Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


De klucht van de koe - Gerbrand Adriaensz. Bredero

(Aantal:0)
Gerbrand Adriaensz. Bredero.jpg


Portret van Bredero. Tekening (reproductie uit 1619) naar een gravure. Met boven zijn lijfspreuk "'t kan verkeren" en onder zijn personalia

AuteurGerbrand Adriaensz. Bredero
DisciplineToneel
Gepubliceerd op1612
Wereldpremière teAmsterdam
Bekijk alleop deze pagina!

Synopsis

Een dief vraagt en krijgt onderdak bij een boer. Hij vertelt dat hij een rijke koopman uit Keulen is en wordt verwend met drank en eten. In de nacht steelt deze dief echter de beste koe van de boer en verstopt hem. De volgende dag loopt de boer een stukje op met de dief. Laatstgenoemde tovert met een smoesje de koe tevoorschijn: een schuldenaar had geen zogenaamd geen geld en gaf hem daarvoor in de plaats deze koe. De dief krijgt de boer zo ver dat hij zijn eigen koe voor de dief op de markt verkoopt en vervolgt zijn weg naar een herberg. Daar heeft hij met de boer afgesproken zodra de koe verkocht is.

In de herberg heeft de nietsnut Joosje de waardin Giertje geprobeerd te verleiden. Dat mislukt, Giertje heeft juist hem verleid om veel te drinken, waarna hij in de herberg in slaap is gevallen. Ook de dief probeert het met Giertje aan te leggen als hij in de herberg arriveert. Ook de boer verschijnt nadat hij de koe voor de dief heeft verkocht, Met de opbrengst van de verkoop geeft de dief rondjes en zegt dat het tijd voor een feest is. Hij leent schalen van Giertje en de jas van Joosje om vlees en vis te halen, en verdwijnt voorgoed. Als Keesje, de zoon van de boer, binnenkomt en vertelt dat de koe is gestolen, begrijpt de boer hoe de vork in de steel zit. Hij kan er uiteindelijk wel een beetje om lachen, verzoekt Giertje om het verhaal niet rond te vertellen en betaalt samen met Joosje de rekening.

Bronnen