Feike Boschma: Biografie - Een geslaagde professionele carriere

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg

Feike Boschma. Collectie: Feike Boschma


Eenlevenlangtheater Feike Boschma:


Feike Boschma: Een geslaagde professionele carriere

Feike Boschma tijdens een voorstelling, met Ans Wierda. Collectie: Feike Boschma.

In 1954 verhuist Feike Boschma, na bijna zeven jaren in Den Haag te hebben gewoond, terug naar Utrecht, waar hij tijdens en kort na de oorlog op een studentenkamer woonde. In 1950 had hij Ans Wierda leren kennen, zij assisteerde hem sindsdien regelmatig bij zijn voorstellingen. Zij woonde met haar ouders en twee zussen in Utrecht. Het was een intellectueel, kunstzinnig en welgesteld gezin, de deur stond altijd open, er werd veel gelezen, gediscussieerd en geborreld. Feike Boschma kwam er vaak, zo vaak dat Ans' moeder voorstelde dat hij net zo goed bij hen zou kunnen komen wonen, er waren kamers genoeg. De relatie met Ans werd steeds inniger en in 1958 trouwden ze.

Professioneel waren het jaren met veel losse klussen. Zo werkte hij mee aan een reclamefilm die Joop Geesink voor Unilever maakte, deed op de Huishoudbeurs iets met een reclame voor Luxaflex en was betrokken bij de musical Voetje van de vloer van Mies Bouhuys, die ook op televisie werd uitgezonden. Hoewel artistiek niet bijzonder interessant, zorgde de televisie er wel voor dat er brood op de plank kwam. Boschma werkte eind jaren vijftig mee aan een aantal jeugdseries als Pluim de eekhoorn, Coco en de vliegende knorrepot en De avonturen van het aapje Joekie. Ans assisteerde hem bij deze programma's.

Om ideeën en inspiratie op te doen nam Boschma regelmatig de trein naar Parijs. Hij zag er cabarets met optredens van Juliette Greco, Yves Montand, Marcel Marceau, Jacques Prévert, Les Frères Jacques en poppenspelers als Yves Joly, George Lafaye en Georges Tournaires. Ook kwam hij steeds vaker in Amsterdam waar hij voorstellingen zag en interessante mensen ontmoette en ook, naast de kassa van het Leidsepleintheater, het boekje vond A la rencontre de la Mime van Jean Dorcy. Eindelijk een bruikbare theoretische handleiding waar hij al zo lang naar op zoek was, weliswaar toegespitst op de technieken van de mime, maar evengoed toepasbaar op het poppenspel. Ook het boek Marionettes et marionettistes de France van André-Charles Gervais met daarin de beschrijving van een systeem van elementaire bewegingen voor handpoppen, was bijzonder nuttig voor Boschma.

Rond 1960 leerde hij ook de net aan de Haagse Kunstacademie afgestudeerde beeldend kunstenaar Peter Struycken kennen. Ze bezochten samen allerlei theatervoorstellingen maar deelden ook de liefde voor kermis, circus en revue. Bovendien hadden ze eindeloze gesprekken over het gebruik van kleur en Boschma zag steeds duidelijker de raakvlakken van zijn marionettenspel met abstracte beeldende kunst. Struycken en hij ontwikkelden samen een programma waarmee ze een jaar lang optraden: Marionettentheater. Een jaar later volgde La Boîte à joujoux geïnspireerd op het gelijknamige muziekstuk van Claude Debussy. Het waren ook de jaren waarin Boschma regelmatig samenwerkte met handpoppenspeler Jan Nelissen. In dezelfde tijd, de vroege jaren zestig, leerde Boschma de voordrachtskunstenares Willy Brill kennen. Zij maakte liedjes en verhalen met als doel het in stand houden en bevorderen van de Jiddische taal, literatuur en cultuur in Nederland. Boschma leerde door Brill een wereld kennen die hij daarvoor niet kende en vond het prettig dat Brill de toegevoegde waarde van de marionetten begreep en waardeerde. In 1962 maakten ze hun eerste programma, Het volk Israël leeft, waarna er nog vele, tot in de jaren tachtig, zouden volgen. Het was tevens het jaar waarin zoon Klaas geboren werd, in Amsterdam, waar Feike en Ans inmiddels woonden.

