Ton Lutz: Biografie - Persoonlijk leven

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg


Ton Lutz. Foto: F.L. Lemaire/MAI. Collectie TIN.


Eenlevenlangtheater Ton Lutz:

Ton Lutz: Persoonlijk leven

Ton Lutz met zijn drie dochters, ca. 1953. Privécollectie.

Aan het einde van de oorlog zat toneelstudent Ton Lutz enige tijd ondergedoken in Groningen bij de familie Kranenborg. Hij werd verliefd op de dochter des huizes, Ina. Zij studeerde piano aan het conservatorium en tijdens de oorlog gaven Lutz en zij een aantal clandestiene voordrachtsavonden: hij droeg verzetspoëzie voor en zij voorzag het programma van pianomuziek. Na de bevrijding van het noorden hebben zij dat ‘verzetsprogramma’, zoals Lutz het retrospectief noemt, voorgedragen in de schouwburg van Groningen.

Net na de bevrijding ontmoette Lutz echter Ann Hasekamp bij de amateurtoneelvereniging Eloquentia in Voorburg. Het was liefde op het eerste gezicht, maar Ton Lutz had al verkering. Ton en Ann lieten hun ontmoeting voor wat het was en in 1947 trouwde Lutz met Ina, die zwanger was. Hij noemt het een ‘typisch oorlogshuwelijk’: "Het was uit dankbaarheid, omdat ik bij haar ben ondergedoken geweest: van het een kwam het ander."

Aanvankelijk wilde Ina helemaal niet trouwen, maar Lutz vond dat het kindje absoluut een vader nodig had en drong aan: "Ik heb het doorgezet. Dat is natuurlijk eigenzinnig geweest, maar ook een soort moreel gevoel van dat móet ik doen. En ik heb het gedaan." Drie dochters werden geboren, Anca, Stans en Celia. Dochter Stans Lutz zou later decor- en kostuumontwerpster worden. Door zijn driedubbele functie aan het toneel was vader Lutz erg vaak van huis weg, maar hij heeft altijd geprobeerd er voor zijn dochters te zijn. Zo reserveerde hij de zondag voor zijn gezin en Stans herinnert zich dat zij altijd erg naar die gezellige dag uitkeek. In het televisieprogramma De show van je leven vertelde Anca over haar vader dat hij ondanks zijn drukke werkschema altijd beschikbaar was als de nood echt aan de man kwam: "Zo gauw je met problemen zat, échte problemen: je hoefde maar te bellen. Dan zei hij zijn werk af en kwam naar je toe!" Een zorgzame vader dus en wanneer men Ton Lutz over zijn dochters hoort praten is het duidelijk dat hij apetrots op hen is – in de woonkamer van zijn Amsterdamse grachtenhuis heeft hij drie schilderijen hangen, waarop elk van hen vereeuwigd is.

Ton Lutz met zijn drie dochters – v.l.n.r. Stans, Anca en Celia, midden jaren negentig. Privécollectie.

Halverwege de jaren vijftig, bij het Rotterdams Toneel, kruisten de wegen van Ton Lutz en Ann Hasekamp elkaar opnieuw. Hun ontmoeting was, in de woorden van Lutz, weer precies "dezelfde ervaring als in 1945 – we waren hopeloos verliefd!" Tijdens de repetities van De min in ’t Lazarushuis – de nieuwjaarsvoorstelling die op 1 januari 1958 in première ging – ontstond er een heimelijke relatie, "toen heeft het gestalte gekregen en werden wij langzamerhand een stel", aldus Lutz. Omdat hij zijn dochters te jong vond stelde Lutz de onvermijdelijke scheiding van Ina lang uit. Toen hij midden jaren zestig besloot zijn leven een andere wending te geven, kwam het er uiteindelijk toch van. Terugkijkend zegt hij daarover: "Je doet degene verdriet bij wie je weggaat. Maar waar doe je mensen meer verdriet mee? Dat je valse schijn ophoudt en mooi weer speelt met een soort Strindberg-huwelijk: bij elkaar weg willen en toch bij elkaar blijven?"

Ton Lutz en Ann Hasekamp.

Uiteindelijk zijn Ann Hasekamp en Ton Lutz pas aan het einde van de jaren zestig gaan samenwonen. Op 30 maart 1973 zijn zij uiteindelijk officieel getrouwd. De voorgeschiedenis van zijn relatie met Ann Hasekamp vatte Ton Lutz in 1999 eenvoudig samen: "We hebben gewoon geduldig op elkaar gewacht".

Vanaf het moment dat zij in Rotterdam samenkwamen, zijn ook de toneellevens van Ann Hasekamp en Ton Lutz nauw met elkaar verweven geraakt. In de tijd dat Lutz artistiek leider was bij de Nederlandse Comedie en in de freelance jaren daarna speelde Hasekamp bij Toneelgroep Centrum – maar daarna zijn zij ook artistiek nooit meer uit elkaar geweest. Hij regisseerde haar meer dan vijfentwintig keer en vaak deelden zij als collega-acteurs het toneel. Desondanks zijn zij volgens Lutz "geen mensen die dag en nacht over toneel praten".


Bron: tekst grotendeels overgenomen uit het boek Ton Lutz. De toneelvader des vaderlands van Xandra Knebel (Theater Instituut Nederland 2007)