Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


UploadenAfbeeldingDef.png
NaamPhoa Yan Tiong
Geboortedatum12 augustus 1926
Geboorteplaats Batavia
Overlijdensdatum22 maart 2006
BeroepGoochelaar, Docent, Bewegingskunstenaar
Externe databases:
IMDb

Phoa Yan Tiong (1926-2006), oudste zoon van Phoa Liong Djin (ingenieur) en Tan Clementine Kian Nio, werd geboren op 12 augustus 1926 als Robin Geofrey Yan Tiong in Batavia, hoofdstad van voormalig Nederlands-Indië, gelegen op Java in het district Weltevreden. De voorouders waren afkomstig uit de Chinese zuidoostelijke kustprovincie Fujian. Op Nederlands-Indië was de familie welgesteld en invloedrijk en woonde in een van de mooiste landhuizen met 44 kamers. Grootvader bezat grote landerijen met jachtterreinen en was majoor (vergelijkbaar met burgemeester) van de Chinese gemeenschap in Batavia.

In Batavia doorliep Phoa Yan Tiong de lagere school en hbs en had een plezierig leven. Vanaf zijn zesde jaar kreeg hij lessen in Martiale Bewegingskunst van Khe An, schoonzoon van Meester Kok Tai. Vervolgens kreeg hij les op de school van Meester Wong Tsjoe Kiu van Ang Tek Hwat. De stijl die hij leerde was "au hauw ch'uan" (black tiger), een half intrinsieke Kuntao-stijl. Op twaalfjarige leeftijd kreeg hij een boek cadeau over goochelen en maakte daar zijn hobby van.

Met het uitbreken van de oorlog met Japan vluchtte de familie naar het platteland. Zijn opa werd in een concentratiekamp opgesloten, waar hij overleed. De hele familie had te lijden onder de Japanse overheersing. Velen werden geïnterneerd in Japanse kampen.

Als oudste zoon had hij geleerd te vechten om de familie te beschermen. Hij werd onderwezen in de mysterieuze Oosterse vechtsport door verschillende meesters, die hem leerden dat kracht alleen niet genoeg is, maar dat de geest essentieel is: "een ongewapende, fysiek zwakkere persoon kan een sterkere persoon overwinnen door tactiek en misleiding." Omdat het leven van zijn familie en hemzelf afhing van wat hem geleerd werd, nam hij de lessen snel en goed op. Vanaf zijn 16e jaar gaf hij zelf les en in 1948 mocht hij zich meester noemen.

In 1948 vertrok hij naar Nederland, waar hij betere onderwijskansen dacht te hebben. In Enschede volgde hij de Hogere Textiel School.
In 1951 trouwde hij met Lie Kim Lian Nio, die in Leiden Indisch recht studeerde. Samen kregen ze zes kinderen.
Nadat hij in juni 1952 zijn diploma had behaald, bleek dat hij in de textiel maar moeilijk aan de slag kon komen omdat de functies waarnaar hij solliciteerde meestal vergeven werden aan de zonen van directeuren of andere familie. Overal waar hij kwam vertelden ze hem dat hij beter terug kon gaan naar Nederlands-Indië.

In 1952 bezocht Phoa een goochelcongres in Breda en besloot dat hij beroepsgoochelaar wilde worden. Hij las veel over goochelen en liet zich inspireren door zijn beroemde voorganger Theo Bamberg. Deze Nederlander stond als de Chinees Okito op het toneel. Een jaar lang studeerde Phoa 12 uur per dag. In 1953 won hij de eerste prijs in micro-magie en hij kreeg een eervolle vermelding voor zijn manipulatie-act. Zijn belangstelling ging uit naar goochelwerk aan tafel. In 1954 nam hij een baan aan als tafelgoochelaar in het café van Tom Manders, het bekende St. Germain des Prés. Het werk werd slecht betaald, het publiek was moeilijk en de dagen waren lang, maar hij bleef er drie jaar en leerde veel bij. In 1954 trad hij ook op tijdens het goochelcongres in Groningen.

In 1955 werkte hij op het driedaagse Festival der Magie in Luxemburg en op het congres in Amsterdam. Ook werkte hij belangeloos mee aan een drietal voorstellingen, die werden georganiseerd door het Comité Ontspanning Langdurig Zieken in Amsterdam.