Funhouse Classics 177709.jpg Funhouse Classics.jpg

Publiciteitsfoto's Funhouse Classics. Fotograaf onbekend. Collectie TIN.


In de herfst van 1966 zag Boschma een voorstelling van mimespeler Rob van Houten. De humor van Van Houten sprak Boschma aan, ze raakten na de voorstelling aan de praat, een vervolgafspraak en samenwerking volgden snel. Van Houten en Boschma vulden elkaar perfect aan: "De samenwerking tussen Rob en mij berust enerzijds op het grootst mogelijke contrast en anderzijds op een zekere overeenkomst. Rob speelt altijd keiharde scènes met kracht, agressie en tempo. Terwijl ik lyrisch ben en romantisch. Rob zegt altijd, jij bouwt de poëzie op en dan breek ik er doorheen". Maar de humor van het absurde is onze gemeenschappelijke basis. Het zijn de dingen van de straat en het café die vooral Rob heel scherp waarneemt. Ik put meestal niet uit de directe werkelijkheid maar uit de fantasie over de werkelijkheid. Mijn romantiek is meer literair georiënteerd. We zitten dus allebei op een poëtisch spoor maar we werken het totaal verschillend uit. Ik ben de zachte kant, hij de harde. En als dat goed in balans is, kunnen we dingen maken die erg gelukkig in elkaar zitten." (Gooi en Eemlander, 4 april 1991) Rob van Houten richt theatergroep Funhouse op en Feike Boschma werkt mee aan de meeste voorstellingen van het gezelschap tussen 1967 en 1981. De samenstelling van de groep wisselde nog wel eens, maar echte Funhouse namen zijn Rob Krot, Ati van der Lingen, Barry Stevens, Cor Beurskens, Margit de Vries, en Annelies Balhan. De shows van Funhouse waren onconventioneel en absurdistisch, het publiek en de critici waren enthousiast en de zalen vaak uitverkocht. Artistiek bracht de samenwerking met Van Houten en Funhouse Boschma veel en het was ook prettig dat de voorstellingen zakelijk succesvol waren. In hun recensies dichtten de critici de inbreng van Boschma vaak een sfeerbepalende rol toe waarbij zijn spel als hoogtepunt van het programma werd gezien.

Elleke Boschma-Mebius in Frankrijk, 1987. Collectie: Feike Boschma.
Feike Boschma in Frankrijk, 1987. Collectie: Feike Boschma.

Privé ging het er wat roeriger aan toe. In 1966 had zijn vrouw een scheiding aangevraagd, ze leed onder psychische problemen die steeds ernstiger werden en in 1968 werd de scheiding officieel. Zoon Klaas bleef bij zijn moeder, maar vanwege haar psychische gesteldheid besloot ze dat het beter was om hem onder te brengen in een tehuis. Een moeilijke tijd voor Boschma, die na de scheiding slechts toeziend voogd was van zijn zoon. In 1970 overleed bovendien zijn vader. Wel had hij intussen een nieuwe liefde gevonden: Elleke Mebius. Een jaar later trouwde hij met haar en kon Klaas bij hen in huis aan de Kromboomsloot in Amsterdam komen wonen. Elleke was lerares Nederlands op een middelbare school. In de schoolvakanties werd hun rode bestel-eend volgeladen en reden ze naar Frankrijk of Friesland.

1971 Was ook het jaar waarin de voorstelling Funhouse Horror in première ging. Het programma was een enorm succes en werd bijna een half jaar lang voor uitverkochte zalen gespeeld. De Funhouse programma's zorgden ervoor dat een groter publiek het werk van Feike Boschma leerde kennen en ook zijn eigen voorstellingen, los van Funhouse, wist te vinden.


