Louis Bouwmeester: Repertoire - Europese wereldsteden

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg

Louis Bouwmeester als Herodes. Foto: Frits Geveke. Collectie TIN.

Eenlevenlangtheater Louis Bouwmeester:


Europese wereldsteden

Louis Bouwmeester als Shylock. Collectie TIN.

Louis Bouwmeester heeft, als één van de weinige Nederlandse toneelspelers, ook in het buitenland succesvolle rollen gespeeld. Zijn collegatoneelspelers spraken hun eigen taal terwijl Bouwmeester zijn rol in het Nederlands vertolkte. Het publiek kon hem niet verstaan, desondanks oogste hij veel lof.

Hij trad regelmatig op in Brussel, Antwerpen en Gent, waar de taal geen barrière vormde, maar als Shylock verscheen hij ook in Parijs (1901), Keulen (1908), Berlijn (1911), Londen (o.a. 1920), Wenen (1921) en Stratford-on-Avon (1921).



Shylock le Marchand de Venise-Le Joueur-Les Mystiques-L Homme-Sandwich 82126.jpg Shylock le marchand de Venise De koopman van Venetië 288906.jpg

Affiche en programma van optreden van Louis Bouwmeester als Shylock in De Koopman van Venetië in Parijs, 1901. Collectie TIN.