In 1956 trad hij op in het congres in ’s Hertogenbosch. Op het congres van Zwolle in 1957 deed hij een spectaculaire openingsstunt: ‘ontsnapping uit een postzak, hangende aan een kraan.’. In april van dat jaar gaf hij zijn eerste lezing tijdens de studiedag van Triks, samen met Peter Warlock, Cardin en Eddy Taytelbaum.
De goochelaars Rink, Fred Kaps, Eddy Taytelbaum, Bob Driebeek en Henk Vermeyden was hij dankbaar voor de hulp bij het ontwikkelen van zijn goochelkunst en voor hun vriendschap. Hij ontwikkelde plannen voor een middelgrote podiumshow. Met hulp van een bevriend architect, Martin P. Hompes, ontwierp hij de benodigde rekwisieten, die door Cees Groot worden gerealiseerd. Ad Pieters, vriend en beeldend kunstenaar, maakte een groot masker, dat in de show een belangrijke rol speelt. Zonder de creatieve en toegewijde vriend Jack Herald Lee zou Phoa wellicht nooit als Chinese illusionist in Europa hebben bestaan. Harold Lee heeft jarenlang de rijk geborduurde en exotische kostuums ontworpen en gemaakt, waarmee toeschouwers en collega’s geïmponeerd werden.

Phoa was de eerste Nederlandse goochelaar, die als professional optrad met Table Magic. In 1958 werd hij in deze specialisatie wereldkampioen op het congres in Wenen. In datzelfde jaar stond hij de hele maand december in de jubileumshow van het Astoria Theater in Bremen. Hij specialiseerde zich in het bekerspel. Bekend werd hij door zijn nummer met de doorgeknipte zijden zakdoek en door de sneeuwstorm waarmee hij zijn show besloot.

Tijdens de eerste proefvaart van de SS Rotterdam op 20 en 21 augustus 1959 trad hij op voor koningin Juliana en prins Bernhard, en vervolgens op het congres in Enschede.

Begin jaren zestig reisde hij de wereld rond voor zijn optredens. Zo kwam hij in Duitsland, Engeland, Frankrijk, België, Irak, Libanon, Spanje, Zwitserland, Zweden, Roemenië, Japan, Luxemburg en Oostenrijk. Een van de hoogtepunten in zijn carrière was in 1969 de tournee door Amerika. Tijdens deze tournee stond hij in mei en september in de Ed Sullivan Show. Deze werd coast to coast uitgezonden. In 1970 werd hij gevraagd voor de kerstshow in het Waldorf Astoria Hotel te New York.

Door zijn bekendheid werd hij tussendoor ook gevraagd voor figurantenrollen op de tv, zoals in de tv-serie De eerste man. In 1962 speelde hij mee in het tv-verhaal De vogelverschrikker Feathertops en in 1964 speelde hij een kelner in de serie Stiefbeen en Zoon. Hij nam deel aan een TV aflevering van Wie van de drie?, waarin de echte goochelaar ontmaskerd moest worden.

In de jaren ‘60 begon hij met het lesgeven in de martiale bewegingsleer aan de Theaterschool in Amsterdam en aan de mimeschool van Rob van Reijn. In 1969 werkt hij mee aan diens theaterproductie De Knecht Van Twee Meesters.

Door de opkomst van de tv verdwenen het traditionele cabaret en de grote theaters, waardoor er minder werk was. In de 70-er jaren was hij verbonden aan het IDV (Instituut voor Dramatische Vorming) te Amsterdam en begon hij les te geven in Tai Chi Chuan. Hij startte zijn Tai Chi Chuan-training onder leiding van John Yalenezian, een leerling van Meester Liang Tung Tsai (een van de oudste leerlingen van Professor Cheng Man Ching). Later werd hij gevormd door Meester Lo Peng Jeng.
Omdat hij steeds meer lessen gaf in Tai Chi, trad hij als goochelaar voornamelijk nog op in Nederland, waar de meeste vraag was naar micro-magie op bedrijfs- en familiefeesten. Alleen tijdens de schoolvakanties doet hij nog optredens in het buitenland. Daar had hij tijdens de vele goochelcongressen niet alleen zijn showoptreden, maar werd hem ook gevraagd om lezingen te geven.

