Hans Croiset: Repertoire - Toneel - Regisseur

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg

Hans Croiset, 1965. Foto: Godfried de Groot. Collectie TIN.


Eenlevenlangtheater Hans Croiset:


Hans Croiset: regisseur

O.a. Elise Hoomans en Hans Tiemeijer in Uburleske, Toneelgroep Theater, 1964. Regie Hans Croiset. Foto: Maria Austria/MAI. Collectie TIN.

Hans Croiset heeft bij de meeste gezelschappen, waarbij hij verbonden was als acteur of artistiek leider, voorstellingen geregisseerd en daarmee zijn stempel op het gezelschap gedrukt. Ook zijn liefde voor de stukken van Shakespeare, Tsjechow, Brecht en Joost van den Vondel komt daarin tot uitdrukking. Croiset heeft veel werk van deze grote toneelschrijvers geregisseerd.

Al vanaf zijn allereerste, professionele regies was Croiset gewend zich tot in het extreme voor te bereiden. Als hij aan een nieuwe productie begon kende hij het hele stuk uit zijn hoofd. Die uitputtende voorbereiding resulteerde op de eerste bijeenkomst in een uitgebreide inleiding voor de acteurs. Daarin wijdde Croiset uit over alle facetten van het stuk die hij relevant achtte: de cultureel-maatschappelijke context, de politieke situatie waarbinnen het stuk ontstaan was, de biografische achtergronden. Maar ook ging hij in op de betekenis die het stuk voor een eigentijds publiek nog kon hebben. De boeken die hij bestudeerd had stonden vanaf het begin van de repetities ook ter beschikking van acteurs. Tijdens die eerste bijeenkomst — waarin Croiset zijn acteurs het stuk altijd zelf liet lezen — werd natuurlijk ook gesproken over de personages, de rol die zij in het stuk speelden en de impact die zij hadden op het verloop van de gebeurtenissen. Daarbij werd de maquette van het decor bekeken en vertelde Croiset over de mise-en-scène die hij in zijn hoofd had.

Scène uit Hedda Gabler, Zuidelijk Toneel Globe, 1972. Regie Hans Croiset. Op de foto: Petra Laseur en Hans Boswinkel. Foto Lemaire/MAI. Collectie TIN.

Op deze manier wilde Croiset zijn acteurs informeren over het stuk, maar probeerde hij ze ook te prikkelen en nieuwsgierig te maken. Op basis van een nauwkeurig uitgedacht — en in een regieboek uitgeschreven — concept ging Croiset vervolgens met zijn acteurs aan het werk. Met in zijn hoofd het beeld van zijn ideale voorstelling realiseerde hij zich tegelijkertijd dat dat beeld zou vervagen op het moment dat de repetities daadwerkelijk gingen beginnen: "Je weet vanaf dat moment dat jij het vertelt, dat het anders wordt. Dan komen er echte mensen in: daarvoor is het mijn poppentheater. En ik probeer daar... nou... toch zeker 15 procent van te redden." Wat daarbij meespeelde is dat Croiset rekening houdt met de kwetsbaarheid van zijn acteurs en ze het liefst allemaal gelukkig wil zien. Hij was dan ook geen regisseur die een acteur afbreekt om hem of haar op die manier vervolgens tot een uitzonderlijke prestatie te brengen. Hij benadrukte altijd de goede kanten van een prestatie, zodat de acteur een basis van zekerheid heeft waarop hij zijn rol uit kan bouwen. Dat uitbouwen liet hij verder — omzichtig sturend en stimulerend — ook daadwerkelijk aan de acteur zelf over: Croiset speelde nooit voor.

Hieronder een overzicht van de voorstellingen die Hans Croiset geregisseerd heeft, per gezelschap.


Bron: Tekst afkomstig uit het boek 'Hans Croiset, theatermaker' van Rob van der Zalm i.s.m. Xandra Knebel. Theater Instituut Nederland in coproductie met P.S. Items, 2005.

