In memoriam Dick Hendriks
Door Anton Gerritsen
Deze tekst van Anton Gerritsen, zakelijk leider van Het Nationale Ballet in de periode 1966/1992, werd door hem zelf uitgesproken tijdens de uitvaart van zijn latere collega Dick Hendriks op 7 september 2015.
Het Nationale Ballet heeft aan Dick Hendriks heel veel te danken gehad.
Dick
Aanvankelijk mijn veelbelovende medewerker; later, veel langer, mijn veelbetekende collega. Man van grote gaven. Van veel eigenschappen. Prominente, maar ook: minder sterke. Creatief, intelligent, humorvol, ambitieus, doelgericht, zelfverzekerd. Dat laatste ook ten aanzien van zijn eigen gelijk. Daarom: vaak moeilijk compromis-gericht. Want; lang niet altijd begripvol ten aanzien van de mening van de ander. Waarvoor hij zich, ook jegens derden, niet zelden schamper kon uitlaten.
Maar, die zeer energieke doelgerichtheid is Het Nationale Ballet, in cruciale jaren, zeer ten goede gekomen. En niet alleen Het Nationale Ballet. Aan de wordingsgeschiedenis van Het Muziektheater aan het Waterlooplein heeft Dick duidelijke bijdragen geleverd. De periode, de vroege jaren '80, vielen immers samen met de zich snel sublimerende specialistische bekwaamheid van Dick; de betekenis en de hantering van de marketing voor de cultuur, en voor het theater in het bijzonder. Zijn, door hem, optimaal benutte, stage in New York, het mekka van de theatermarketing, kwam ons gezelschap bij onze eerste twee Broadway-tournees in 1976 en in 1978 volop ten goede. Bij de eerste van die twee schudde Dick ook de handen van grootheden als George Balanchine, Martha Graham en Walter Cronkite. Dicks autoriteit op dit marketing-terrein wordt ook in bredere kring veel erkenning en waardering, getuige zijn vele docentschappen, bijdrage aan forum-discussies en externe bestuursactiviteiten,m.n. bij het Amsterdams Uitburo. Binnen het gezelschap ontwikkelde Dick veel vruchtbare ideeën. Ik noem alleen maar;
- het plan en de succesvolle realisering van onze voorstellingsreeksen in Carré in de overgangsjaren van de Stadsschouwburg naar het Muziektheater; een idee van Dick samen met Reuven.
- zijn interne organisatierapport Helion, samen met zijn collega dienstdoende Dhian Siang Lie en Wolf Ondracek.
- zijn fijne neus voor het ontwikkelen van het HNB huisstijl en zijn sterke affiche campagne rond de opening van het Muziektheater.
Andere terreinen stonden bij hem niet op de eerste plaats; hij vond bijv, dat de directie van het gezelschap te veel tijd stak in externe zaken als politiek lobbyen, het werken aan betere arbeidsvoorwaarden voor dansers en theater-technici en het ontwikkelen van campagnes voor de danswereld als collegiaal bestel. Daarin achtte hij het primaat van Het Nationale Ballet niet onvoorwaardelijk sterk behartigd.
In de laatste 3, 4 jaar van zijn adjunct-zakelijk leiderschap kreeg Dick ook de directe verantwoordelijkheid voor de planning van het gehele binnenlandse speelplan en van een tweetal grote buitenlandse tournees; de derde New Yorkse tournee, 1984 (ditmaal niet naar Broadway, maar de BAM, The Brooklyn Academy of Music, die op dit moment voor Toneelgroep Amsterdam het zijn vaste gastbespelers rekent) en onze derde Londense tournee, een week lang Rudi's van Dantzig Romeo en Julia in het Coliseum. Hij schroomde niet om daarbij grote financiële risico's te nemen, maar accepteerde loyaal zijn verantwoordelijkheid voor de consequenties daarvan.
