Interview: Koen van Dijk over Stephen Sondheim

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

17 februari 2020 - Interview door Milco Feijnenbuik

Koen van Dijk is als schrijver, vertaler en regisseur betrokken bij talloze musicalproducties. Met Stephen Sondheim heeft hij een bijzondere band. Hij vertaalde en regisseerde veel van zijn stukken, zoals Sweeney Todd, Into The Woods en West Side Story, en ging zelfs bij hem op bezoek in New York.

Wat was je eerste kennismaking met het werk van Sondheim?
“Ik kreeg van Frank Sanders, bij wie ik mijn theateropleiding volgde, het album Sweeney Todd te leen. Ik ben deze toen ’s avonds, rond een uur of elf, gaan luisteren. Het album begint met een zacht orgeltje, dus ik zette de muziek wat harder. Toen kwam die harde stoomfluit. Alle buren zijn wakker geschrokken. Ik werd meteen door het stuk gegrepen en ben al zijn andere werken ook gaan bestuderen.”

Affiche Sweeney Todd 1993.

Je hebt toen ook contact gezocht met Sondheim.
“Ja, ik wist dat ik het theater in wilde gaan, en dacht dat de beste manier was om dat te bereiken, als vertaler zou zijn. Ik nam mij dus voor: ik ga Sweeney Todd vertalen, want dat is het allermoeilijkste. Tijdens het vertalen kwamen er vragen boven, dus ik besloot Sondheim een brief te schrijven met drie vragen. Tot mijn stomme verbazing kreeg ik heel netjes antwoord. Na nog een briefwisseling schreef ik dat ik de volgende maand toevallig in New York zou zijn en dat ik nog veel meer vragen had, met het verzoek of ik langs mocht komen. Ik moest helemaal niet naar New York, maar toen ik te horen kreeg dat het mocht, heb ik al mijn spaargeld bij elkaar gelegd en ben ik gegaan.”

Hoe was die ontmoeting?
“Sondheim was heel genereus. Ik ging naar hem toe met een gevoel van ‘ik ben ook maar gewoon een jochie uit Amsterdam’, maar ik voelde me heel serieus genomen. Ik bedankte hem aan het eind van het gesprek ook uitgebreid dat ik zomaar mocht langskomen. Toen antwoordde hij dat ik niet ‘zomaar’ mocht langskomen, maar dat ik eerst slimme vragen had gesteld en dat hij merkte dat ik serieus wilde praten. Dat was de reden dat ik op bezoek mocht komen.

Het gesprek zelf duurde anderhalf uur, waarin we met name hebben gesproken over de functie van rijm in theaterteksten. Sondheim bekende bijvoorbeeld dat hij spijt had van het nummer ‘I Feel Pretty’ uit West Side Story. Hij wilde toentertijd alleen maar laten zien hoe goed hij kon rijmen, maar achteraf was het absurd om een meisje dat net uit Puerto Rico was gekomen zo netjes te laten rijmen. Hij wilde het nummer laten schrappen, maar dat mocht niet van de makers, aangezien het nodig was als opener van de tweede akte. In de nieuwste versie van West Side Story, die nu in regie van Ivo van Hove te zien is op Broadway en die als eenakter wordt gespeeld, is het nummer overigens wel geschrapt. Het is dus niet heel gek dat Sondheim daar toestemming voor heeft gegeven.”

Wat heeft die ontmoeting betekend voor jouw carrière?
“In Sondheims biografie schrijft hij dat hij ooit op bezoek is geweest bij Oscar Hammerstein II, zijn leermeester, en dat hij in dat uur de hele architectuur van het schrijven van een musical heeft geleerd. Nu wil ik niet zeggen dat ik in mijn gesprek hetzelfde heb meegemaakt, maar het is zeker wel doorslaggevend geweest voor mijn eigen werk als vertaler en schrijver. In Sweeney Todd zit bijvoorbeeld het nummer ‘Johanna (Mea Culpa)’, gezongen door rechter Turpin, waarin er niet wordt gerijmd. Sondheim legde mij uit dat iemand die waanzinnig is en zijn gedachten niet kan ordenen, ook niet kan rijmen. Dat gegeven heb ik gebruikt bij het schrijven van Cyrano, waarin Cyrano het ‘Maanlied’ zingt en zijn gedachten ook niet kan ordenen.

