André van Duin: Biografie - Jeugd

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg

André van Duin, 1975.

Een Leven Lang Theater André van Duin:


Jeugdjaren van André van Duin

André van Duin (1 jaar) met zijn moeder, 1948. Herkomst: André van Duin Produkties.

Op 20 februari 1947 wordt in de Watergeusstraat in het Rotterdamse Delfshaven Adrianus Marinus Kyvon geboren. Hij is het eerste en enige kind van Adrianus Kyvon en Henriëtte Wielders. Zijn roepnaam is Adri, al zal hij vanaf zijn vijftiende als André van Duin door het leven gaan, de artiestennaam die hij zelf kiest wanneer hij in september 1962 een aantal televisieomroepen aanschrijft om als beginnend conferencier een proeve van bekwaamheid te mogen afleggen.

Vader Kyvon is magazijnbediende bij de Rotterdamse Droogdok Maatschappij, moeder Kyvon is huisvrouw. Ze waren een arbeidersgezin, niet arm en niet rijk. "M'n vader heeft zich z'n hele leven het lazarus gewerkt. 's Morgens om zeven uur op... de zaak kwam voor alles." (Vrij Nederland, 22 december 1979) Van Duin heeft goede herinneringen aan de zomers uit zijn jeugd: "Als ik vakantie had, kreeg ik van mijn moeder een oude deken, en die spreidde ik dan uit over het hele trottoir en dan maakten we van een Solex een Berini en van een Berini een Solex. Ook radio's repareerde ik. Meestal hield ik aan het einde van de dag wel een derde aan materiaal over, maar de Solex reed en op de radio ontving ik Luxemburg. Met een paar vriendjes reed ik ook altijd naar Hoek van Holland. Eerst op de fiets, later op de brommer. Mijn ouders hadden in de Hoek een huisje, op het nieuwe kamp. Voor het milieu waaruit ik kom, was Hoek van Holland het Saint-Tropez van Zuid-Holland." (Panaroma, kerstnummer 1979)

Volgens zijn moeder was hij een makkelijk kind: "Hij was zo'n rustig kind. Nooit druk of vervelend. Hij zat hier altijd met autootjes te spelen ofhij was met z'n blokfluit bezig. En altijd maar dromen van dat ie artiest wou worden. (Moeder Kyvon in Libelle, 25 mei 1976) Al toen hij tien jaar was, wist Van Duin dat hij homoseksueel was ("Ik keek alleen naar jongens, niet naar meisjes"), maar zijn ouders hebben er nooit een probleem van gemaakt. "Het was geen onderwerp van gesprek". (Volkskrant Magazine, 25 oktober 2008)

André van Duin op zijn zondags, 4 jaar, 1951. Herkomst foto: André van Duin Produkties.

"Ik heb bovenstebeste ouders gehad, maar ik ben wel erg verwend thuis. Echt enig kind. Ik kreeg ook alle aandacht, en ik heb me daar nooit tegen verzet. Het was wel erg prettig, vond ik. Aan de andere kant heb ik er ook geen misbruik van gemaak. Onhandelbaar was ik niet, beslist niet. Ik haalde heet water bij de waterstoker, ik plakte alle fietsbanden, de echte zware klussen waren voor Dré. Alleen als m'n moeder niet gauw genoeg de deur opendeed, zette ik m'n gat tegen de deur - ik zie het me nog doen - en dan bonsde en jengelde ik net zolang totdat de buurvrouw opentrok. Ik moest wél op m'n wenken bediend worden. (Panaroma, kerstnummer 1979)

"M'n moeder poetste ook altijd m'n schoenen. Dat vond ik heel vanzelfsprekend. Dat is niet zo, maar ik was niet anders gewend. Als ze het een keer vergeten was - maar zelfs dat kan ik me eigenlijk niet herinneren - dan was ik zéér verbaasd. Zeg, Jet, hoe zit dat, m'n schoenen zijn niet gepoetst. Niet dat ik in m'n wiek geschoten was, maar ik was helemaal verbouwereerd, zo van: dat kan toch niet. In dat opzicht ben ik een beetje verziekt ja. Ik ga er nog steeds van uit dat alles achter m'n kont geregeld wordt." (Geciteerd uit: Panaroma, kerstnummer 1979)

