Ellen Vogel: Biografie - Vader en moeder Vogel

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg

Ellen Vogel, 1950. Foto: Godfried de Groot. Collectie TIN.


Eenlevenlangtheater Ellen Vogel:


Vader en moeder Vogel

Zus Tanja (in stoel), babybroertje Albert en Ellen Vogel. Collectie Ellen Vogel.

Ellen Marie Elze Vogel werd op 26 januari 1922 in Den Haag geboren. Ze was de tweede dochter van het echtpaar Albert Vogel sr. en Ellen Vogel-Buwalda, die beiden de voordrachtskunst beoefenden. Ellen Vogel had een drie jaar oudere zus, Tanja en een twee jaar jongere broer, Albert.

Ellens vader was Albert Vogel sr. (1874-1933), beroemd voordrachtskunstenaar, reserveluitenant-kolonel der infanterie in het Nederlandse leger en auteur van verschillende standaardwerken; over de militaire opvoeding, het Japanse toneel en de voordrachtskunst.

Ellens moeder, Ellen Buwalda (1890-1985), kwam uit een van oorsprong Friese handelsfamilie en had van jongs af aan grote interesse in de voordrachtskunst. Zij was geboren en getogen in het voormalige Nederlands-Indië, maar haar talent werd gevormd door een jarenlang verblijf in Genève.

Van Albert Vogel sr. werd verwacht dat hij de militaire traditie van zijn familie voort zou zetten. Hij begon zijn carrière bij het prestigieuze Haagse regiment grenadiers en jagers, waar zijn vader in 1890 commandant van was. In 1891 werd hij tot eerste luitenant benoemd. Albert had echter een natuurlijk talent voor voordragen en toneelspelen, dat hij in zijn vrije tijd hartstochtelijk uitleefde. In 1906 verwisselde hij het officierskostuum voor de rok met witte das. Van nu af aan was hij reserveofficier en professioneel voordrachtskunstenaar.

Albert Vogel Sr. in uniform. Foto: P.H. Kouw. Collectie Ellen Vogel.

Na een succesvolle tournee door Nederlands-Indië volgde hij lessen in de voordrachts- en toneelspeelkunst aan de beroemde Schauspielschule des Deutschen Theaters van de Oostenrijkse regisseur Max Reinhardt te Berlijn. Daarna reisde Vogel als soloartiest de hele wereld af. Hij reciteerde Vondels Lucifer in het Engels voor president Woodrow Wilson en in het Duits voor de dichtende koningin Elisabeth van Roemenië. Tijdens de Eerste Wereldoorlog trad hij, in zijn hoedanigheid van reservekapitein, op voor de troepen. In 1916 trouwde hij met de zestien jaar jongere Ellen Buwalda, een veelbelovende, jonge voordrachtskunstenares, die hij ontmoette bij wederzijdse vrienden in Hilversum. Haar ouders waren niet gelukkig met haar artistieke aspiraties en haar vader verbood haar onder zijn familienaam op te treden. Haar artiestennaam werd Ellen Vareno. Al snel na hun eerste ontmoeting droegen Albert en Ellen Vogel samen voor in het hele land, en zodra de vrede getekend was, ook over de grenzen.

Albert Vogel sr. vertelde zijn kinderen graag ‘mooie verhalen’ over zijn reizen en optredens. Ellen Vogel herinnert zich: "Mijn vader droeg voor in het Frans, Duits en Engels: Shakespeare of Goethe. Hij trad op voor de mikado in Japan, de sjah van Perzië en voor de toenmalige president Wilson in Amerika. Het Amerikaanse theater waar hij moest optreden had een lichtreclame, iets wat in Europa nog niet bestond, met zijn naam: ALBERT VOGEL, OIDIPOUS, ALBERT VOGEL, OIDIPOUS. Dat vonden wij als kind natuurlijk het einde, om zulke verhalen te horen."

Ze kijkt met een warm gevoel op haar familie en jeugd terug:

Albert Vogel Sr., vader van Ellen Vogel. Collectie Ellen Vogel.
Ellen Buwalda, moeder van Ellen Vogel. Collectie Ellen Vogel.

"Wij zijn een erg familiezieke familie. We waren erg close; alles deden we samen. Natuurlijk hebben we gekibbeld en gevochten, zoals alle kinderen, maar ik ben nog steeds verbijsterd als ik hoor: "Ja, ik heb ergens nog een zuster wonen, maar die heb ik al in geen twintig jaar gezien en die hoef ik ook niet meer te zien." Ik vind familie waanzinnig belangrijk. Voor mij is familie bijna een soort burcht tegenover de boze buitenwereld. Er waren wel mensen op school (we zaten op een rooms-katholieke school) die ons artiestenkinderen vonden; daar kon je niet zo goed mee omgaan. Wij hadden volgens andere kinderen natuurlijk idiote ouders; een moeder die lippenstift gebruikte en die rookte en beige kousen en schoenen aanhad. Je had donkere kousen en schoenen te dragen ... Mijn vader was helemaal een malle man ... met een grote hoed, een flambard heette dat, en een prachtige wandelstok met een zilveren knop die helemaal uitgewerkt en geciseleerd was. Maar hoe dan ook, hij had in de gaten dat wij op school niet lekker werden opgevangen en daar had-ie iets op bedacht. Eens in de zoveel weken kwam hij met de auto, dat was een Studebaker met van die klapstoeltjes erin. Dan kwam hij ons afhalen. Als die kinderen op ons afdromden dan vroeg hij: 'Wie heeft zin om een ritje te maken?' Met een auto vol ging hij dan een ritje maken, daarna zette hij de kinderen bij school af en konden wij weer een paar weken verder. Mijn vader was een schattige vader, waar je in kon klimmen en die leuk verhaaltjes voorlas. Ja, hij was een leeuw met fluwelen handschoenen. En mammie? Alle vrienden en kennissen noemden haar mammie. Ze was een heel bijzondere vrouw: heel wijs en tegelijkertijd grappig!"



Bronnen: teksten grotendeels overgenomen uit het boek Ellen Vogel. Een hommage van Tonko Dop en Anneke Muller (Terra Lannoo 2007).

Over Albert Vogel sr. zie: Albert Vogel: voordrachtskunstenaar (1874-1933) van Caroline de Westenholz (Amsterdam University Press, 2003).

Albert Vogel jr.: Van en over Couperus. Voordrachtklassieken, een cd met hoogtepunten uit het voordrachtsprogramma Van en over Couperus van Albert Vogel jr., op 27 november 1970.