Daarnaast voelde die ontmoeting als een soort mini-erkenning. Om een voorbeeld te geven: een half jaar na mijn reis naar New York mocht ik met componist Ad van Dijk bij Joop van den Ende op bezoek komen om Cyrano te pitchen. Ik vond dat best spannend, maar bedacht me ook dat dit niet zo eng was als de ontmoeting met Sondheim. Het gegeven dat Sondheim mij serieus had genomen, gaf mij vertrouwen dat ik dus niet helemaal gek was.

Toen Cyrano uiteindelijk een paar jaar later op Broadway stond, heb ik Sondheim natuurlijk uitgenodigd voor de première. Ik kreeg toen vriendelijk reactie dat hij nooit premières bezoekt, omdat hij dan zijn mening zou moeten geven. Op de dag van de première kreeg ik wel een gelukstelegram met de tekst ‘Welcome to Broadway’. Je snapt: deze hangt nu ingelijst boven de piano.”

Affiche West Side Story (1996)

Je hebt zelf veel Sondheims vertaald en geregisseerd. Wat voor benadering vraagt een regie van een Sondheim-stuk?
“Sondheim schrijft geen liedjes, maar scènes. Als een personage de trap oploopt, gaat zitten, een mes pakt; alle handelingen heeft hij in de muziek geschreven. Als regisseur is het dus noodzaak om heel goed de partituur te volgen. Daaraan zondigen kan niet, want dan klopt het niet meer. Ik zag bijvoorbeeld een paar jaar geleden de versie van Sweeney Todd in uitvoering van de Nederlandse Reisopera. Zij hadden de partituur aan hun laars gelapt, waardoor het dus nergens meer spannend of grappig was.

Natuurlijk kan het voorkomen dat je iets niet meteen snapt in de partituur. Als ik een Sondheim-stuk doe, werk ik vrijwel altijd samen met muzikaal leider Marco Braam. Wij beslissen in zulke situaties om toch geen aanpassingen te doen, omdat het waarschijnlijk vanzelf wel duidelijk zal worden wat hij ermee bedoeld heeft. En dat klopt dan ook; uiteindelijk valt het kwartje. Sondheim schrijft niets zonder reden.”

Voelt dat niet als een beperking voor jou als regisseur, als alles al vastligt?
“Nee, zeker niet. Alle handelingen liggen weliswaar vast in de muziek, maar de vormgeving en de mise-en-scène bijvoorbeeld niet. Sondheim leent zich er dus bij uitstek voor om iedere keer opnieuw geïnterpreteerd te worden.”

Er wordt vaak gezegd dat Sondheim ‘te moeilijk’ zou zijn voor het publiek. Hoe sta jij daartegenover?
“Dat vind ik totaal niet het geval. Ik snap ook niet waar dat idee vandaan komt. Ik snap wel dat mensen bij een los nummer kunnen denken van: ‘Hè, wat is dit?’, maar in zijn totaliteit klopt alles. Het zijn complete kunstwerken, die als geheel niet moeilijk te begrijpen zijn.”

Zijn er nog Sondheims die je op je verlanglijstje hebt staan om zelf te maken?
“Het liefst zou ik ze allemaal willen doen. Naar mijn mening zijn West Side Story en Sweeney Todd de twee beste musicals ter wereld. Aan beide voorstellingen heb ik gelukkig al mogen meewerken. Ik vind het erg jammer dat Company van PIT Producties geen doorgang heeft kunnen vinden. Deze staat nog wel op mijn lijstje, bijvoorbeeld om te proberen bij de doorstart van het M-Lab. En ik heb net de vertaling van Anyone Can Whistle afgerond. Daarmee ga ik dit voorjaar aan de slag met studenten van Fontys.”

Dit interview komt voort uit het thema rondom Stephen Sondheim. Kijk voor het actuele thema op de Nu Centraal-pagina.

Lees ook het interview met Esther Maas over Stephen Sondheim en het produceren van zijn werken in Nederland.
Lees ook het interview met Jeremy Baker over Stephen Sondheim en het vertalen van zijn werken.

Nieuwsgierig naar alle andere interviews op de Theaterencyclopedie? Kijk snel op de overzichtspagina!