Zijn eigen directeurschap vanaf 1992 heeft helaas niet de voltooiing kunnen krijgen, die ons allen bij de aanvaarding daarvan voor ogen stond. Ik kan daar zeer moeilijk over oordelen, maar ik sprak eerder over zijn stroeve compromis bereidheid. Consensus zag hij toch te vaak als het niet volledig onwenselijk van zijn eigen denkbeelden. Ik betreur dan ook niet alleen de toen korte duur van die periode, maar ook van de jaren daarna de toch mindere benutting door andere instellingen van zijn grote expertise, benutting, die velen van ons hem zo graag gegund hadden. Dick rekende niet iedereen tot zijn vrienden, maar de velen die dat wel waren rouwen over het feit dat hij korter geleefd heeft dan wij allemaal gewenst hadden. En het Nationale Ballet wil graag zijn respect en grote bewondering tot uiting brengen voor deze sleutelfiguur in de inmiddels ruim 50-jarige geschiedenis van ons gezelschap.
Anton Gerritsen, 7 september 2015
Door Truze Lodder
Zakelijk Directeur van De Nederlandse Opera en voorzitter van het Bestuur van het Muziektheater, waarvan Dick Hendriks (1951 – 2015) lid was in de periode 1992-1998.
Uitgesproken ter gelegenheid van de begrafenisplechtigheid op Zorgvlied, 7 september 2015.
Eerste beeld: Een mooie jonge man, goed figuur, zongebruind, in een fraai wit pak met korte broek, vrolijke opmerkzame ogen, blonde krullen: dat eerste beeld staat scherp op mijn netvlies. Bovenaan de trap van de artiesteningang van Het Muziektheater hield hij de deur voor me open toen ik er in de zomer van 1987 voor het eerst van mijn leven binnenstapte. In het najaar, toen ik bij de opera begon te werken, leerde ik die stralende schone jongeling kennen als Dick Hendriks van Het Nationale Ballet.
Laatste beeld: Het laatste beeld van Dick wordt gevormd door beelden van Dick en Reuven samen, allebei in effen zwart, in de foyer van hetzelfde theater, bij vele voorstellingen van ballet en opera: geinteresseerd, kritisch en uitgesproken eerlijk.
Kleurrijk totaalbeeld: Het totaalbeeld van Dick, waarin alle herinneringen en beelden over elkaar heen vallen, is kleurrijker dan dat eerste witte en dat laatste zwarte beeld. Het is een samengesteld beeld van Dick als collega, Dick als gastheer, Dick als familieman, Dick als vriend en Dick als schrijver.
Dick was als collega iemand met wie ik contact had op een open manier. We konden alles tegen elkaar zeggen, waren over en weer zeer kritisch, scherp soms, maar altijd met respect en waardering; we konden ook goed naar elkaar luisteren en van elkaar leren. We waren het lang niet altijd met elkaar eens, maar over één ding verschilden we niet van mening: dat was het primaat van het artistieke in de kunstvormen ballet en opera. De wijze waarop we daar mee omgingen was dan wel weer totaal verschillend, maar de intentie deelden we met passie.
Dick als gastheer herinner ik me van de grote feesten op de Willemsparkweg en de Hoogte Kadijk en van de intieme huiselijke diners, met sfeervol gedekte tafels in een smaakvol interieur, mooie kunst aan de wanden, prachtige serviezen, heerlijke gerechten met mooie wijnen, en bovenal goede gesprekken. Het laatste intieme diner bij Dick en Reuven, niet zo lang geleden, was samen met Pierre, en Arie (best een bijzondere samenstelling) en het was goed.
Dick als partner, familieman en dierenvriend is trouw, liefhebbend en aandachtgevend. Langer geleden heb ik Dick zijn beide ouders de centrale plek zien geven die hen in zijn leven toekwam. Toen Anna alleen overbleef heb ik gezien met hoeveel toewijding en toenemende zorg hij haar omringde en hoe hij alles deed om haar zo lang en zo intens mogelijk van het leven te laten genieten: mee met Reuven en hem op reis naar Israel en andere landen, mee naar voorstellingen, en ook door haar speciale aandacht te geven op feesten en partijen. Dicks gewoonte haar contacten actief te onderhouden namens haar, hield haar tot het eind in contact met velen. Dicks verdriet op haar begrafenis en ook toen Herzl in moest slapen was groot.