Sinds 1967 was hij jaarlijks betrokken bij een kindervoorstelling van het Amstel Toneel. Ook deze samenwerking zou tot in de jaren tachtig voortduren. De jaren zeventig zijn gevuld met voorstellingen van Funhouse, Willy Brill, het Amstel Toneel, enkele eigen producties en zo nu en dan een optreden of tournee in het buitenland (Roemenië, Frankrijk, Duitsland). In 1978 overlijdt zijn moeder, haar PFAFF naaimachine staat nog altijd in zijn atelier.

Feike Boschma 239586.jpg Klaas Boschma (r) en Caspar Oorthuijs in Athene. Collectie: Feike Boschma

Links: Feike Boschma in zijn atelier. Foto: Ger Dijkstra. Collectie TIN. Rechts: Klaas Boschma (r) en Caspar Oorthuijs in Athene. Collectie: Feike Boschma


In 1981 wordt Boschma's programma De rode sjaal opgenomen in de programmering van het Holland Festival. Het is de eerste voorstelling waarbij zoon Klaas, dan negentien jaar oud, hem assisteert. Klaas Boschma groeide op met het poppenspel van zijn vader. Het leek een natuurlijk proces zoals hij mee ging werken bij Boschma's voorstellingen. Hij had dezelfde motoriek als zijn vader, en dezelfde handen. Hij was geïnteresseerd in de theorie van het poppenspel en verzorgde regelmatig het licht tijdens de voorstellingen. Ze maakten samen ook een aantal tournees in het buitenland, waaronder Hong Kong. De ambitie om zelf professioneel poppenspeler te worden had Klaas echter niet. Hij studeerde theaterwetenschappen toen hij ziek werd en een half jaar later, in 1990, op 28-jarige leeftijd overleed.

A romance in many dimensions - Feike Boschma- prod.- Nationaal Fonds 76783.jpg A Romance in Many Dimensions 175972.jpg

Affiche en foto van A romance in many dimensions, 1989. Foto: Emilio Brizzi. Collectie TIN.


In dezelfde periode ging Boschma's solovoorstelling A romance in many dimensions in première. Hij maakte het programma in samenwerking met 'de Grieken': regisseur Nikos Armaos en componist Iraklis Paskalidis. De voorstelling werd door zijn impressariaat tevens ingezet om zijn veertigjarig jubileum te vieren. In NRC Handelsblad van 22 januari 1993 schreef Henk van Gelder over de voorstelling: "In zijn jubileumvoorstelling A romance in many dimensions schiep Feike Boschma in luttele ogenblikken, onder de ogen van het publiek, een elegante dame. Hij had daar niet meer voor nodig dan twee stokken die samen een kruis konden vormen, een roze lap stof er omheen en een joyeuze hoed op de bovenste punt. Even droomde de poppenspeler met haar weg; voorzichtig en liefdevol, als was zij een breekbaar engeltje, hield hij het wezen in zijn armen. Maar meteen daarna spatte de droom uiteen en ontwaakte hij - met niets dan die twee stokken, die roze lap stof en die hoed als ontnuchterende overblijfsels. “In dit stukje is het poppenspel in alle eenvoud samengevat,” zei Boschma nadien, twee jaar geleden, in deze krant. “Ik ben een manipulator die het publiek laat zien hoe je leven kunt brengen in dode dingen en hoe dat leven er ook weer is uit te halen. Het verrast mij telkens opnieuw dat je met zo'n primitief hulpmiddel die illusie kunt wekken.” De samenwerking met de Grieken is inspirerend geweest voor Boschma: "De Grieken maken het altijd dieper. Ze denken dan een hele middag na en brengen mijn materiaal terug tot een klassiek thema. Het draait om mijn relatie met het materiaal. De Grieken zeiden: 'Soms zie je er wel iets in en soms niet, maar dat ligt niet aan het materiaal. Daarom neemt het wraak'." (Geciteerd uit: Trouw, 25 april 1996)

Sommigen dachten dat Boschma's veertig-jarig jubileum in 1990 tevens zijn afscheid inluidde, maar niets was minder waar. Tot 2000 met zijn Stichting Feike Boschma en daarna als freelancer heeft Boschma nog vele voorstellingen gerealiseerd, zoals het repertoire-overzicht bij dit portret laat zien.