Truus van Aalten
Naam | Truus van Aalten |
---|---|
Volledige naam | Geertruida Everdina Wilhelmina van Aalten |
Geboortedatum | 2 augustus 1910 |
Geboorteplaats | Arnhem |
Overlijdensdatum | 27 juni 1999 |
Overlijdensplaats | Warmond |
Website | |
Externe databases: | |
IMDb |
Biografie
Geboren: Aalten, Geertruida Everdina Wilhelmina van
Truus van Aalten werkte als leerling modiste en verkoopster toen zij in 1926 naar aanleiding van een verkiezing voor een rol in de Duitse (zwijgende) film "Die sieben Töchter der Frau Gyurkowics" van start kon gaan met haar filmcarrière. Zij kreeg een contract voor 3 jaar bij de Duitse filmonderneming UFA en speelde (ook voor de AAFA en Hegewald) hoofd- en bijrollen in een groot aantal zwijgende en later ook sprekende films. Op Berlijnse planken stond zij o.m. in "Wie werde ich reich und glücklich?" (Die Komödie, Max Reinhardt) en "Funk Heinzelmann filmt". In 1934 kwam zij via Wenen terug in Nederland, waar zij de titelrol kreeg in de film "Het meisje met den blauwen hoed", naast Lou Bandy en Roland Varno. Tijdens een kort verblijf in Berlijn in 1939 maakte zij haar laatste film, "Ein ganzer Kerl", die in januari 1940 in première ging. Alle aanbiedingen van de Duitse bezetter heeft zij daarna afgeslagen. Na de bevrijding is zij zich op zaken gaan toeleggen en zette een handelsonderneming op, waarvan zij jarenlang directrice was. Zij heeft zich tijdens haar zakelijke loopbaan afzijdig gehouden van publiciteit; slechts een enkeling slaagde erin haar te spreken over haar filmjaren. Zij overleed in een psychogeriatrisch centrum in Warmond.
Theater CV
Van deze persoon is geen enkele bijdrage aan een theater- of dansproductie geregistreerd op de TheaterEncyclopedieOm dit te verbeteren, vult u op de betreffende pagina('s) over theater- of dansproducties de bijdragen van deze persoon aan..
Geertruida Everdina Wilhelmina (Truus) van Aalten (Arnhem, 2 augustus 1910 - Warmond, 27 juni 1999) was van 1926 tot 1939 werkzaam als actrice, voornamelijk in films maar ook op toneel, en vanaf 1954 tot 1996 onderneemster. Van geboorte Nederlandse speelde haar showbizzcarrière zich voornamelijk af in pre-nazi Duitsland.
Jeugd
Truus van Aaltens vader dreef een drogisterij, eerst in Arnhem, later in Amsterdam. Truus werkte na haar lagere schoolopleiding in verschillende beroepen, van huishoudster tot kindermeisje tot kleermaakster. Ze raakte gefascineerd door de film, destijds nog stomme films, en verzamelde filmtijdschriften. Haar kapsel ontleende ze aan dat van de Amerikaanse filmsterren Colleen Moore en Louise Brooks, die zich in 1923 een bobkapsel aanmaten, hetgeen toentertijd gold als een teken van vrouwenemancipatie.
Showbizzcarrière
UFA-filmster "Trulala"
In 1926 werkte ze in Amsterdam bij Peek & Cloppenburg aan de Dam, toen ze een advertentie zag voor een film te maken door het Duitse UfA in Berlijn. Er werden zeven meisjes gezocht die uit Europese landen afkomstig moesten zijn. Van Aalten reageerde en werd na een auditie in Berlijn voor een bijrolletje in de stomme film "Die sieben Töchter der Frau Gyurkovics" aangenomen. Hoewel haar filmaandeel sneuvelde bij de eindmontage had ze zoveel indruk gemaakt met haar natuurtalenten dat ze een meerjarencontract aangeboden kreeg.
