Stadsschouwburg, Utrecht
Naam | Stadsschouwburg, Utrecht |
---|---|
Eerdere naam | Stadsschouwburg (oud), Utrecht |
Plaats | Utrecht |
Type | Theatergebouw |
Architect | Willem Marinus Dudok |
Openingsdatum | 3 september 1941 |
Gesloten | Nee |
Wikidata ID (Q-nummer) | Q2485688 |
Website |
Info | Waarde |
---|---|
Afbeelding | StadsschUtrecht.JPG |
Postcode: | 3512 EJ |
Openingsdatum: | 1941 |
Op de kaart: | Ga naar kaart... |
Wikimedia Commons: | Galerie (Wikimedia Commons) |
Gelegen in: | Utrecht (Q803) |
Bekijk deze en meer informatie op de website van Wikidata, of lees de pagina Stadsschouwburg Utrecht op Wikipedia.
Stadsschouwburg Utrecht (1941)
U vindt Stadsschouwburg Utrecht aan de rand van het stadscentrum: in het Zocherplantsoen op het Lucasbolwerk. Het gebouw is in 1937 ontworpen door architect W.M. Dudok en kreeg in 2009 de status van officieel Rijksmonument. In 2015 is het gebouw grondig gerenoveerd en zo veel mogelijk teruggebracht naar het oorspronkelijke ontwerp, rekening houdend met de eisen en wensen van deze tijd. Stadsschouwburg Utrecht heeft twee theaterzalen, de Grote Zaal en de Blauwe Zaal, en programmeert jaarlijks zo’n 500 voorstellingen in alle genres voor jong en oud: van (klassiek) toneel, opera, dans, cabaret, circus tot musicals. Ook worden regelmatig bijzondere projecten georganiseerd, vaak in nauwe samenwerking met andere Utrechtse podia, festivals en gezelschappen.
Het gebouw
Architect: W.M. Dudok
Bouwjaar: 1939-1941
Opening: op 3 september 1941. In verband met de mobilisatie en de Duitse bezetting zonder feestelijk vertoon. Vanaf 4 september een Spectacle Coupé verzorgd door de Artistieke Werkgemeenschap Het Nederlandsch Tooneellyceum.
Verbouwingen:
- 1973-1976, architect Sjoerd Wouda (Architectenbureau Wouda)
- 1995, architect Erik Knippers (Architectenbureau Wouda)
- 2002 en 2005 MONK architecten
- 2014-2015, architect Ronnie Kuiper (Hoogevest Architecten)
De oude Stadsschouwburg stond aanvankelijk op het Vredenburg. Renovatie van dit verouderde theater werd weliswaar overwogen, maar het gebouw bleek een sta in de weg geworden voor de noodzakelijk geachte uitbreiding van de Jaarbeurs. De industrieel F.H. Fentener van Vlissingen, tevens lid van de Raad van Bestuur van de Jaarbeurs, bood de gemeente daarom 500.000 gulden voor de bouw van een nieuwe schouwburg. Voor Nederlandse begrippen een ongebruikelijke hoeveelheid particulier geld. Het halve miljoen was opgebouwd uit enerzijds een lening van drie ton tegen 2,5% rente, en daarnaast 200.000 gulden die in aandelen werd uitgegeven.
Protest
Als architect wordt W.M. Dudok (1884 - 1974) gekozen, een bouwmeester van grote (inter)nationale faam. Dudok vindt het Lucasbolwerk als locatie ‘een dankbare omgeving voor een nieuw gebouw’. De Utrechters zijn echter overdonderd door de snelle besluitvorming en protesteren tegen het rooien van de bomen en vernielen van het park. Dudok zegt toe dat het Lucasbolwerk niet zonder meer op de schop gaat en betrekt de bekende landschapsarchitect Tersteeg bij het herinrichten van het plantsoen, dat deel uitmaakt van het ontwerp dat J.D. Zocher eind negentiende eeuw maakte voor de oude verdedigingswerken langs de singel.
Zien en gezien worden
Dudok doorbreekt met zijn ontwerp van de schouwburg de traditie dat theaters qua vorm altijd symmetrisch zijn. Hij schuift de grote toneeltoren naar de linkerkant en de ingang en de aparte trap naar het restaurant Esplanade plaatst hij rechts van het midden. Door de moderne constructie van staal en gewapend beton is het mogelijk om de binnenruimte open te houden en tussenverdiepingen aan te brengen. Dat leidt tot een spannende opeenvolging van ruimtes, met ronde vormen en warme kleuren en waar je ook kijkt een blik op het omringende groen. ‘Zien en gezien worden’, dat is waar het om draait in zijn foyers. Ook aan de verlichting van de foyers besteedt hij veel aandacht. Samen met glaskunstenaar Andries Copier, die ook de kroonluchters ontwerpt, bedenkt hij een ingenieus lichtplan met veel indirect licht, lampjes in het stucwerk en een mooi gebruik van spiegels.
Na de oplevering wordt er lovend geschreven over de ruimtelijkheid en intimiteit van het gebouw. Maar er is ook veel kritiek. Met name het toneelhuis vindt men onder de maat. De kleedkamers zijn oncomfortabel, een zijtoneel ontbreekt en het zicht is vanuit de zaal (die amper oploopt) slecht. De wit gecapitonneerde wanden van de Grote Zaal maken een goede belichting en beleving van voorstellingen vrijwel onmogelijk en aanpassingen blijken noodzakelijk.
