Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


UploadenAfbeeldingDef.png
Irène Gétrey was een uit Polen stammende danseres die gedurende de WOII ondergedoken zat in Amsterdam. Zij was een van de optredende van het eerste dansprogramma dat na de bevrijding in mei 1945 werd georganiseerd in de Stadsschouwburg Amsterdam onder de naam Op vrije voeten. Vervolgens begon zij een eigen gezelschap, dat echter maar kort bestond.


Irène Gétrey heeft bijgedragen aan 4 productie(s).

Irène Gétrey heeft gewerkt in de volgende functies:


Het gehele overzicht van voorstellingen waaraan Irène Gétrey heeft meegewerkt, voor zover geregistreerd in de Theaterencyclopedie:

NB: Bij de carrièreoverzichten zijn de voorstellingen gekoppeld aan de premièredatum. Het kan echter voorkomen dat personen niet aan de première meewerkten, maar pas later bij de voorstelling betrokken raakten.

Curriculum Vitae Theatrum
Productie Functie Producent Seizoen Premièredatum In regie van
Knal Uitvoerende Bouwmeester Revue 1936/1937 1 januari 1937
Optimisten ... aantreden! Uitvoerende Paul Ostra 1939/1940 2 oktober 1939
Komt en lacht Uitvoerende Theater Der Prominenten 1940/1941 21 december 1940
Varieté programma Uitvoerende Tip-Top Theater 1940/1941 9 mei 1941


Verslag van deze voorstelling

(Bron: uit het voorheen illegale tijdschrift: Ons vrije Nederland).

Na de manifestaties van de toneelgroep 5 mei 1945 met het merkwaardige stuk" Vrij Volk", door vijf auteurs geschreven, na het concert" Vrije klanken" door de musici ten gehoore gebracht, die zich uit het openbare muziekleven hadden teruggetrokken, traden thans in den Stadschouwburg de beoefenaren der 
danskunst op in een groepering, welke zij Op vrije voeten hadden genoemd. Wij hebben lieden gesproken, die de beteekenis dezer manifestaties trachtten te kleineeren, o.a. door er op te wijzen, dat er overwegend vrouwen aan deelnemen, waarvan er velen zijn die niet, of althans niet alleen, de verantwoordelijkheid voor een gezin hadden te dragen of door te smalen, dat zij in den bezettingstijd met het optreden in besloten kring minstens zoo goed in haar onderhoud konden voorzien als voorheen met openbare uitvoeringen. Deze nijdassen zien over het hoofd,
dat de kunstenaar geen grooter offer kan brengen, dan zich vrijwillig uit de openbaarheid terugtrekken. Zij vergeten wat het voor onze zangeressen beteekend heeft eenige der beste jaren van haar leven afzijdig te blijven van het openbare kunstleven; wat het voor een danseres wil zeggen om maanden achtereen de normale gelegenheid te missen der dagelijksche training. Deze manifestaties gaan ver uit boven de geijkte beteekenis van een concert of dansvoorstelling.

Zij zijn bovenal demonstraties. Demonstraties van karakter en gezindheid, van een diep verantvoordelijkheidsbesef van den kunstenaar tegenover land en volk. En wanneer er dan, zooals in dit speciale geval van den dansavond welke ons hier bezig houdt, nog een winst van anderen aard bijkomt, dan moeten wij ons verheugen getuige te hebben kunnen zijn: van een daad, die voor ons kunstleven verstrekkende gevolgen kan hebben.
 Deze dansavond gaf solodansen van Irene Oetreij, Karel Poons, Maja Morova. Do van Dalsum, Maria Petrelli, Beatrix Leoni en kleine ensembles, waarin behalve deze genoemden Hans Snoek, Ruth Helmer, Florrie Rodrigo, Martha Bruin, Selma Chapon, Greetje Donker, Elly Duc, Bettie Gerzon, Elsbeth Meyer, Elsa Tromp, Jos Wintershoven optraden. En daarnaast, als hoogtepunten van het programma, enkele balletten, waar in zich naast dezen nog een aantal anderen schaarde.   Men zag hier een combinatie van individualiteiten, die vroeger moeilijk tot samenwerking te bewegen waren en het "eendracht maakt macht" werd opnieuw bewaarheid. Want er zat leven,elan, geestdrift in het gepresteerde. Zeker is het niet moeilijk critische aanmerkingen te maken, zwakke momenten te constateeren, den vinger te leggen op de kleinere of grootere tekortkomingen. Doch men zou daarmede slechts onrecht doen aan het geheel, dat overtuigend was door zijn eendrachtigen wil om, over oude verschillen van geaardheid en tegenstellingen heen, te geraken tot een eenheid en samenwerking, zonder welke de danskunst in ons land niet tot volle ontplooiing gebracht kan worden.  Ook de rentree van Maria Petrelli Roiz met haar Spaansche dansen oogste veel bijval. 
De grootste overtuigingskracht ging daarbij uit van het ballet "De duivel in het gemeentehuis", waarop de choreographen Maja Morova, Florrie Rodrigo en Hans Snoek , eendrachtig haar krachten geconcentreerd hadden ,en waarvoor het scenario en Lex van Delden de muziek schreef. Het geheel beoogde den strijd van goed en kwaad bij bij den opbouw te symboliseeren. Veel charme had een luchtiger ballet "Premiêre-koorts", waarvoor Ruth Helmer de de choreografie had geleverd en een goed besluit vormde het symbolische vlaggenspel met de choreografie van Irène Gétrey en muziek van Lex van Delden.  Ulco Kooistra een sympathieke figuur in het Amsterdamsche kunstenaarsleven wiens even voortreffelijk als veelzijdig werk op deze dansmanifestatie afdoende is gebleken.

Bronnen