. Allereerst moet Albert Mol vanwege ziekte vervangen worden. Ook voor zijn vervanger, Jacco van Renesse, moet een opvolger gevonden worden, en dat wordt Hans van Manen. Vervolgens wordt het plan om het programma na de pauze te vullen met de eenpersoonsmusical Carolientje niet gerealiseerd. En als klapstuk wordt de productie zo slecht ontvangen bij pers en publiek dat Sonneveld besluit het programma drastisch om te gooien en het een maand later opnieuw in première te laten gaan. Nu is het programma wel succesvol. Op 3 januari 1960 wordt de laatste voorstelling gespeeld. Hiermee sluit Wim Sonneveld een belangrijk tijdperk af. Hij laat zijn cabaretgezelschap voor wat het is en neemt daarmee afscheid van zijn jarenlange collega Conny Stuart. Sonneveld gaat zich in eerste instantie richten op de musical My Fair Lady.