Betere zichtlijnen en akoestiek
In de jaren zeventig wordt er een hydraulische orkestbak en een lichtbrug geplaatst en de zichtlijnen in de Grote Zaal worden verbeterd. Er komt meer beenruimte tussen de rijen stoelen en de akoestiek wordt aangepakt. Het zijtoneel wordt vergroot en er komt een inpandige laad- en losruimte. Op de plaats van de feestzaal wordt een vlakke-vloertheater (de Blauwe Zaal) gebouwd en de gesloten gevel van de begane grond wordt voorzien van een glazen pui. De kassa bij de entree wordt een open balie en er komen vaste koffiebuffetten in de foyers. Restaurant Esplanade wordt verbouwd tot foyer.
Ingrijpende verbouwing toneelhuis
In 1993 stelt de gemeente 14 miljoen gulden beschikbaar voor een grote verbouwing en achterstallig onderhoud. Een drastische en noodzakelijke renovatie waarmee als alle plannen goedgekeurd zijn in 1995 gestart wordt. Om niet ingehaald te worden door beter geoutilleerde theaters in het land en zodoende verstoken te raken van grote theaterproducties, komt er een nieuw en aanzienlijk groter toneelhuis. De toneeltoren wordt vijf meter hoger en acht meter breder. Architect Knippers ontwerpt een glazen stolp waarin de bestaande muren aan de oost- en westkant behouden en zichtbaar blijven. Aan de noord- en zuidkant worden ze gesloopt. Door deze ingenieuze constructie kunnen de toneeltechnici voortaan daglicht zien tijdens de opbouw van voorstellingen. Uniek voor Nederland is dat de Grote Zaal (van 1992 tot 2022 de Douwe Egbertszaal) een hydraulische tribune krijgt. Daardoor is het mogelijk om de eerste dertien rijen steil te laten oplopen tot een middenzaalsetting. Hiermee worden er een intiemere sfeer en betere zichtlijnen gecreëerd.
Uitbreiden of renoveren
Technisch is het gebouw inmiddels up-to-date, maar het interieur oogt nog wat shabby. Steeds meer theaters bieden een ‘compleet avondje uit’, wat aanleiding is om vanaf 2002 het restaurant te heropenen onder een nieuwe naam en met een nieuwe ‘look’: Zindering. Ook het entreegebied krijgt een nieuw gezicht, waarbij de ‘lange lijnen’, de vorm van de tegels en de kleuren uit het oorspronkelijke ontwerp van Dudok in beeld blijven.
Maar het kan nóg beter. Er is een gebrek aan kantoorruimte, de Blauwe Zaal-opstelling is niet meer van deze tijd, er is behoefte aan een groter speelvlak en een technisch nog beter geoutilleerde zaal. In opdracht van de Gemeente Utrecht worden twee mogelijkheden onderzocht om uit te breiden: een nieuw theater met drie zalen op een andere locatie waarbij de schouwburg een ander bestemming krijgt, of renovatie van het bestaande gebouw en de bouw van een grote nieuwe zaal voor cabaret en musicals op een andere locatie.
In 2008 breekt de economische crisis uit waardoor er een streep door de plannen komt. De renovatieplannen blijven echter staan ‘ten behoeve van een goede uitgangspositie als culturele organisatie’ volgens B&W.
Fraaier dan ooit tussen park en singel
Deze renovatie begint in juni 2014. In de eerste fase worden de Blauwe Zaal, restaurant Zindering, het entreegebied en de kantoren verbouwd. De voorstellingen in de Douwe Egbertszaal gaan tijdens deze verbouwing gewoon door. Het publiek betreedt het gebouw via een tijdelijke ingang. Waar mogelijk wordt (vooral in het publieksgedeelte) de monumentale waarde van het gebouw in ere hersteld.
In de tweede fase krijgt de Douwe Egbertszaal een nieuwe hydraulische tribune en een nieuw stoelenplan, waardoor de zichtlijnen verbeteren. De orkestbak wordt gerenoveerd. In de kelder komt een kantoortuin en bij de entree een café met terras (Mevrouw Dudok).
Waar het uiterlijk van het gebouw in eerste instantie als kaal werd bestempeld en door de betegeling bijnamen kreeg als ‘zwembad’ en ‘urinoir’, staat het gebouw sinds de laatste verbouwing weer een stuk dichter bij het ontwerp van Dudok. En ligt, met zijn inmiddels karakteristiek glazen toneeltoren en royale luifel, 'fraaier dan ooit tussen park en singel'.
Premieres
Een chronologisch en daaronder een link naar een alfabetisch overzicht van de voorstellingen, die in dit theater in première zijn gegaan:
- Het alfabetisch overzicht van deze voorstellingen
Zie ook een alfabetisch overzicht van de voorstellingen die door de organisatie van dit theater al of niet in samenwerking met andere organisatie zelf heeft geproduceerd
Publicaties
- T.g.v. het vijftigjarig bestaan van de schouwburg verscheen in 1991 Een bolwerk voor de muzen door Rob van Gaal (ISBN 90 6481 149 0)
- Over de ontstaansgeschiedenis van de schouwburg, het ontwerp van Dudok en de diverse verbouwingen schreef architectuurhistoricus Martine Bakker het boekje: Licht, ruimte en beweging – 75 jaar Stadsschouwburg Utrecht. Het boekje is verkrijgbaar bij de kassa van de schouwburg.
Bronnen
- Productiedatabase
- Stadsschouwburg Utrecht
- Theaters in Nederland sinds de zeventiende eeuw. Redactie Bob Logger, Eric Alexander, Menso Carpentier Alting, Nico van der Krogt, Nathalie Wevers. Theater Instituut Nederland, 2007
- Licht, ruimte en beweging – 75 jaar Stadsschouwburg Utrecht, 2016