Conny Stuart: Biografie - Huwelijken en kinderen
Eenlevenlangtheater Conny Stuart:
- Homepage Eenlevenlangtheater Conny Stuart
- Biografie
- Repertoire
- Audio
- Video
- Volgens Conny Stuart
- Volgens anderen
- Colofon
Huwelijken en kinderen
De auditie die Conny Stuart begin jaren dertig deed bij impresario Henri Hofman haalde op professioneel vlak niet veel uit. In de persoonlijke sfeer was dat heel anders: Conny en Hofman - die tien jaar ouder was dan Conny, gescheiden en vader van een zoontje - begonnen een gepassioneerde verhouding en van de ene dag op de andere trok zij bij hem in. Na een aantal vrolijke uitgaansjaren begon daarmee het ‘grote-mensen-leven’ voor de 22-jarige Conny. Hofman was een man van de wereld en had meer levenservaring. "Hij gaf duidelijk de toon aan", aldus Conny.
Na diverse verhuizingen in Den Bosch, Den Haag en Amsterdam, streek het stel in 1942 neer in de Amsterdamse Milletstraat waar Conny al die jaren is blijven wonen. "Vooral in onze beginjaren in de oorlog hebben we het heerlijk gehad samen. We hadden wel een stormachtige relatie, maar we wisten ons steeds weer met elkaar te verzoenen." In september 1943 besloten Hofman en Conny tot een huwelijk. "We hadden - heel modern voor die tijd - al acht jaar samengewoond. In concubinaat leven, heette dat toen." Anderhalf jaar later, middenin de hongerwinter, werd hun zoon Raymond geboren. Conny: "Ik was dolblij. Toen ik in verwachting was had ik Hella Haasse al eens gevraagd: ‘Hoe is het om een kind te krijgen, is dat zoiets als succes?’ ‘Nee’, zei Hella toen, ‘dat is heel anders’. Ze bleek gelijk te hebben, de baby was mijn grote geluk." Op 5 september 1948 - Conny’s verjaardag - werd de tweede zoon Michel geboren. "Toen ik voor het eerst naar hem keek, schijn ik heel verbaasd gezegd te hebben: ‘God alweer een jongen?’ Ja dus en wat voor een, hij woog maar liefst tien pond."
In bijna elk interview dat Conny Stuart in de jaren vijftig gaf kwam niet alleen haar carrière aan de orde, maar ook het feit dat ze twee zoontjes had. Vooral de damesbladen deden gretig verslag van haar gezinsleven. Zo’n artikel was steevast voorzien van de schattigste foto’s van Conny met de kinderen en werd beëindigd met de geruststellende mededeling van de interviewer dat een theatercarrière en goed moederschap elkaar niet uitsluiten. Zoon Raymond: "Het bijzondere aan het leven bij ons thuis was vooral dat mijn moeder een werkende vrouw was. Dat was in die tijd vrij zeldzaam. De aard van haar werkzaamheden deed er eigenlijk minder toe. Op de lagere school wist men wel dat je de zoon was van, maar dat speelde wat mij betreft verder geen bijzondere rol."
Het gezinsleven in de Milletstraat werd op z’n kop gezet doordat Conny in 1955 besloot van Henri Hofman te scheiden. Een storende factor in hun bestaan was geworden dat Hofman niet goed overweg kon met Conny’s succes. Zoon Michel kan zich er iets bij voorstellen: "Overvleugeld worden door je echtgenote is voor veel mannen onverdraaglijk. Dat is nu zo, maar destijds was dat zeker het geval. Toen mijn moeder en mijn vader elkaar ontmoetten wás hij al iemand en zij was nog niks. Hij regelde van alles, had contacten, connecties en vrienden in een interessant milieu. Mijn vader was iemand tegen wie ze op kon kijken. Toen de balans naar de andere kant doorsloeg, zij carrière maakte en beroemd werd, werd het moeilijk."
Volgens Conny speelde er nog iets anders: "De invloed die Hofman op me had, verloor hij gaandeweg aan Sonneveld. Wim bepaalde op een gegeven moment alles voor mij, of het nou een levensverzekering betrof of nieuwe meubelen. Hofman zag met lede ogen aan hoe ik die enorme invloed toeliet. De sfeer bij ons thuis verslechterde daardoor en de verwijdering tussen Hofman en mij werd steeds groter. Hofman heeft in het begin van mijn theatercarrière gezegd dat hij me beter vond voor de radio. En dat terwijl ik zelf voelde dat ik echt in het theater thuishoorde. Nu besef ik dat hij dat zei omdat hij me niet kwijt wilde raken aan Sonneveld".
Dezelfde obstakels - haar grote succes én zeer hechte band met Sonneveld - zouden ook het tweede huwelijk van Conny Stuart, met Joop Doderer, doen mislukken. Joop Doderer was, toen hij Conny leerde kennen, een onbekende jonge acteur. Hij was tweeëndertig en acht jaar jonger dan Conny. Hij is in 1953 bij het Sonneveld-cabaret gaan werken en heeft er veel succes gehad. Conny was vanaf het begin Doderers idool. Doderer: "Ik heb álles gedaan om bij haar in de gratie te komen. Elke keer als ze bij het De la Mar de trap afkwam - in dat theater moest je een paar treetjes af om vanuit de kleedkamers naar het toneel te komen - stond ik klaar om haar daarbij te helpen. Ik heb haar weleens opgepakt en naar de kleedkamer gedragen. Aanvankelijk had ze bij mijn avances iets van ‘Wat krijgen we nou’. Wim Sonneveld vond het ook maar raar dat ik Conny steeds stond op te wachten. Dat kon natuurlijk niet, Conny was van hem." Doderer en Conny zijn in 1957 getrouwd. Na drie jaar waren zij alweer gescheiden.
"Na de scheidingen van Hofman en Doderer en de verbroken arbeidsrelatie met Sonneveld waren in 1960 de drie belangrijke mannen uit mijn leven verdwenen. Alleen met Sonneveld hield ik nog contact, zij het wel veel minder omdat we het beiden razend druk hadden. Ik richtte me vanaf 1960 op het werk en de kinderen. Ik heb geen grote liefde meer ontmoet, maar daar ben ik ook bijzonder waakzaam voor geweest. Ik wilde mijn kinderen niet nog een man aandoen."
Het schuldgevoel dat in deze uitspraak doorklinkt, hoefde zij volgens zoon Raymond helemaal niet te hebben: "Mijn moeder heeft Michel en mij eigenlijk in alles gesteund. Ze is, als ik het achteraf bekijk, wellicht niet streng genoeg geweest. We zijn ook te lang thuis blijven wonen. Haar toegevendheid kwam voor een groot deel voort uit haar gevoel dat ze ons tekort had gedaan, met de echtscheidingen en de carrière. Wij hebben haar echter nooit iets verweten."
De biografische teksten zijn grotendeels overgenomen uit het boek 'Uitverkoren. De carrière van Conny Stuart' (2002, Theater Instituut) van Paul Blom.