Masker uit Oedipus Rex (1982)
“Van alle kwaad is het verdrietigst wat men zichzelf op de hals haalt”; een citaat uit de befaamde tragedie Oedipus Rex. Oedipus ontdekt dat de oude man die hij bij de driesprong doodde, zijn eigen vader was. In alle onwetendheid heeft Oedipus de troon van koning Laios ingenomen en is hij met zijn eigen moeder getrouwd. Als dat uiteindelijk allemaal aan het licht komt moet Oedipus zijn pijnlijke misstap inzien. Oedipus legt zijn figuurlijke masker af, steekt zich de ogen uit en roept het koor toe: “Kijk naar het afschuwelijke monster, het afzichtelijke ondier!” Tijdens de opvoering van deze slotscène in de opera Oedipus Rex in 1982 was het Neil Rosenhein (tenor) die in de titelrol dit masker droeg.
Het masker van Oedipus
Het masker is van wit bespoten leer. Het halve gezicht heeft gestileerde wenkbrauwen van zwarte verf en grote ogen die met zwarte tule zijn overtrokken. Op de binnenkant van het masker zijn duidelijke lijmsporen te vinden (plakresten van de pruik). In de neusbrug zijn stukjes spons aangebracht, wat insinueert dat het masker voor Rosenhein op maat gemaakt is. Rosenhein droeg een grote wijde mantel van crèmekleurig dralon velours (een sterk synthestische stof) met eveneens wijde geplooide mouwen die in de schouders overliepen. Zijn mantel was gevoerd met zwart stevig katoen. Rosenhein droeg tijdens de uitvoeringen verschillende maskers, gecomplementeerd door pruiken en kronen.
Holland Festival (1982)
Het was Igor Stravinsky (1882-1971) die een muzikale bewerking van de tragedie Oedipus Rex (429-425 v.Chr.) van Sophocles maakte. Samen met de surrealist Jean Cocteau (1889-1963) bewerkten zij (tot driemaal toe) de Latijnse tekst van Jean Daniélou (1905-1974) en reduceerde dit tot een drama dat tot de muzikale essentie werd teruggebracht. Het was dan ook niet Stravinksy’s bedoeling om de gevoelens van het publiek te bespelen: de stem zou worden gebruikt als instrument om pure muziek te laten horen. Stravinsky componeerde dit tweedelige opera-oratorium ter ere van het twintigjarige jubileum van het Ballets Russes. Tijdens het Holland Festival (1982) werd het ter ere van de honderdste geboortedag van Stravinsky in het Koninklijk Theater Carré opnieuw opgevoerd. Naast Oedipus Rex stonden ook Stravinsky’s Agon, Apollon en Le Sacre du Printemps op het programma.
Harry Wich
In 1982 vroeg de toenmalig directeur van het Holland Festival, Frans de Ruiter, wegens het uitvallen van Eddy Habbema de decorbouwer Harry Wich als regisseur. Wich, die al verantwoordelijk was voor de decorbouw en het kostuumontwerp, zag zijn langgekoesterde droom in vervulling gaan en debuteerde op 6 juni 1982 met Oedipus Rex (1982) als regisseur. De vormgeving in zwart en wit was zeer gestileerd. Een in twee etages verdeeld podium werd gescheiden door een in smoking gestoken en wit geschminkt koor (Groot Omroepkoor).
De keuze voor een geheel zwart-wit toneelbeeld is opvallend en tegelijkertijd effectief. Wich liet binnen de grenzen van deze dramatische tegenstelling de muzikale expressie geheel vrij. De dramatische handeling bleef tot het minimum beperkt, wat een treffende hommage aan een honderdjarige componist opleverde.
Het masker van Oedipus
Naast dit masker droeg Oedipus nog een ander masker. Ook Iocaste en Creon droegen een masker. De achaïsche zwart-witmaskers onderstrepen het sacrale karakter van dit opera-operatorium. Wich elimineerde hiermee de subjectieve karaktertrekken van de acteurs, en daarmee die van de personages. Door gebruik te maken van maskers legde Wich het accent op de muziek. Voor Stravinsky bestond er een vaste eenheid tussen muziek, decor, zangers en hun uiterlijk. De klassieke maskers, de zwart-witenscenering en de tableau-vivant-achtige handelingen vielen samen en vormden een ‘lofzang die Stravisnky toekomt’.
Maskers in het theater
Het werken met maskers kennen wij al van stukken uit de Klassieke Oudheid. Tijdens de Dionysische spelen werden maskers gebruikt om de kenmerken van de personages te overdrijven en te accentueren. Het masker beschermde de acteur en de toeschouwer ook tegen directe identificatie, waardoor zij zich veilig voelden tijdens de performance. Ook de Italiaanse acteurs van Commedia dell'arte gebruikten maskers die de helft van hun gezicht bedekten om zo standaardpersonages uit te beelden. Dit waren personages waar het publiek vertrouwd mee was, waardoor de individualiteit van de artiest verdween achter de rol. De maskers benadrukten de komische aspecten van deze karakters. In de twintigste eeuw waren het onder meer Vsevolod Meyerhold en Bertolt Brecht die in hun producties nog gebruik maakten van maskers. In het hedendaagse theater zijn ze nog maar zelden te zien.
Bronnen
- Bueren, Peter van. “Oedipus Rex ware voltreffer in Stravinsky-project Carré”, De Volkskrant, 7 juni 1982.
- Heiden, Maria. Harry Wich: een liefdesverklaring. Dreischor: De Bovenkamer, 2005.
- Jansen, Kasper. “Muziek om naar te kijken”, NRC Handelsblad, 21 mei 1982.
- Kiebuzinska, C. Revolutionaries in the theatre: Meyershold, Brecht and Witkiewicz. Ann Arbor: University of Michigan Press, 1988.
- Roy, David. “Masks as a method: Meyerhold to Mnouchkine”, Cogent Arts & Humanities, nr. 3 (2016): 2. http://dx.doi.org/10.1080/23311983.2016.1236436
- Smith, S.H. “Masks in modern drama,” Theatre Journal, vol. 38, nr. 2 (mei 1986): 245-247.
- Stravinsky, Igor en Cocteau, Jean. Oedipus Rex: opera-oratorium in twee bedrijven (W56). Amsterdam: Concertgebouworkest.
- Weetering, Conrad van de. “Strawinsky-project een uitbundig feest”, Algemeen Dagblad, 7 juni 1982.
Dit artikel is geschreven door Rudolf van Schaik voor de collegereeks 'Allemaal Theater!', waarin studenten Theaterwetenschap in oktober 2020 onderzoek hebben gedaan naar verschillende curiosa uit de Theatercollectie. Voor een overzicht van de andere onderzoeken, klikt u hier.