Theo Mann-Bouwmeester: Biografie - Doortje Bouwmeester
Eenlevenlangtheater Theo Mann-Bouwmeester:
- Homepage Eenlevenlangtheater Theo Mann-Bouwmeester
- Biografie
- Repertoire
- Audio
- Video
- Volgens Theo Mann-Bouwmeester
- Volgens anderen
- Colofon
Doortje Bouwmeester
Doortje Bouwmeester werd op 19 april 1850 in Zutphen geboren tijdens een tournee van haar ouders. Haar moeder kon het zich niet veroorloven het toneelspel te staken om voor haar jongste dochter te zorgen. Omdat zij al een zwakke gezondheid had, zou de zorg van een baby in combinatie met het toneelwerk een te zware belasting zijn. Daarom werd besloten Doortje met een voedster bij haar grootouders van moeders kant in Rotterdam onder te brengen. Daar woonden ook nog enkele zusters van haar moeder. Het kind zag haar moeder zelden. "Elke maal, wanneer zij na lange afwezigheid ons bezocht, was het een feestdag voor mij. Zij bracht een sfeer mee, die voor mij een buitengewone bekoring had. Haar aangeboren elegance, haar chique kleeding, haar parfum, haar levenslust wanner zij zich gezond meende te voelen, dat alles maakte, dat ik de indruk kreeg als kwam een koningin onze eenvoudige, streng ouderwetsch gemeubelde woning bezoeken."
In 1857 had Doortje Bouwmeester haar eerste kinderrolletje op het toneel gespeeld. Een jaar daarna overleed haar grootmoeder en besloot haar moeder haar mee te nemen naar Gelderland, waar het gezelschap van haar man dat jaar zou optreden. De standplaats voor dat jaar was Deventer. Het gezin betrok een huis aan de overkant van de schouwburg. Een school werd snel gevonden voor Doortje, maar elk tussenliggend uur drukte ze haar neus op het raam in de woonkamer om naar de schouwburg te kijken en te zien of ze een acteur of actrice naar binnen of buiten zag gaan. Op het moment dat er weer een kinderrolletje te vervullen was, wist haar vader haar te vinden. Na het jaar in Deventer verhuisde de troep voor twee jaar naar Zeeland, waarna Groningen en Friesland volgden, een jaartje Amsterdam, gevolgd door Antwerpen. Steeds moest er een school voor Doortje worden gevonden, haar oudere broers en moeder speelden mee met de troep van vader, haar zus Louise vond ook nog tijd een beetje over haar kleine zusje te moederen. In Leeuwarden was Doortje overigens op haar dertiende al ten huwelijk gevraagd, maar daar had ze vanaf gezien, hoewel haar ouders het een goed plan hadden gevonden.
In 1865 keerde het gezelschap terug naar Amsterdam, eigenlijk om wat tot rust te komen, vader Rosenveldt was immers al behoorlijk op leeftijd. Meer dan haar vader bleek echter haar moeder aan het eind van haar krachten te zijn. Doortje was vijftien jaar oud toen haar moeder op 7 november 1865 op 46-jarige leeftijd overleed. "Het is mij onmogelijk de wanhoop te beschrijven, die ons toen aangreep. Moeder weg voor altijd... Onze lieve moeder, de ziel van ons gezin, zij die met zachte hand alles bijeen hield, die bij elk meningsverschil tusschen broers en zusters, hetzij groot of klein, alles steeds weer in het rechte spoor bracht... Door haar heengaan voelden we het gezin als 't ware uiteenbrokkelen en ons zelf alleen en verlaten in een vreemde atmosfeer staan. Het bewustzijn van de leege plek, die zij had achter gelaten, beet zich smartelijk in ons vast."
Haar vader leek in haar ogen, door het verlies van zijn vrouw die tevens collega en raadgeefster was, opeens oud geworden. Broer Louis had zijn eigen woning in Amsterdam, maar zus Louise onfermde zich als surrogaatmoeder over haar zusje. Doortje voelde zich intussen geen kind meer en beschouwde Louise's zorgzaamheid als bemoeizucht. Ze miste haar moeder enorm.
In de lente van 1866 werd het land getroffen door een cholera-epidemie en de overheid besloot alle kermissen die zomer te verbieden, om de kans op besmetting zo klein mogelijk te houden. Voor de reizende toneelgezelschappen was het een ramp; de contracten van de spelers werden opgezegd. Doortjes broer Louis was één van hen, en hij besloot een eigen gezelschap op te richten om op die manier de komende maanden in Amsterdam te kunnen spelen. Louise en vader Rosenveldt werden ook geëngageerd, en Doortje kreeg zo nu en dan een kleine rol. Eerst gebeurde dat vrijblijvend, maar al snel kreeg zij, in september 1866, haar eerste contract ooit aangeboden. Ze was zo trots als een pauw. "De tijd was nu dus eindelijk aangebroken, waarnaar ik zoo heftig en lang gereikhalsd had. Ik was nu echt, heusch, als jonge tooneelspeelster aan een gezelschap verbonden. Nu hoefde ik niet meer zoo nu en dan een kleine rol te vervullen, die me als 't ware genadig was toegestaan... neen: ik zou op de lezing mogen komen; bij het verdeelen van een nieuw stuk zou ik, net als de andere artisten, mijn rol 's avonds in de pauze ontvangen; ik zou juist als de andere artisten niet eerder gaan slapen voor ik mijn nieuwe rol had doorgelezen. Ik had mijn blijdschap hierover wel willen uitgillen. Het was haast niet te gelooven!"
Doortje Bouwmeester werd Dora of Theodora Bouwmeester.
Bron: Mijn leven van Theo Mann-Bouwmeester (Amsterdam 1930)