In de jaren daarna had ze komische bijrollen in bijna twintig stomme films. Ze woonde in die tijd in Berlijn. Bij de komst van de geluidsfilm kon ze blijven werken: haar stem bleek geschikt, en ook sprak ze inmiddels redelijk Duits, hoewel met een aandoenlijk Hollands accent.
Op het toneel
Naast haar drukke bestaan op het filmdoek trad ze ook af en toe op op toneel bij de Berlijnse Volksbühne, en in 1930 speelde ze mee in de musical "Das Mädchen mit dem Nummernbrett" van Max Reinhardt. Later speelde ze ook nog in de musical "Wie werde ich reich und glücklich?" waarin ook Dolly Haas en de Comedian Harmonists muzikale rollen speelden.
Politieke inmenging
Toen UfA in 1929 door het mediaconcern van de DNVP-voorman Alfred Hugenberg overgenomen werd zorgde Hugenberg ervoor dat er minder maatschappijkritische noten in de films voorkwamen en er bijv. meer Duits-romantische Heimatfilms gemaakt werden. Zaken veranderden pas echt radicaal na de machtsovername door de NSDAP onder leiding van Adolf Hitler op 30 januari 1933. Al eind maart 1933 werden alle joodse medewerkers ontslagen, waaronder veel persoonlijke vrienden van Van Aalten. Toen Truus ook nog gedwongen werd te kiezen voor de Duitse nationaliteit[1] als voorwaarde om in de filmindustrie werkzaam te kunnen blijven, verhuisde ze resoluut terug naar Nederland.
Oostenrijkse en Nederlandse tussenpose
In Nederland aangekomen kreeg ze al snel een telefonische oproep van andere vluchtelingen, die naar het Oostenrijk van dictator Dollfuss gevlucht waren en in Wenen verder filmden voor de Duitstalige markt, voorlopig nog zonder staatsinmenging. Ze werkte er in 1934 mee aan de film "G'schichten aus dem Wienerwald" waarin veel muziekfragmenten uit werken van Johann Strauss jr., de "Walskoning" verwerkt zijn.
In Nederland was haar Duitse filmcarrière niet onopgemerkt gebleven en werd ze gevraagd voor de hoofdrol in de film "Het meisje met den blauwen hoed", een prestigeproject waarvoor in 1934 voor Nederland geheel nieuwe filmproductiemethoden werden gebruikt: rijdende camera's, etc. De film werd een groot succes, maar vanwege het Duitse accent van Truus lukte het haar daarna niet meer voor een Nederlandse film gevraagd te worden.
De laatste film
Ten einde raad liet Truus zich in 1939 toch overhalen opnieuw in Duitsland, waar ze nog steeds populair was, te gaan wonen en er een film te maken, "Ein ganzer Kerl", een typische nazi-moraalfilm over de "eer van het Duitse moederschap". De film ging in Duitsland in oktober 1939[2] en in Nederland in maart 1940 in première.
Van de planken en het witte doek af
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog op 3 september 1939 trachtte Truus terug te keren naar Nederland, hetgeen belet werd door het sluiten van de Nederlandse grenzen voor "iedere vluchteling"[3], ongeacht nationaliteit of motivatie. Tijdens de inval van Duitsland in Nederland in mei 1940 bevond Truus zich daardoor in Duitsland, waar ze huisarrest had en net als alle andere burgers uit de brutaal overvallen neutrale landen[4] als gijzelaar diende: indien het Duitse leger grote tegenstand zou ondervinden zou met hun ombrenging gedreigd worden. Pas in oktober 1940 mocht Van Aalten vertrekken en vestigde zich in de Amsterdamse Apollobuurt. Ze weigerde het lidmaatschap van de Kultuurkamer en elke medewerking aan welke propaganda van de bezetter of de collaborerende NSB dan ook.