Affiche Driekoningenavond, Haagse Comedie 1971 Affiche Woyzeck, Haagse Comedie 1971 Affiche Nachtasiel, Haagse Comedie 1972

Affiche Hedda Gabler, Globe 1972. Collectie TIN. Affiche De tijd en het vertrek, Het Nationale Toneel 1989. Collectie TIN. Affiche De Kersentuin, Het Nationale Toneel 1990. Collectie TIN.

Affiches van voorstellingen, geregisserd door Hans Croiset. Collectie TIN.


De heilige Johanna van de slachthuizen 100346.jpg De heilige Johanna van de slachthuizen 100347.jpg

Scènes uit De heilige Johanna van de slachthuizen, regie Hans Croiset, Toneelgroep Theater 1966. Foto Maria Austria/MAI. Collectie TIN.

Driekoningenavond of Wat u maar wilt 168784.jpg Driekoningenavond of Wat u maar wilt 168786.jpg

Scènes uit Driekoningenavond of Wat u maar wilt, regie Hans Croiset, Toneelgroep Theater. Foto's: Wouter van Heusden. Collectie TIN.

(Werkgroep) Rotterdams Toneel

Bij het Rotterdams Toneel heeft Hans Croiset zijn eerste regie gedaan, namelijk van Le Balcon van Jean Genet.

Studententoneel

Het studententoneel in de jaren '60 was voor Hans Croiset een soort leerschool voor zijn regies, omdat er nog geen regie opleiding bestond in Nederland

  • 18 mei 1962: Stenen jungle
  • 25 november 1960: Le mal court van Jacques Audiberti. Producent: Delfsch Studenten Tooneel Gezelschap. Regie: Hans Croiset
  • 25 maart 1961: Eurydice van Jean Anouilh. Producent: Rotterdamse Studenten Muziek en Tooneel Vereeniging. Regie en vormgeving: Hans Croiset
  • 1 juli 1962: Lorenzaccio van Alfred de Musset. Producent: Amsterdams Studentencorps. Regie, vertaling en vormgeving: Hans Croiset
  • 1 mei 1964: De dame uit Maxim van Georges Feydeau. Producent: Leidse Studentenvereniging St. Augustinus. Regie en vormgeving: Hans Croiset

Toneelgroep Theater

De eerste regie waarmee Croiset zich in november 1964 aan zijn Oost-Nederlandse publiek presenteerde, was Uburleske van Toneelgroep Theater. Er zouden er nog vele volgen, waaronder van stukken van Brecht en Shakespeare.

Haagse Comedie

Hans Croiset begon in Den Haag met een regie van Driekoningenavond, het stuk dat hij in 1968 ook bij Toneelgroep Theater had geregisseerd. Zijn "zeer jeugdige, van alle opsmuk en komische craquelé" ontdane versie was een publiekssucces maar viel slecht bij de oudgedienden van het gezelschap. Daarna volgden nog de regies van 2x Woyzeck en van Nachtasiel. De pers reageerde verrast en enthousiast, maar binnen het gezelschap ontmoette Croiset opnieuw veel scepsis. Hoewel hij bij andere gezelschappen regelmatig het regisseren en acteren in hetzelfde stuk combineerde, speelde hij bij de Haagse Comedie zelf geen rollen.

Zuidelijk toneel Globe

Een gastregie bij Globe:

Amsterdams Toneel

In de tweede helft van het seizoen 1972/1973 zou Hans Croiset bij het Amsterdams Toneel een rol en een regie voor zijn rekening nemen. Tegelijkertijd zou hij werken aan het uitwerken van zijn eerder afgewezen plannen voor een nieuwe op te richten gezelschap in Amsterdam.

