Mary Dresselhuys: Biografie - Eindelijk actrice

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg

Mary Dresselhuys. Foto: Godfried de Groot. Collectie TIN.


Eenlevenlangtheater Mary Dresselhuys:

Eindelijk actrice

Programmaboekje van Men trouwt geen meisjes zonder geld, Mary's debuut. Herkomst: Privécollectie.

In mei 1929 doet Mary Dresselhuys met goed gevolg eindexamen aan de Toneelschool. In de hoop zo snel mogelijk werk te vinden schrijft ze samen met Joan Remmelts, die van klasgenoot is uitgegroeid tot vriend, twee sollicitatiebrieven. Eduard Verkade zal hun brief nooit beantwoorden, maar Cor van der Lugt Melsert biedt het tweetal gelegenheid te auditeren. Na ze drie minuten te hebben zien spelen, heeft de leider van het Rotterdamsch Hofstadtooneel het talent al ontdekt. Dresselhuys en Remmelts hebben hun eerste contract op zak. In december van ditzelfde jaar trouwen ze, op de 24e, 'de goedkoopste trouwdag van het jaar'.

Al zet Mary Dresselhuys haar eerste professionele stappen op het toneel als figurant, haar optreden in Julius Caesar levert wel meteen een recensie op: "Er was onder het volk een jongedame in een vuurrood hemd. Met groot enthousiasme en een stem als een klok juichte ze vele malen: "Heil Caesar!" Wij zullen nog wel van haar horen." (bron onbekend)

V.l.n.r. Mary Dresselhuys, Louis Gimberg en Fie Carelsen in Een vrouw zoals ieder zoekt, 1930. Fotograaf onbekend. Collectie TIN.

Omdat er volgens Dresselhuys in deze jaren veel behoefte is aan 'moderne jonge meisjes met een pietsie talent' is haar opmars aan het Nederlandse toneel niet te stuiten. Al op 17 december 1929 debuteert ze in haar eerste echte rol in Men trouwt geen meisjes zonder geld. En een half jaar later speelt ze haar eerste hoofdrol in Een vrouw zoals ieder zoekt.

Joan Remmelts en Mary Dresselhuys in "De gouden kooi", 1933 foto: N.V. Vereenigde Fotobureaux. Collectie TIN.

In september 1931 maken Dresselhuys en Remmelts de overstap naar het Centraal Tooneel in Amsterdam, omdat ze hier grotere rollen aangeboden krijgen en niet meer dagelijks vanuit hun woonplaats Amsterdam naar Rotterdam of Den Haag hoeven te reizen. Een jaar later wordt Cees Laseur aangetrokken als directeur van het Centraal Tooneel.

Mary is meteen diep onder de indruk van de man die de Amsterdamse groep van ‘dat kluchtgedoe van Johan Kaart’ uit laat groeien tot een nationaal toonaangevend gezelschap dat gespecialiseerd is in societystukken en Franse komedies.

'Op mijn 22e werd ik stapelverliefd op Cees. Iedereen zag het aankomen toen wij samen in het Centraal Theater stonden, dat Joan het onderspit zou delven.' (Elegance, december 1994).

Het huwelijk tussen Dresselhuys en Remmelts wordt ontbonden, maar hun vriendschap blijft onverminderd voortbestaan. Ook op het toneel zijn ze nog talloze jaren onafscheidelijk, vaak met Cees Laseur en Rie Gilhuys naast zich.