Meester Phoa Yan Tiong, door zijn leerlingen gewoon Phoa genoemd, werd gerespecteerd als een waar meester van de Chinese Martiale Kunsten. Hij wordt beschouwd als de godfather van de Tai Chi Chuan in Nederland. Veel leraren werden direct of indirect door hem gevormd.

in 1972 deed Phoa mee aan de David Nixon Show voor de BBC televisie. In Nederland had hij ook bijzondere optredens. Hij deed de presentatieshow voor Philips bij de introductie van de Philishave. Voor Esso deed hij een speciale opdracht en ook trad hij dat jaar op bij de scheepsdoop van de nieuwe Henri Dunant. Bij een optreden voor de familie Baxht waren er diverse leden van het toenmalige kabinet aanwezig. Hij deed diverse optredens voor de koninklijke familie zowel in Nederland als in Engeland.

Als acteur werd hij gevraagd voor diverse films. Hij speelde een rol als karatemeester in de film Champagne Rose Is Dood (1970) van Calvin Floyd. Inmiddels had hij internationale faam verworven en hij speelde in 1987 zelfs een figurantenrol in de film Empire of the Sun van Steven Spielberg. Deze stond erop, dat de rol van 'Chinese Magician' werd vertolkt door een goochelaar van Chinese afkomst, en niet door een geschminkte goochelaar. Een Engelse vriend bracht Phoa in contact met Spielberg.

Ondertussen was Phoa begonnen met het schrijven van zijn goochelboeken De Seizoenen, waarvan het eerste deel in 1977 uitkwam en het tweede deel in 1978 .

In 1980 was hij de bewegingstrainer voor de Nederlandse Opera Stichting in een productie van Peter G. Knegjens: Aap Verslaat De Knekelgeest. Deze werd geregisseerd door Peter Schat.

In 1991 richtte Phoa samen met 17 andere goochelaars uit Nederland de vereniging Selected Magicians op. Deze had als doelstelling om bij een zo groot mogelijk publiek een imago op te bouwen, waarbij de leden van deze vereniging borg zouden staan voor excellente goochelkunst met een zeer hoge amusementswaarde.

Pas in 1992 kwam het derde en laatste deel uit van zijn trilogie De Seizoenen, waarmee hij zijn podiumkunst aan ons heeft nagelaten.

Om gezondheidsredenen moest hij in 1996 al zijn werkzaamheden stoppen. Hij trad alleen nog op in de film Dying To Go Home van George Sluizer.

Op 22 maart 2006 is hij na een lang ziekbed vredig overleden.

De Seizoenen

In zijn trilogie De Seizoenen schreef Phoa over de leidende gedachte dat alles continu in beweging is en onderhevig blijft aan een bepaalde cyclus. De boekenreeks beschrijft de verschillende routines en effecten van zijn optredens.

Phoa benoemt dat het getal 'drie' belangrijk is hierbij. Een goede act bestaat volgens hem uit drie fasen: een eye-opener, een element om de aandacht vast te houden, en een climax. Hij trekt hierbij de parallel met de AIDA-formule, bestaande uit Aandacht, Interesse, Verlangen (desire) en Actie, waarbij de eerste twee letters als het ware samenvallen en je dus drie elementen overhoudt. Hij benadrukt dat niet zozeer de techniek zelf belangrijk is, maar dat het vooral gaat om de creativiteit en het kunstenaarschap.

Deze drie elementen heeft Phoa in zijn trilogie gekoppeld aan de seizoenen: lente, zomer, en herfst/winter.


Phoa Yan Tiong heeft bijgedragen aan 2 productie(s).

Phoa Yan Tiong heeft gewerkt in de volgende functies:


Het gehele overzicht van voorstellingen waaraan Phoa Yan Tiong heeft meegewerkt, voor zover geregistreerd in de Theaterencyclopedie:

NB: Bij de carrièreoverzichten zijn de voorstellingen gekoppeld aan de premièredatum. Het kan echter voorkomen dat personen niet aan de première meewerkten, maar pas later bij de voorstelling betrokken raakten.

Curriculum Vitae Theatrum
Productie Functie Producent Seizoen Premièredatum In regie van
De knecht van twee meesters Choreografie Pantomimetheater Carrousel 1969/1970 26 september 1969 Peter Faber, Rob van Reijn, Henri Adriaansen
Aap verslaat de knekelgeest Instudering De Nederlandse Operastichting 1979/1980 7 juni 1980 Annemarie Prins


Zie ook

  • De pagina over tafelgoochelen, afkomstig van Phoa's voormalige website, over waar je allemaal op moet letten als je daarmee aan de slag gaat.

Bronnen