Hoogduitsche Opera
Naam | Hoogduitsche Opera |
---|---|
Opgeheven | “Muziektheater” bevat een extrinsiek streepje of andere tekens die ongeldig zijn voor een datuminterpretatie.Muziektheater |
Genre | Opera |
Informatie Hoogduitsche Opera in Amsterdam (1854-1859)
Vanaf oktober 1854 worden in de Stadsschouwburg (1774-1890), Amsterdam voorstellingen gegeven onder de producentennaam Hoogduitsche Opera-voorstellingen.
Het seizoen 1856/1857 start vanaf oktober met een in hoge mate gewijzigd ensemble. Wederopnames van eerder gegeven titels worden opnieuw in de Theaterencyclopedie vermeld.
De voorstellingen gaan ook op reis naar andere steden in Nederland.
Tot 1859 was Jan Eduard de Vries directeur van de Stadsschouwburg (1774-1890), Amsterdam. In 1860 duikt hij weer op in Rotterdam. Zie hieronder.
De laatste voorstellingen van de Hoogduitsche Opera in Amsterdam vonden plaats in het eerste halfjaar van 1859.
Startbericht van de Hoogduitsche Opera in Amsterdam
Bron "Bericht in het Algemeen Handelsblad van 1854-10-09 in Delpher:
"Donderdag 12 Oct. Aanvang van de Hoogduitsche Opera-Voorstellingen.
De directeur heeft de eer Heeren Geabonneerden en het Kunstminnend Publiek kennis te geven dat, ten gevolge van bijzondere omstandigheden, eerst heden, het geëngageerd personeel geheel voltallig is en het voor eene geregelde uitvoering ondoelmatig zou zijn, de voorstellingen vroeger dan op Donderdag 12 October 1854, een aanvang te doen nemen. Dat de eerste drie voorstellingen zullen bestaan uit: Het Vrijschot - De Tooverfluit - Lucia van Lammermoor. Zijnde drie der zes Gastvoorstellingen te geven door Mw. Marie von Marra, eerste Keizerlijke Russische Hofzangeres, Ferdinand Chrudimsky, eerste Tenor van het Groot Hertogelijk Theater te Carlsruhe, (François Marie) Franz Dalle Aste, eerste Bastaille van de Groote Operas te Lissabon en van de Italiaansche Opera te Parijs".
Informatie Hoogduitsche Opera in Rotterdam (1860-1891)
Deze Hoogduitsche Opera werd opgericht in Rotterdam in het jaar 1860 door o.a. de componist W.F. Thooft. In 1891 hield de Hoogduitsche Opera op te bestaan, ondanks luide protesten van (Rotterdamse) operaliefhebbers, en de oprichting van een aparte vereniging eind 1887 onder de naam [1] Vereeniging tot ondersteuning van de Hoogduitsche Opera.
Vanaf september 1860 wordt de bespeling van de Rotterdamsche Schouwburg (1774-1887), Rotterdam verzorgd door een "Hollandsch Tooneel Gezelschap" (in de Theaterencyclopedie geregistreerd als Gezelschap J. Ed de Vries en een Hoogduitsche Opera, die beide onder leiding staan van Jan Eduard de Vries.
Vanaf augustus 1865 wordt Jean Pfläging in advertenties genoemd als directeur.
Gegevens van voorstellingen komen uit advertenties en recensies zoals te vinden in Delpher Krantenarchief. In het najaar van 1877 overlijdt Jean Pfläging en volgt Carl Pfläging, zijn broer hem op.
Vanaf het seizoen 1886/1887 zijn de gegevens van de voorstellingen bekend in de Annalen van de Operagzelschappen in Nederland.
1886/1887: Leiding Conrad Behrens en Eduard Bollé
1887/1888: Leiding Eduard Bollé en later Karl von Bongardt
1888/1889: Leiding Karl von Bongardt
1889/1890 en 1890/1891: Leiding Alexander Saalborn
Veel premières buiten Rotterdam?
Als het over de Hoogduitsche Opera gaat voegen veel kranten daar met regelmaat de begrippen "uit Rotterdam" of "het Rotterdamsche gezelschap" aan toe.
In de Theaterencyclopedie zijn echter opmerkelijk veel premières buiten die stad aan te treffen (Amsterdam, Den Haag, Utrecht).
Zowel gedocumenteerd op basis van programmabladen uit de Theatercollectie van de UvA als door advertenties en recensies uit Delpher Krantaenarchief. Dit is waarschijnlijk (maar niet met zekerheid) te verklaren uit het ontbreken van jaargangen van de de Rottedamse pers in Delpher krantenarchief en uit het feit, dat de inbreng van programmabladen in de destijds opgebouwde verzameling in die jaren vooral plaats had door bezoekers aan voorstellingen in Amsterdam en Den Haag.
Het einde van de Hoogduitsche Opera in 1891
- Verslag in het Rotterdamsch Nieuwsblad van 1891-02-23 in Delpher: De Heer Alexander Saalborn deelt in een vergadering van belangstellenden mee dat hij onmiddellijk 7.000 Hfl. nodig heeft om de Hoogduitsche Opera voor het lopende seizoen in stand te kunnen houden. Er wordt een verlies verwacht van 22.000 Hfl. Het volgende seizoen zal alleen nog gerealiseerd kunnen worden als er tenminste 20.000 Hfl. subdsidie komt en voor 40.000 Hfl. aan abonnementen en coupons wordt verkocht.
- Bericht in het Rotterdamsch Nieuwsblad van 1891-02-27 in Delpher De pogingen om de Hoogduitsche Opera nog tot het einde van het seizoen in stand te houden zijn mislukt. De Heer Alexander Saalborn legt zijn directeurschap neer. Soli, koor en okest zijn thans besloten om voor gezemanlijke rekening verder te spelen.
- Rotterdamsch Nieuwsblad van 1891-03-06 in Delpher: De laatste voorstelling door de "Vereenigde leden van de Hoogduitsche Opera" werd al even slecht bezocht als de eerste en leverde voor het gedupeerde personeel een batig saldo op van 190 Hfl.
Voor meer informatie zie:
Tijdlijn 1860: Rotterdam krijgt een eigen operagezelschap dat het Rotterdamse muziekleven gedurende 25 jaar zal beheersen
Voorstellingen
Een chronologisch overzicht van de voorstellingen die onder deze naam als producent in première zijn gebracht, voor zover geregistreerd in de productiedatabase
Een alfabetisch overzicht van de voorstellingen van de Hoogduitsche Opera voor zover geregistreerd in de [[Productiedatabase[]]: voorstellingen
Bronnen
- Productiedatabase
- Annalen van de Operagezelschappen in Nederland 1886-1995
- Delpher Krantenarchief