Canon:1966 - Relderelderel in première

Uit TheaterEncyclopedie
(Doorverwezen vanaf Canon:1966)
Ga naar: navigatie, zoeken
NB: De onderstaande tabel is alleen zichtbaar voor beheerders van de TE en dient voor het semantisch vastleggen van een op deze pagina betrekking hebbende "Gebeurtenis" (plus bijbehorende info) op een "Tijdlijn"; de gebeurtenis en bijbehorende informatie kan zo (o.a.) weergegeven worden in de "slides" van een tijdlijn.



Gebeurtenis
Titel: Relderelderel in première
Afbeelding: media:Repro-50xx90894.0009c.jpg
Datum: 1966-10-27
Beschrijving: Succes voor en kamervragen over cabaretgroep Lurelei
Tijdlijn(en): Tijdlijn van het Nederlands Theater
Perso(o)n(en): Eric Herfst, Ben Rowold, Kees Bergman, Jasperina de Jong, Guus Vleugel, Gerard Cox
Productie(s): Relderelderel - Cabaret Lurelei - 1966-10-27
Gezelschap(pen): Cabaret Lurelei
Theater(s): Lureleitheater, Amsterdam

Canonlogo.jpgRelderelderel: succes voor / kamervragen over cabaretgroep Lurelei

In 1958 richtten Eric Herfst, Ben Rowold en pianist Kees Bergman de Cabaret Lurelei op. Aanvankelijk onderscheidde deze groep zich nauwelijks van andere cabaretgroepjes. Dat zou binnen enkele jaren veranderen. Lurelei liet een steeds kritischer geluid horen en groeide uit tot één van de meest gevreesde cabaretgroepen uit de jaren zestig.

Terug naar de kroeg

Lurelei vertegenwoordigde een nieuwe lichting jonge cabaretiers die zich distantieerde van het weinig brutale cabaret van de grote drie: Wim Kan, Wim Sonneveld en Toon Hermans. Net als het Tingel Tangel Cabaret van Sieto en Marijke Hoving en het opruiende televisieprogramma Zo is het toevallig ook nog eens een keer was Lurelei maatschappelijk geëngageerd en controversieel. Lurelei en Tingel Tangel brachten het cabaret bovendien terug naar de kroeg: het indringende, politiek getinte cabaret kwam volgens deze groepen het best tot zijn recht in cafés en kleine theaterzaaltjes.

Marijke en Sieto Hoving. Foto: Jaap Pieper. Collectie TIN

Broedplaats voor jong talent

De kritische houding van Lurelei ging gepaard met een groeiende populariteit. Het gezelschap kreeg ook naam als broedplaats voor nieuw, jong talent: onder anderen Leen Jongewaard, Kees van Kooten, Gerard Cox, Adèle Bloemendaal, Frans Halsema en John Lanting leerden bij Lurelei het vak of verfijnden er hun talenten.

De meest gezichtsbepalende Lurelei-leden waren cabaretière Jasperina de Jong en tekstschrijver Guus Vleugel. De Jong, die in 1960 bij Lurelei debuteerde, mocht zich al snel de leading lady van het gezelschap noemen. Vleugel groeide uit tot huisschrijver. Hij drukte zijn stempel op het repertoire en was verantwoordelijk voor bijtende teksten over maatschappelijke tendensen en de politieke actualiteit.

V.l.n.r.: Jasperina de Jong, Ben Rowold, Frans Halsema, Eric Herfst en Sylvia de Leur. O.K. en W., Lurelei, 1962. Foto: Combi Press. Collectie TIN

Relderelderel

Lurelei is de geschiedenis ingegaan als een gezelschap dat nietsontziend was in haar maatschappijkritiek. Het was het programma Relderelderel (1966) dat de gemoederen het meest heeft beroerd. De titel bleek profetisch: een try-out in Tiel liep uit op een rel. Het door Gerard Cox gezongen Arme ouwe raakte een gevoelige snaar. Dit lied, op tekst van Vleugel, gaat over een provo die op Prinsjesdag rookbommetjes naar de Gouden Koets wil gooien, maar dit niet over zijn hart kan verkrijgen omdat Juliana zo op zijn oude moeder lijkt. Zo'n honderd toeschouwers stapten op. Lurelei speelde dapper door, maar de gebeurtenissen in Tiel werden in de pers breed uitgemeten en het leidde zelfs tot Kamervragen. De autoriteiten waren dus op hun hoede. Tijdens de première namen zelfs twee agenten plaats in de zaal. Na het slotapplaus werd procesverbaal opgemaakt. De groep werd beschuldigd van majesteitsschennis. De officier van justitie zag echter geen reden tot vervolging. Hij betwijfelde of er sprake was van kwade bedoelingen.

Tiel bleek een incident. In de meeste zalen bleven de toeschouwers zitten. De Volkskrant oordeelde dan ook dat Arme ouwe ‘meer anti-provo dan anti-monarchaal’ was en De Telegraaf noemde het lied zelfs ‘ontroerend’. Arme ouwe bleek niet alleen een protestlied, maar ook een psychologisch portret van een weekhartige demonstrant. De dubbelzinnige politieke boodschap is typerend voor Lurelei: het gezelschap ging een hoop taboes te lijf, maar schaarde zich nooit achter één politiek standpunt. De groep maakte geen pamflettistisch cabaret.

V.l.n.r.: Marjan Berk, Gerard Cox, Rogier van Otterloo, Jasperina de Jong, Eric Herfst.Foto: Paul van den Bos. Collectie TIN Achter piano: Rogier van Otterloo. Zittend: Jasperina de Jong, Marjan Berk. Staand: Gerard Cox, Eric Herfst. Foto: Paul van den Bos. Collectie TIN Voor: Jasperina de Jong, Marjan Berk. Achter: Gerard Cox, Eric Herfst. Foto: Paul van den Bos. Collectie TIN Jasperina de Jong en Gerard Cox. Foto: NV De Arbeiderspers. Collectie TIN

Foto's: Relderelderel, 1966. Collectie TIN

Taboedoorbrekende opvolgers

In 1968 werd Lurelei opgeheven. Lurelei was zeker niet het laatste cabaretgezelschap dat taboes doorbroken heeft. Ook Don Quishocking en Neerlands Hoop waren maatschappelijk betrokken en schrokken er niet voor terug om hun tanden te laten zien. Andere voorbeelden zijn Lebbis en Jansen, Youp van 't Hek, Theo Maassen en Jan Jaap van der Wal.

Don Quischocking, 1976. Achter piano: Pieter van Empelen. V.l.n.r.: Jacques Klöters, Anke Groot, George Groot, Fred Florusse. Fotograaf onbekend. Collectie TIN Lebbis en Jansen, 2001. Foto: Martin Oudshoorn. Collectie TIN


Dit is één van de canonteksten. Voor meer informatie zie: Canon van het Theater in Nederland