Tijdlijn Theater:1976
1976: De Vlaamse regisseur Franz Marijnen meldt zich bij het Rotterdams Toneel
Na Aktie tomaat in 1969 is het klimaat voor grote gezelschappen niet gunstig, zo ook voor het (Nieuw) Rotterdams Toneel.
Als de Vlaamse Frans Marijnen voor de Rotterdamse Toneelraad in 1976 Het Liefdesconcilie van Panizza regisseert, krijgt hij tegelijk de opdracht een nieuw repertoiregezelschap in Rotterdam op te zetten. Daarom zijn de verwachtingen voor Het Liefdesconcilie bij het publiek hooggespannen. Marijnen maakt een spectaculaire theatrale barokke voorstelling, een satirische kijk op de kerk waar zelfs de meest negatieve recensies bewondering voor hebben.
Het nieuw repertoiregezelschap in Rotterdam komt er: bij het RO Theater is Marijnen van 1977 tot 1983 artistiek leider. Marijnen experimenteert in zijn voorstellingen met interactie tussen theater, dans en live-muziek. Hij onderzoekt het gebruik van nieuwe mogelijkheden met licht en visuele effecten en maakt gebruik van de ontwikkeling van nieuwe technieken, zoals video. Marijnens vaste medewerkers, scenograaf Jean-Marie Fiévez, belichter Steve Kemp en kostuumontwerpster Dagmar Schauberger, hebben een belangrijk aandeel in deze vernieuwde aandacht voor de theateresthetiek. 'Filmisch theater' wordt het genoemd. Daarnaast haalt Marijnen buitenlandse gastregisseurs naar Rotterdam.
Gefrustreerd door het schrale culturele klimaat en de politieke besluiteloosheid – er wordt al twintig jaar gepraat over een nieuwe schouwburg, maar daar blijft het bij – vertrekt Marijnen in 1983. In 1984 wordt eindelijk besloten dat er een nieuwe schouwburg komt. Marijnen werkt dan inmiddels als freelancer, en gaat later bij andere gezelschappen aan de slag.