Overzicht van de voorstellingen

  • 28 december 1901 - Parijs: Shylock in De Koopman van Venetië van William Shakespeare. Gezelschap: Het Nederlandsch Tooneel i.s.m. de Comédie Française. Toen acteur Jules-Théophile Boucher van de Comédie Française na 35 jaar afscheid nam van het toneel, nodigde hij, op aanraden van een Nederlands impressariaat in Parijs, Het Nederlandsch Tooneel uit om De Koopman van Venetië te komen spelen met Louis Bouwmeester in zijn glansrol van Shylock. Omdat de voorstelling, met alleen Nederlands sprekende acteurs, enigszins risicovol was stelde Boucher een in totaal vijf uur durend programma samen met diverse actes uit Franse voorstellingen. De voorstelling van De Koopman van Venetië bracht hij terug tot de vijf meest aansprekende scènes. Het werd een zwaar-overladen programma van hoge kwaliteit, maar het Parijse publiek en de critici beschouwden het optreden van Bouwmeester als het hoogtepunt van de avond. Bouwmeester vertelde na afloop zelf over de avond: "Als een juffershondje stond ik te beven en te zweten als 'n otter. Wat ben ik begonnen? Wat mot ik me hier op m'n ouwe dag nou nog uit laten fluiten... Geen kip die 't verstaat. Was ik toch in godsnaam maar kalmpjes in Holland gebleven. Want ik hoorde 't al wel: d'r waren er twee op, en nou scheen 't de lui al knap te vervelen; d'r was zo'n geroes en gezoem in die zaal. Ik had wel weg willen lopen! ... En daar is 't mijn beurt! Kom, finale executie, maak 't kort... Vooruit met de geit en god zegen' de greep! Ik voelde mezelf niet, 't wemelde allemaal voor die arme kop ... Maar, hoe heb ik 't nou? Da's geklap, da's applaus! dat klettert uit alle rangen tegelijk... Voor mij? Ja, voor mij! oef, daar vliegt de beklemming, daar sláát 't in me op... En ik heb 'm van laken gegeven, ik heb gespeeld met een lèf! ... waarachtig, het was goed. Dat had me die Hollandse kolonie gelapt, in alle rangen zijn ze me daar toe gaan staan klappen ..., en dat heeft me m'n volle adem gegeven.'
  • 24 april 1911 - Berlijn: Shylock in De Koopman van Venetië van William Shakespeare. Gezelschap: Königliche Schauspielhaus. Het plan om Shylock in Berlijn te spelen was al in 1902 ontstaan. Het Lyrisch Tooneel had er toen met De Koopman van Venetië op willen treden, er was ook keizerlijke toestemming gegeven voor een voorstelling in het Königliche Schauspielhaus, maar voor het zover was, was het gezelschap opgeheven. Herman Heijermans, die sinds 1907 in Berlijn woonde, had zich er voor ingespannen de voorstelling, met Louis Bouwmeester als Shylock, in het Berlijnse theater te brengen. En met succes, in 1911 vertolkte Bouwmeester, als Nederlands sprekende gast temidden van de Duitstalige toneelspelers van het ensemble van het Königliche Schauspielhaus, zijn Shylock. J.B. Schuil, recensent van het Haarlems Dagblad, was er speciaal voor naar Berlijn afgereisd. Kort daarvoor had hij Bouwmeester nog als Shylock in Haarlem had zien optreden. Naar aanleiding van de voorstelling in Berlijn schreef hij: "(...) te Haarlem een voorstelling, zó armoedig als wij zelden of nooit bijwoonden, hier een weelde en schittering van decors en kostuums, zoals men alleen in een wereldstad als Berlijn kan zien." Aan Bouwmeesters felheid moest het verfijnde Duitse publiek wel even wennen: "(...) Doch na de pauze kwam de grote ommekeer. Het was of hijzelf begreep dat hij teveel had gegeven. Hij hield zich merkbaar in en maakte juist daardoor van de gerechtsscène een toneel van grote, ontroerende kracht. Hij speelde, zoals wij hem nog nooit hebben zien spelen. Bouwmeester had het pleit gewonnen, hij had het Berlijnse publiek in zijn macht. Een daverend applaus weerklonk na dit indrukwekkende toneel. Met luide bravo's werd om Bouwmeester geroepen. Een 'Hoch! Hoch!' klonk van alle rangen en op het gelaat van Bouwmeester kwam plotseling een gelukkige glans. Hij had zijn grootste, maar ook zijn moeilijkste succes behaald."
  • 21 oktober 1912 - London: Hardouin in De Greep (La griffe) van Jean Sartène. Gezelschap: variété-programma Palladium Theatre. Na zijn succesvolle optreden als Shylock in Berlijn in 1911, was Louis Bouwmeesters eerstvolgende buitenlandse rol in Londen. Drie weken lang zou hij tweemaal per avond in het variété-programma van het Palladium Theatre Hardouin in de De Greep vertolken. De directie was geïnteresseerd in Bouwmeester omdat het een stomme rol betrof en er dus geen taalproblemen zouden zijn. De andere rollen werden goedkope krachten vertolkt, die in geen verhouding stonden tot Bouwmeesters kwaliteiten. Het werd geen succes, al kon de Britse pers de prestatie van Bouwmeester wel waarderen: The Times schreef: "(...) A tour de force on the part of mr. Bouwmeester, an extraordinary piece of dumb show, quite horrible in its force (...)". Een recensent van The Morning Post betreurde het dat juist een stuk als De Greep het Britse publiek met de grote Nederlandse toneelspeler moest laten kennismaken. In 1920 zou Bouwmeester het goedmaken met het Britse publiek door als Shylock te schitteren in Londen.