Aan school had hij een bloedhekel, dat wil zeggen, aan de lessen. Hij heeft er wel een gezellige tijd gehad. "Ik ben een keer blijven zitten in de derde, het enige waar ik goed in was, was tekenen, verder niks, dat kun je nou nog wel aan me horen. Veel opleiding heb ik ook niet gehad. Alle jongens uit de klas gingen naar de ambachtsschool, ik dus ook, wat moest je anders. Daar heb ik geleerd voor machinebankwerker. Goed was ik niet, ik kon niet vijlen, rechtvijlen dan. Maar ja, je moest toch wat doen. Voor artiest kon je niet leren. En ik wilde artiest worden, altijd al." (Elsevier Magazine, 4 augustus 1979)

Tom Manders als Dorus.

Tom Manders, die Dorus speelde, was zijn held, en hij deed hem vaak na, inclusief jas, hoedje en aanplaksnor. In de bioscoop genoot hij van de films van De Dikke & De Dunne. De bioscoop, het Prinses Theater aan de Schiedamseweg, was vlakbij, "Naar Stan Laurel en Oliver Hardy keek ik al op m'n vijfde. De bioscoop was tegenover ons huis. 's Zondags gingen we naar de matinee en de rest van de week speelde ik ze na." (Vrij Nederland, 22 december 1979) Thuis hadden ze ook een telefoonboek van Amsterdam, de stad waar artiesten woonden, Van Duin kon er eindeloos in bladeren. "De Wama's, Snip & Snap, Johnny Kraaijkamp. Het Hollywood van Nederland vond ik. Het leek me geweldig om daar ooit te wonen." (Vrij Nederland, 19 juni 2004) Toen hij eenmaal een keer met zijn vader mee mocht naar het jaarlijkse personeelsfeest van de Rotterdamse Droogdok Maatschappij, en daar Johnny Kraaijkamp, Rita Corita en Bueno de Mesquita, Willy Vervoort en Frans Vrolijk op zag treden, wist hij het nog zekerder, dat wilde hij ook! Vader Kyvon herinnert zich in een interview met Libelle (25 mei 1976) "Het heeft er altijd ingezeten, van jongs af. Als er visite was, voerde hij altijd wat op tussen de schuifdeuren. Toen ie een jaar of zes was, deed ie dat al. En op school, als de meester jarig was, altijd mocht André dan iets voordragen. Hij had ook een boel uit zijn hoofd geleerd. Tom Manders bijvoorbeeld, die kon hij zo goed nadoen. Dat was helemaal Dorus wat ie dan deed."

Snip en Snap

Toch was hij geen opvallend, aandachttrekkend kind, in elk geval niet tussen zijn 'optredens' door. Hij was dan eerder rustig en soms een beetje teruggetrokken. Het liefst zat hij op zijn zolderkamer naar artiesten op de radio te luisteren: Wim Sonneveld als Willem Parel, Snip en Snap en de programma's Showboat en De Bonte Dinsdagavondtrein. "Ik was geloof ik de enige die luisterde, want de andere kinderen hadden daar nooit iets over te vertellen. Ik onthield de grappen en als er dan een schoolavondje was of een bruiloft, vertelde ik ze na. Mijn vader vond het allemaal prachtig, mijn moeder kon het niets schelen, die heeft er nooit zo in geloofd. Als iemand nu zegt: 'Je zoon was leuk', is ze heel verbaasd. Zo van: Natuurlijk is die jongen leuk. Dat is toch heel logisch, dat domme werk van die jongen..." (Elsevier Magazine, 4 augustus 1979)

Op zijn zolderkamer maakte hij ook opnames met de bandrecorder die hij van zijn ouders had gekregen. Die opnames monteerde hij later op een slimme en komische manier aan elkaar. "En zo ben ik de boer op gegaan. Gratis voorstellingen in bejaardentehuizen, ziekenhuizen en zo. Ik had een kaartje: André van Duin, amateur. Voor al uw voorstellingen. Dat sloeg nergens op natuurlijk, want ik had alleen dat bandje maar." (Elsevier Magazine, 4 augustus 1979) Met diezelfde bandrecorder-act zou hij in het televisieprogramma Nieuwe Oogst van de AVRO op zeventienjarige leeftijd landelijke bekendheid verwerven, het begin van een lange en succesvolle carrière als volkskomiek.