Mary Dresselhuys: Biografie - Modern toneel

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg

Mary Dresselhuys. Foto: Godfried de Groot. Collectie TIN.


Eenlevenlangtheater Mary Dresselhuys:

Modern toneel

Omdat Mary Dresselhuys het niet langer accepteert dat Cees Laseur het niet zo nauw neemt met de huwelijksmoraal, dringt ze in 1946 aan op een scheiding. Ook verlaat ze het Centraal Tooneel. "Het lievelingskind van Cees was zijn troep. Hij vond het dus erger dat ik het gezelschap verliet dan dat ik hem verliet."

Mary maakt een overstap naar Comedia, de voorloper van de Nederlandse Comedie. Maar voor het zover is speelt ze eerst in een aantal producties van het Residentie Tooneel, waaronder het moderne Met onze hakken over de sloot:

V.l.n.r.: Mary Dresselhuys, Hans Kaart, Fie Carelsen, Enny Meunier en Paul Steenbergen in "Met onze hakken over de sloot", Residentie Tooneel 1946. Foto: Maria Austria/MAI. Collectie TIN.

"Met onze hakken over de sloot is een van de allerwonderlijkste stukken, die ooit in ons goede land zijn opgevoerd. Waarin schuilt nu dit wonderlijke element? In het gegeven, de inhoud? Neen. Het gegeven voor dit stuk is zo oud als de tooneelkunst zelf. Een nieuwe oplossing, een nieuw ideaal brengt het niet. Nee, wat Met onze hakken over de sloot zo uiterst belangrijk maakt dat is de vorm, waarin Wilder het gegoten heeft; een surrealistische vorm, die voor het toneel bijna net zo revolutionair is als het werk van Picasso vijf en twintig jaar geleden voor de schilderkunst was. En hier is nu weer eens heel duidelijk bewezen hoe de vorm van een stuk zijn inhoud kan bepalen. Wilder laat om te beginnen de requisiten meespelen. Midden onder het stuk verdwijnt er plotseling een stoel de lucht in, een muur valt weg en er verschijnen wolken. Het stuk schijnt boven het begrip tijd te staan. Nu eens speelt het vijftig duizend jaar voor Christus dan eens in 1946. De schrijver heeft het tijdsprobleem uitgeschakeld door de spelers niet alleen het stuk, maar ook zichzelf te laten spelen. Mary Dresselhuys houdt meerdere malen plotseling met haar spel op om te zeggen, dat zij zelf niets van het stuk begrijpt of om aan een van haar medespelers te vragen wat zij er van denken." (De Waarheid, 17 mei 1946, Jan B. Brusse)