Publiekstheater

Aan het repertoire dat Croiset in Amsterdam regisseerde is duidelijk te zien dat zijn hart nog steeds voor dezelfde schrijvers klopte. In de eerste zes jaren van het Publiekstheater deed hij maar liefst vier Shakespeares waarbij de nadruk niet zoals in Arnhem op de komedies lag, maar op de tragedies. Verder deed hij twee Brechts en een Goldoni. Een nieuwe constante in die jaren waren de stukken van Tsjechov waarvan Croiset er drie onder handen zou nemen.

Toneelgroep De Appel

Zijn drie regies bij Toneelgroep De Appel vormen het artistieke hoogtepunt van Hans Croiset als regisseur: samen met Tom Schenk realiseerde Hans Croiset de regie van Faust, Amphitryon van Heinrich von Kleist en een seizoen later Vondels Faëton.

Het Nationale Toneel

Op 20 december 1988 ging Croisets eerste eigen regie bij Het Nationale Toneel in première: Gijsbrecht van Aemstel van Joost van den Vondel, in een bewerking van Guus Rekers. De opvoeringen van Gijsbrecht van Aemstel waren een typisch Amsterdams fenomeen. In 1641 begon in de Stadsschouwburg de jaarlijkse Gijsbrecht-traditie, die stand hield tot 1969. In het algehele klimaat van oproer en verzet tegen alles wat oud en gerespecteerd was, sneuvelde toen ook de enige traditie die het Nederlandse toneel rijk was. Croiset nam met zijn Haagse enscenering revanche op de hoofdstad waar, naar zijn zin, het verleden niet genoeg werd gekoesterd. De pers reageerde overwegend enthousiast op Croisets Gijsbrecht, en er werd zelfs het vermoeden uitgesproken dat de traditie nieuw leven was ingeblazen. Ook het publiek reageerde goed; het kwam in groten getale op de voorstelling af en er werden zelfs extra voorstellingen gegeven.

Nationale Reisopera

In 1995, nog voor de start van Het Toneel Speelt, regisseerde hij bij De Nationale Reisopera Faust van Charles Gounod, en er ging een wereld voor hem open. Deze Faust kreeg een jaar later een vervolg. Opnieuw bij de Nationale Reisopera regisseerde Croiset Don Carlo van Giuseppe Verdi.

Het Toneel Speelt

In de Amsterdamse Stadsschouwburg vond de première plaats van Jozef in Dothan, het eerste stuk van Vondels Jozef-trilogie, uiteraard in de regie van Hans Croiset. Naar aanleiding van de première van Jozef in Dothan werden in de pers alle vooroordelen over het werk van Vondel nog maar weer eens uit de kast gehaald: de trage ontwikkeling van de dramatische lijn, de moeilijkheidsgraad van zijn taal en de galmende alexandrijnen. Maar er waren ook positieve reacties: veel recensenten waren het er over eens dat Croiset met deze voorstelling maar weer eens aantoonde dat hij 'Vondel doorgrondt als geen ander [...], en dat hij zijn inzichten kan overbrengen aan de acteurs'. Bij Het Toneel Speelt zou Hans Croiset in totaal zes regies doen. Vier daarvan waren echte Vondels en als Benno Barnards bewerking van Jefta uiteindelijk niet in een geheel nieuw stuk was uitgemond, zouden het er zelfs vijf zijn geweest. Het zesde stuk was er een van Constantijn Huygens. Croisets laatste regie als artistiek leider van Het Toneel Speelt was - uiteraard – een Vondel: Jozef in Egypte.

Toneelacademie Maastricht

  • 30 juni 2006: Oresteia van Aischylos. Voorstelling door 2e- en 3e jaars acteurs en theatraal performers van de Toneelacademie Maastricht.

Joop van den Ende Theaterproducties

Bij Joop van den Ende maakt Hans Croiset na One Flew over the Cuckoo’s nest ook nog twee voorstellingen in het kader van de Toneelmeesters: Moeder Courage en Drie Zusters.