  • 29 april en 2 mei 1921 - Wenen: Shylock in De Koopman van Venetië van William Shakespeare. Gezelschap: Wiener Burgtheater. De heer N.H. Wolf, hoofdredacteur van weekblad De Kunst, had zich ingespannen om Louis Bouwmeester in het Wiener Burgtheater zijn Shylock te laten vertolken. Nederland en Oostenrijk hadden op dat moment een speciale band omdat Nederland duizenden Oostenrijkse kinderen had opgevangen direct na de Eerste Wereldoorlog. Bouwmeester en de directie van het Burgtheater hadden dan ook besloten dat de De opbrengsten van het optreden van Bouwmeester ten bate zouden komen aan twee fondsen: één voor noodlijdende Weense kinderen en één voor arme studenten aan de Weense universiteit. Het was een bijzondere eer dat het Burgtheater instemde met een gastoptreden van Louis Bouwmeester. Al meer dan honderd jaar was het traditie dat het theater uitsluitend een podium mocht bieden aan de vaste leden van het gezelschap en "reichsdeutsche" gasten. Grote buitenlandse sterren als Sarah Bernhardt, Eleonora Duse en Coquelin hadden nog nooit toestemming gekregen in het Wiener Burgtheater op te treden. Bouwmeesters Shylock was een gigantisch succes. Dagen van tevoren waren de kaartjes al uitverkocht en 's middags vormde zich al een rij om 's avonds op tijd voor de voorstelling binnen te kunnen zijn. Naast het 'gewone' toneelminnende publiek waren ook de Oostenrijkse bondspresident en de burgemeester van Wenen bij de voorstelling op 29 april 1921 aanwezig. Bij de tweede voorstelling, drie dagen later, zagen de senaat van de universiteit en vele hoogleraren Bouwmeesters optreden. Het publiek was zo enthousiast dat zij de traditie van het Burgtheater, die open-doekjes verbood, doorbrak. Ook de pers was lovend: "Ontroerd en meegesleept staan wij onder de indruk van een karakterspeler van machtig formaat", schreef de Neue Freie Presse. In de Wiener Mittagszeitung stond: "Het was een kabinetstuk van de fijnste detailschilering en de zorgvuldigste karakteristiek." Ook de vooraanstaande Weense recensent Felix Salten was onder de indruk van Bouwmeesters spel. Hij schreef in het Berliner Tageblatt over de gerechtsscène waarbij Shylock de geknielde Antonio bij de schouder pakt, met het mes klaar om te steken, maar plotseling terugdeinst: "(...) een gestuit-worden, een afgrijzen van de eigen daad, een afschrik van het bloed, dat nu vloeien gaat; dit alles ontstaan uit de aanraking met de vijand, uit deze aanraking die een geheimzinnig contact veroorzaakt en van lichaam tot lichaam de stomme oertaal der creaturen overbrengt. Een grote kostbaarheid van spel en menselijkheid is in deze ene seconde. Voor de duur van een ademtocht voelt men dat ergens, in bedolven zielsdiepten, een verzoening tussen Shylock en Antonio mogelijk zou zijn. Op deze diepten een licht als een bliksemflits te hebben geworpen, blijft het bizondere en onvergetelijke in Bouwmeesters spel."
  • 3 augustus 1921 - Stratford-on-Avon: Shylock in De Koopman van Venetië van William Shakespeare. Gezelschap: New Shakespeare Company. Regie: W. Bridges-Adams. Louis Bouwmeester als Shylock in De koopman van Venetië. Foto: Albert Greiner. Drie maanden na zijn succesvolle Shylock-optreden in Wenen vervulde Louis Bouwmeester opnieuw een gastrol in het buitenland. Weer zou hij zijn Shylock spelen, dit keer op uitnodiging van het Shakespeare Summer Festival in Stratford-on-Avon in Groot-Brittannië. Als een 'heldhaftige waaghals' van 79 jaar, nam hij het vliegtuig naar Londen. De KLM was het jaar ervoor opgericht en in een zespersoons Fokker vliegtuig vloog hij op 1 augustus 1921 naar Londen. De dag erna werd hij in Shakespeares geboortehuis in Stratford-on-Avon door zijn gastheer Charles E. Flower, oprichter van het Shakespeare Memorial Theatre en de burgemeester ontvangen. Net als bij al zijn andere buitenlandse optredens, vertolkte Bouwmeester zijn rol in het Nederlands, terwijl zijn collega-toneelspelers hun eigen taal spraken. En opnieuw was het Nederlands geen belemmering voor het Britse publiek. De voorstelling werd zeer enthousiast ontvangen. Theaterweekblad The Era schreef: "Without words at all he would have cast a spell over the house. A living reality was Shylocks every passion, so immense was the wealth of gesture and expression with which he endowed it. bouwmeesters appeal was magical; he struck a chord to which it was impossible not to respond." The Stratford Times roemde Bouwmeesters optreden als "(...) the artistic climax of the festival" en "(...) he was the play itself. It was not really The merchant of Venice that was played today, it was The rise and fall of Shylock."

Bron: S. Koster, "De Bouwmeesters. Kroniek van een theaterfamilie" (Assen, 1973).