Na de bevrijding in 1945 probeerde Truus opnieuw als filmactrice aan het werk te komen. In Nederland negeerde men haar vanwege haar filmverleden in (weliswaar pre-nazi) Duitsland[5], in Duitsland was de filmindustrie door de Geallieerden stilgelegd en in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten had men geen behoefte aan een ongeschoolde filmactrice met faam uit vervlogen tijden, nota bene opgedaan in Duitsland, zo ondervond Truus toen zij eind jaren '40, begin jaren '50 naar die landen reisde om zichzelf bij de filmstudio's aan te bieden.
In 1954 vestigde ze zich in een in aanbouw zijnde villawijk in Voorhout, waar ze een im- en exporthandel in souvenirs oprichtte die in de Duin- en Bollenstreek en in de badplaatsen langs de Noordzee flinke klandizie vond bij de toeristenwinkeltjes. In 1964 trouwde ze in het geheim met Henk Godwaldt; deze stierf in 1988.
Vanaf halverwege de jaren '80 ontwikkelde zich dementie bij Van Aalten. In 1996 werd ze daarom opgenomen in een kliniek, waar ze in 1999 overleed, vrijwel vergeten door het grote publiek.
Nagedachtenis
Truus meed na 1950 zorgvuldig alle publiciteit, zelfs toen er aanleidingen waren om mogelijk in eer hersteld te worden.
In 1972 zond de NCRV een geheel nieuwe, verlengde versie uit van Het meisje met de blauwe hoed. Truus zag haar rol gespeeld door Jenny Arean. Vreemd genoeg zocht niemand de oude sterren uit 1934 op.
Toen Kathinka Dittrich van Weringh van het Goethe Instituut in 1982 het filmfestival Berlijn - Amsterdam 1920-1940[6] organiseerde, trok zij na waar Truus woonde en of zij geïnterviewd wilde worden wanneer op het festival een gerestaureerde versie van de stomme film Geheime Macht (1928) vertoond zou worden. Truus weigerde maar stond wel enkele persoonlijke archiefstukken af.
Roger Mitchell, fan van bobkapsels, trof tijdens naspeuringen naar de Amerikaanse stomme filmactrices Colleen Moore en Louise Brooks foto's van Truus aan, trok op onderzoek uit en publiceerde in 2005 een website over haar[7]. Geleidelijk aan breidt deze website zich uit met uit allerhande bronnen verkregen informatie.
Begin 2009 doneerde een nichtje van Truus het persoonlijk archief uit de nalatenschap van Truus aan het Nederlands Filmmuseum te Amsterdam[8]. In Voorhout bereidt de Historische Kring Voorhout een filmavond over haar voor.
Films[9]
Stomme films
- 1926
- Die sieben Töchter der Frau Gyurkovics
- 1927
- Die selige Exzellenz
- Gustav Mond ... du gehst so stille
- 1928
- Der moderne Casanova
- Leontine's Ehemänner
- Das Spreewaldmädel
- Sechs Mädchen suchen Nachtquartier
- Geheime Macht
- 1929
- Die fidele Herrenpartie
- Ich hab' mein Herz im Autobus verloren
- Jenny's Bummel durch die Männer
- Der Sonderling
- Die lustigen Vagabunden
Geluidsfilms
- 1930
- Nur am Rhein
- Liebling der Götter
- Pension Schöller
- Susanne macht Ordnung
- Oh Mädchen, mein Mädchen, wie lieb' ich Dich!
- 1931
- Ausflug ins Leben
- Der Bettelstudent
- Kopfüber ins Gluck
- Kasernenzauber
- 1932
- Teilnehmer antwortet nicht
- Nur ein Viertelstündchen
- Eine Liebesnacht
- Peter und Billy - die Kameradschaftsehe
- Eine ideale Wohnung
- 1934
- G'schichten aus dem Wienerwald
- Het meisje met den blauwen hoed
- 1939
- Ein ganzer Kerl
Noten
|
de:Truus van Aalten en:Truus van Aalten
Film
TV
Overig
Trivia
Externe Links
Bronnen
- Acteurs- en Kleinkunstenaars-Lexicon van Piet Hein Honig, 1984