Dick is een trouwe vriend, er is al veel over gezegd; mooier dan Marijke het heeft gezegd is niet mogelijk, daar hoef ik niets aan toe te voegen.
Dick als schrijver onderscheid ik in de attente persoonlijke vriend, die geen belangrijke datum of gebeurtenis miste en Dick als de schrijver van kaarten en nieuwsbrieven aan een grotere relatiekring. Ter gelegenheid van mijn verjaardag, Toms verjaardag die ook onze trouwdag was en Toms sterfdag was er altijd een attent bericht van Dick, hartelijk, invoelend en lief. Dick heeft dat langer volgehouden dan ik omgekeerd bij hem.... De laatste persoonlijke brief die ik van Dick kreeg dateert van 23 augustus 2015, een vroege verjaarswens. Naast al het moois dat hij Arie en mij toewenste, schreef hij nuchter over zijn ernstige ziekte en de operatie die er aan kwam. Een paar alinea’s uit die laatste brief zal ik voorlezen:
Tot voor kort leek het een aankondiging van executie. Bijna zo zeker als, lang geleden, het bericht dat ik HIV-positief was. Ik memoreer daarbij dat ik jou, Truze, op kantoor in vertrouwen nam en jou, als eerste buiten Reuven, Luuk en Luiz, in vertrouwen nam met de mededeling “mijn dagen zijn geteld”. Ik herinner me hoe liefdevol je toen jouw armen om me heen sloeg en zei dat er op korte termijn vast wel een effectieve medicatie zou komen. En vervolgens nam je een groot deel van mijn Muziektheater-werk over, zonder daar een punt van te maken. Ik zal dat fantastische gebaar van vriendschap niet snel vergeten, Truze! Ik hoop mij in de loop van oktober (of zo) weer te kunnen melden.
Dick, ijverig schrijver voor iedereen die geinteresseerd bleef in zijn schrifturen, besteedde altijd grote zorg aan de inhoud én aan de vorm, zowel in woord als in beeld. Zijn uiterst verzorgde taal, zijn kleurgebruik, zijn illustratieve tekeningetjes, zijn fraaie foto’s, zijn reproducties van cartoons, alles kreeg aandacht, tot en met de keuze van de enveloppen en de postzegels. Dick als kerstkaartenschrijver heeft een fase gehad waarin hij al dan niet met de bedoeling te shockeren een natuurlijke selectie leek te entameren in de kring van ontvangende vrienden en kennissen. In de uitvoerige nieuwsbrieven die hij uit Israel zond, gaf hij blijk van zijn veelzijdige interesse en maatschappelijke betrokkenheid. Cultuur in de breedste zin: podiumkunsten, beeldende kunst, architectuur. Geschiedenis, politiek, het sociale leven, economie; religies, het onheil van fanatisme in alle godsdiensten. Alles wat Dick op zijn reizen tegenkwam, de wonderen van de natuur, de verwondering over “la condition humaine”, alles deelde hij genereus met ons in zijn nieuwsbrieven. Dankzij Dicks nieuwsbrieven heb ik de Levant, waar ik nooit geweest ben, een beetje leren kennen: Dick liet verbanden zien tussen het verleden en het heden en gaf met zijn scherpe observaties stof tot nadenken. Dicks nieuwsbrieven zullen we gaan missen.
Wat blijft Alles wat er is geweest lijkt nu hij er niet meer is vluchtig, als blaren in de wind. Wat blijft is het grote respect voor Dick, die zijn leven heeft voltooid, onuitwisbare herinneringen achterlatend, en wat blijft is de dankbaarheid voor de waarde die Dick aan ons leven heeft toegevoegd. We zullen hem nooit vergeten.
Leerdam, september 2015. Truze Lodder