Henk van Ulsen: Biografie - Jeugd

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
Henk van Ulsen.


Logo eenlevenlangtheater2.jpg

Eenlevenlangtheater Henk van Ulsen:

Jeugd

In 1927 werd Henk van Ulsen geboren in Kampen, als jongste zoon van Johan van Ulsen en Aaltje Steenkamer. Het gezin had al één zoon, Jan, met wie Henk zes jaar scheelde.

Het grote leeftijdsverschil met zijn broer zorgde ervoor dat Henk zeer zelfstandig opgroeide. Hij ging vaak in zijn eentje op pad: naar zandplaten in de IJssel of kijken naar winkels in de stad. Het zou in het gezin blijven bij twee zoons. Johan van Ulsen had een somber toekomstbeeld en zorgde daarom dat er niet meer kinderen kwamen.

Zijn vrouw hanteerde de Ogino-Knauss-methode, waarbij dagelijks de temperatuur gemeten werd en zo afgelezen kon worden wanneer de vrouw vruchtbaar was.[1]

Twee broertjes: Jan en Henk van Ulsen, 1933. Collectie Henk van Ulsen

Henk van Ulsen was niet altijd even gelukkig bij zijn ouders. Het grote leeftijdsverschil met zijn broer zorgde dat hij zich af en toe eenzaam voelde. Daarnaast was de pais en vree in huize Van Ulsen vaak ver te zoeken.

Zijn vader ging veelvuldig vreemd, waarbij Henks moeder haar jongste zoon er wel eens op uit stuurde om poolshoogte te gaan nemen bij de vermoedelijke maitresse. ‘Bij de kolk zat een vrouw te lezen, wachtend op mijn vader. “Wat lees je?” vroeg ik, greep het boek en gooide het in het water. “Deze keer is het ’t boek, volgende keer jij als je mijn vader niet met rust laat.” riep ik.’ Thuis leidde dit vaak tot echtelijke ruzies. ‘Door de dunne muur tussen hun slaapkamer en de mijne hoorde ik hun ruzies. Ik stopte mijn hoofd onder de dekens om het niet te hoeven horen, maar mijn fantasie ging alle kanten op.
Breidelloos is mijn fantasie, vind ik zelf. Misschien was het allemaal wel veel minder erg dan ik het vond.’[2]

Henk Van Ulsen had een betere band met zijn moeder dan met zijn vader. Zijn vader, directeur van het GEB, was een strenge punctuele man, terwijl zijn moeder volgens Henk veel avontuurlijker was. ‘Ik koos altijd partij voor mijn moeder. Pas later heb ik begrepen dat ik mijn vader daar onrecht mee heb gedaan. Het was best een leuke vent. Ze konden ook ontzettend met elkaar lachen, maar dat begreep ik niet’.[3]

Om te ontvluchten aan de soms vervelende situatie thuis, kwam Henk vaak bij zijn vriendje Arent van Boecop over de vloer. Met Arent zet hij ook zijn eerste stappen op toneelgebied. Samen speelden zij vele rollen en verkleedden zij zich dikwijls. De eerste toneelrol die Henk van Ulsen speelde was die van Frits de Vlinder als hij als zesjarige meedoet aan een opvoering van de vrijzinnige zondagsschool te Kampen.[4]

De oorlog is aan de familie Van Ulsen niet onopgemerkt voorbij gegaan. Om de Arbeitseinsatz te ontlopen moest Jan, de oudere broer van Henk, onderduiken. Ook in huize Van Ulsen werd het drukker dan voorheen. Het gezin nam een aantal mensen op kamers, waaronder Ida Gerhardt. Ook andere gasten schoven vaak ’s avonds aan aan de eettafel. Aaltje van Ulsen kookte zo voor veel mensen en bracht daarmee wat extra geld in het laatje. Koken vond ze leuk en kon ze erg goed. Vaak fantaseerde ze over een eigen restaurant in Amsterdam, waar Henk dan de bedrijfsleider van zou moeten worden.[5]

Later moest ook Henk onderduiken. De NSB-burgemeester van Kampen gebood alle zestien- en zeventienjarigen mee te helpen aan het graven van eenmanskuilen voor de Duitsers. Henk weigerde dit en vertrok naar een boer in de buurt. Hij doodde daar de tijd met het schrijven van brieven naar boezemvriend Arent en hij las veel dikke boeken.[6]

Van een echtscheiding tussen zijn ouders kwam het ondanks de moeilijkheden nooit. Tot de dood van Aaltje in 1979 is het stel samen geweest. Twee jaar later stierf Henks vader. Sindsdien draagt Henk de trouwring van zijn moeder. Dat vindt hij heel belangrijk en hij ziet het als een bevestiging van de bijzondere band die hij met zijn moeder had.[7]

Ook het huis van zijn ouders is nog in zijn bezit. Verkoop ervan, na hun beider dood, vond Van Ulsen een ondraaglijke gedachte. Het bleef in zijn bezit: hij gebuikt het als tweede huis.[8]

Bronnen

  1. Jungschleger, Ineke. Henk van Ulsen. Solist. 2007
  2. Jungschleger, Ineke. Henk van Ulsen. Solist. 2007
  3. Vrij Nederland, 17 oktober 1988
  4. Jungschleger, Ineke. Henk van Ulsen. Solist. 2007
  5. Jungschleger, Ineke. Henk van Ulsen. Solist. 2007
  6. Jungschleger, Ineke. Henk van Ulsen. Solist. 2007
  7. Jungschleger, Ineke. Henk van Ulsen. Solist. 2007
  8. Homologie, maart 1988