Theo Mann-Bouwmeester: Biografie - De ouders

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg

Theo Mann-Bouwmeester, 1895. Fotograaf onbekend. Collectie TIN.


Eenlevenlangtheater Theo Mann-Bouwmeester:

De ouders

Moeder Louisa Bouwmeester.

Op 19 april 1850 werd in Zutphen Theodora Antonia Louisa Cornelia Bouwmeester geboren, door haar familie Doortje genoemd. Ze was de dochter van toneelspeler Louis Frederik Johannes Rosenveldt en Louisa Francina Maria Bouwmeester, eveneens toneelspeelster. Vader Louis was zo'n twintig jaar ouder dan moeder Louisa. Theodora was de jongste van vier kinderen: Louis was haar oudste broer (1842-1925), dan volgden zus Louise (1846-1922) en broer Frits (1848-1906). Haar ouders waren niet getrouwd en alle kinderen kregen de achternaam van hun moeder. Bovendien had vader in 1837 al een zoon bij een andere vrouw gekregen die hij ook Louis had genoemd. Deze Louis zou later de achternaam van zijn stiefvader, Moor, aannemen, en eveneens een geslaagd acteur worden.

Vader Louis Rosenfeldt.

Vader Louis Rosenveldt, drager van de erenaam 'Eerste Komiek van de Koninklijke Schouwburg', was op zijn beurt ook weer de zoon van een bekende toneelspeler en -schrijver/vertaler: Frederik (Frits) Roosenveldt (1769-1847). Toen Louis Rosenveldt de moeder van Doortje leerde kennen, was hij nog getrouwd met zijn nicht Susanna Lambotte (bij wie hij twee kinderen had). Bovendien had hij kort daarvoor ook nog de al eerder genoemde zoon (geboren 1837) en een dochter (geboren 1839) bij actrice Elisabeth (Lijsje) Vink gekregen. Hij had op dat moment een eigen gezelschap, de Nederduitse Tonelisten, waar ook Lijsje bij aangesloten was.

In 1839 ontmoet hij echter ook Louisa Bouwmeester, een mooi, levendig en beschaafd meisje van twintig jaar dat de rol van kamenierster speelde in het stuk Jeugd en Verleiding, of De Boer te Parijs, waarin Louis Rosenveldt zelf ook speelt. Het stuk was naar het Nederlands vertaald door zijn vader Frits en werd gespeeld door Rosenveldts eigen gezelschap in de Hoogduitse Schouwburg (het latere Grand Théâtre) in Amsterdam. Louisa werd wel omschreven als een tenger, mondain vrouwtje, met prachtig glanzend-zwart haar en zielvolle ogen.

De kleine Theodora werd in Zutphen geboren tijdens een tournee van haar ouders. Haar moeder had nauwelijks tijd om te bevallen, laat staan voor de zorg van een baby. Er werd dan ook besloten de jongste dochter onder te brengen bij de grootouders van moeders kant. De grootmoeder was streng en koel, en Theodora miste haar moeder zeer. "Elke maal, wanneer zij na lange afwezigheid ons bezocht, was het een feestdag voor mij. Zij bracht een sfeer mee, die voor mij een buitengewone bekoring had. Haar aangeboren elegance, haar chique kleeding, haar parfum, haar levenslust wanneer zij zich gezond meende te voelen, dat alles maakte, dat ik de indruk kreeg als kwam een koningin onze eenvoudige, streng ouderwetsch gemeubelde woning bezoeken." (bron: Mijn leven van Theo Mann-Bouwmeester, Amsterdam 1930)

Louis Rosenveldt en Louisa Bouwmeester zijn nooit wettig getrouwd, maar hun relatie is duurzaam geweest. Samen met hun vier kinderen, die ook elk op hun beurt acteurs en actrices zouden worden, hebben zij, tussen alle tournee's door, altijd zoveel mogelijk als gezin geleefd. Toen de kinderen klein waren, werden zij bij de grootouders ondergebracht of gingen ze naar kostschool. Naarmate ze ouder werden, gingen ze ook mee op tournee. Van jongs af aan hebben zij het toneelspelen uit de praktijk van hun ouders kunnen leren.

De gezondheid van moeder Louisa was altijd zwak. Zij overleed in 1865, na 25 jaar met Louis Rosenveldt te hebben samengeleefd. Twee jaar later stierf ook Louis Rosenveldt.

Bron: De Bouwmeesters. Kroniek van een theaterfamilie van Simon Koster (Assen 1973)